Tweestrijd
Er gaat een streep door mijn gedachten.
Een grens, een limiet.
Soms kan de grens mijn pijn verzachten,
Meestal stopt de tweestrijd niet.
De lijn, de stop, de eindigheid
Die mijn gedacht beveelt.
Mijn buitenkant is eenheid,
Mijn binnenkant verdeeld.
Woorden als door een open raam,
Waarvan ik geen van allen meen,
Door de eenheid blijft gij saam,
Door de tweestrijd ik alleen.