Ainsley W.

Gebruikersnaam Ainsley W.

Teksten

Verjaardagscadeau

 Sophie schoof mechanisch een lepel havermout in haar mond terwijl ze krampachtig iets positiefs over de komende dag probeerde te bedenken. Het was zoals elke ochtend een heuse opdracht. Het feit dat het bijna weekend was en ze dan naar de film mocht met haar vriendinnen om haar verjaardag te vieren, had ze gisteren al gebruikt. Telde het dan nog ? Ze trommelde met haar lepel op de tafel en bedacht dat deze namiddag muzikale opvoeding op het programma stond. Ze glimlachte even, blij dat haar vader boven onder de douche stond na zijn dagelijkse ochtendjog. Hij mocht beslist niet weten dat ze een oogje had op Matthias.   Ze had haar gevoelens voor hem nog met niemand gedeeld, zelfs niet met Tina die ze al sinds de kleuterklas kende. Zij vond Matthias maar een rare. Grappig hoe Tina en haar vader dezelfde mening hadden; ze zouden er wellicht beiden van huiveren als ze het wisten. Vijf over zeven reeds, Pap liep achter op zijn schema. Sophie schoof haar bord richting spoelbak, smokkelde een koek uit de kast en sleepte zichzelf richting gang.  Daar stond haar zak reeds klaar naast de trap, waar ze zich op liet ploffen. Ze moest nog net haar schoenen aantrekken… De roze Nikes staarden haar aan. Sophie staarde terug. Ze wist dat ze ze wel moest aantrekken.  Dat was onvermijdelijk geweest vanaf het moment dat ze de dag ervoor uit de cadeauverpakking tevoorschijn kwamen. Het ergste was dat ze best mooi waren. Haar vader had wellicht in de winkel om hulp gevraagd en de verkoopsters hadden daarvan handig gebruik gemaakt om hem de duurste schoenen uit de winkel aan te smeren. De meeste meisjes in haar klas zouden stikjaloers zijn. Sophie kon de oohs en de aahs van haar klasgenoten al horen. Dan zou er iemand, misschien zelfs een leerkracht, het grapje maken dat ze niet wisten dat de directeur zo’n goede smaak had.   Het zou best leuk kunnen worden, totdat iemand onvermijdelijk zou vragen waarom een dik meisje zoals zij in godsnaam sportschoenen droeg. En dan zou iedereen lachen… Nee, dat was niet waar: iedereen behalve Tina. En Matthias, maar hij lachte bijna nooit mee met de rest van de klas. Het ergste was dat paps wellicht hetzelfde dacht als de jongens die haar pestte. Hij probeerde haar continu tot sporten aan te zetten en toverde het ene na de andere groene slaatje en vetarme gerecht op tafel. Gezond leven, het was een van zijn vele nieuwe obsessies sinds mama hen verliet. Alsof ze nu nog niet genoeg haar vaders dochter was op school. Wat zou iedereen zeggen als ze met hem elke ochtend door het park moest hollen? Daar zat ze echt niet op te wachten! Ze hoorde dat de douche boven dichtgedraaid werd. Met een diepe zucht trok ze haar schoenen aan, nam ze haar jas uit de kast en trok ze haar rugzak losjes over haar schouder. Over enkele ogenblikken zou haar vader – zoals elke ochtend – in paniek de trappen afdalen en eisen dat ze direct zouden vertrekken. Of anders zouden ze te laat komen! Ze waren nooit te laat. Ze kwamen altijd samen met de overgrote meerderheid van de leerlingen toe. Ze stonden dan rustig toe te kijken als de directeur – tergend traag - met zijn ouderwetse, maar degelijke oude Volvo de schoolpoort kwam binnengereden en zich voor het hoofdgebouw parkeerde. Niemand kon hem missen, want hij claxonneerde als een gek naar iedereen die zich in een straal van een halve kilometer bevond. Sophie sloot haar ogen en concentreerde zich op onopvallendheid. Vandaag zou ze niets doen of zeggen waardoor ze aandacht trok. Zelfs haar schoenen zouden onopgemerkt blijven! Het was een leuke fantasie.   Geen seconde later stormde haar vader de trap af. “Sophie, haast je! We gaan te laat zijn.” Ook hij dook in de gangkast voor zijn jas.    “Maar enfin, waar is die meid nu?” mompelde hij in zichzelf. “Sophie! We komen te laat!” “Pap?” vroeg ze met een zachtere stem dan hij gebruikt had. Ze stond immers nog geen meter van hem af. Hij knipperde verbaasd met zijn ogen. “Ah, daar ben je.” Met een onbeholpen schoudergebaar dat ofwel spijt ofwel haast uitdrukte, joeg hij haar de deur uit. Het was tijd voor school.     

Ainsley W.
0 0

brief, 14 december 2013

Mijn liefste T. Ik moest weer aan jou denken vandaag, na een gesprek met een collega van me. Even een extra detail vermelden: een collega van me, op mijn nieuwe job. Ja hoor, het is me weer gelukt de werkloosheid tussen twee contracten te ontlopen! Het ging zelfs heel vlotjes. Ik zag de vacature in de krant: een standaardbriefje van mijn kant, een telefoontje van hun kant en na één enkel gesprek kon ik een paar dagen later aan de slag. Het werk valt best mee: wat administratie, wat baliewerk. Niets wat ik niet aankan, dus. Het kantoor ligt niet al te ver buiten de stad en er is er een bus die net voor de deur stopt. Heel handig met dit weer. De collega’s zijn heel aangenaam en houden net als ik van een goede babbel.  Enkel jammer dat het weer maar een vervangingscontract is, het zoveelste. Naar wat ik hoor is de kerel die ik vervang best – en ik citeer – “een goede pee”. Hopen dat hij langer ziek blijft, zou niet mooi zijn van me. Maar als ik heel eerlijk ben… Ach kom, terug naar mijn verhaal. Jan, mijn onofficiële mentor, zei me vandaag dat ik “een aardig potje kan doorbomen”. Eerst was ik wat slechtgezind omdat ik dacht dat hij “dwarsbomen” bedoelde. En dat terwijl ik de afgelopen week heel hard mijn best had gedaan om alle kneepjes van het nieuwe vak te leren! Hij legde gelukkig snel uit wat hij wel bedoelde. Al is het misschien even onflatterend voor mij. Blijkbaar had ik hem het verhaal van een lastige klant en de bijhorende reacties van mijn vroegere collega’s al een keertje verteld. En had ik het de tweede keer nog een beetje opgeblazen. Hij vond het best grappig. “Doorbomen”. Het visuele beeld is gewoonweg prachtig: woorden zaaien als bomen. Verdwalen in je eigen woorden. En dan nog maar meer boompjes planten in de hoop op zijn minst een coherent bos te creëren voor andere wandelaars.  De meeste mensen zouden het “zagen” noemen en dat impliceert bizar genoeg net het vellen van bomen. Heerlijk toch, zo’n onlogische kronkels in onze spreektaal! We konden er vroeger uren over doorbomen. Het amazonewoud werd vele malen opgebouwd en neergemaaid tussen ons tweetjes.    Ik mis die avonden. Groet, T. 

Ainsley W.
0 0

Brief, 6 december 2013

6 december 2013   Mijn liefste T., Sinterklaas vandaag. Geen cadeautjes voor mij helaas, tenzij je de extra mandarijntjes in de fruitmand op het werk mag meetellen. Bittere troost jammer genoeg, gezien de laatste dagen van mijn contract ingaan. In 2014 ben ik weer werkloos na mijn zoveelste tijdelijke contract.    Ik had je raad moeten opvolgen en ICT moeten bijstuderen! Ach ja. Misschien een goed voornemen? Dat hoort wel bij een nieuw jaar. Een nieuw jaar en een nieuwe reeks sollicitatiegesprekken in mijn agenda. Nieuwe rondjes vragen zoals: waar zie je jezelf over 5 jaar? Of mijn lievelingsvraag: wat zijn je beste/slechtste karaktereigenschappen? Alsof iemand daar ooit eerlijk op antwoordt! Tja, ik werk eigenlijk niet graag met mensen samen. Of:  Liever lui dan moe!  Ik zou nooit meer aan een job geraken, als ik niet met de glimlach verhaaltjes uit mijn duim kon zuigen over wat voor een geweldige werknemer ik wel niet  ben.   Ik hoor je het al zo zeggen: wat zie je het weer somber in, jij pessimist! En ik antwoord je zoals altijd: niet pessimist, realist. Ik ken mijn gebreken en ik weet waar ik moet op letten als ik weer voor de zoveelste keer opnieuw begin. Natuurlijk maak ik dan weer een andere fout en wordt mijn lijstje weer wat langer.    Misschien ben ik toch een pessimist. Gelukkig ken je me en mijn buien al, anders zou ik misschien deze brief moeten verscheuren.  Als we dan toch bezig zijn over mijn gebreken: het spijt me dat ik vorige maand niet op bezoek kwam. Ik wou komen… maar je weet dat ik het zo niet op mensenmassa’s heb. En je moeder, ze heeft liever niet dat ik kom. Ze heeft het me nog niet vergeven, denk ik. Dat is niet erg hoor, ik neem het haar niet kwalijk. Ik heb het mezelf ook nog niet vergeven. Ik zag haar chrysanten gisteren, mooie gele. Ze heeft goede smaak, je moeder. Ik weet nooit wat ik moet meebrengen en sta meestal maar wat te draaien in de bloemenwinkel tot een van de meisjes me komt helpen. Nog eentje voor op mijn lijstje van gebreken. Of misschien steel ik wat van je optimisme en zet ik het op mijn lijstje goede voornemens. Tot volgend jaar met zelfgekozen bloemen. Ik mis je.

Ainsley W.
0 0