Lana Salamone

Gebruikersnaam Lana Salamone

Teksten

Tip

De slechtste dingen in het leven zijn gratis - Rookwolken

Het verbergen van mijn rookgewoonte, is één van de lastigste dingen ooit te verbergen voor mijn vader. Zeker wanneer dat niet het enigste is wat ik verberg. Ik verberg veel dingen. Daar kom je later nog wel achter. Ik absorbeer geheimen. Niet enkel de mijne, maar die van iedereen rond me. Van de krassen op Luna’s arm, tot de verstopte alcohol flessen van mijn moeder.   En ik sluit ze allemaal op, die geheimen. Ik stop ze in een doos, of beter gezegd een kamer. Want een doos zou te klein zijn. Dus ik stop ze in een kamer en doe de deur op slot. Soms s’nachts als ik me alleen voel ga ik er eens binnen en rook een sigaretje of drie. Dan ben ik alleen met al die geheimen, weetjes die niemand anders weet behalve ik en hun scheppers. En terwijl ik de laatste peuk uitdruk, denk ik aan hoe graag ik zou willen dat ik nog een sigaret had. Nog een laatste nicotineshot voor ik weer binnenstap in een wereld waar ik niet echt wil zijn. Ik bedoel, dit leven valt nog wel mee hoor...Het is gewoon niets voor mij, en dat is het ook nooit geweest. En zal het nooit zijn, denk ik. Maar goed, ik adem, ik eet, ik wandel, ik ga naar de wc. Kortom ik leef, en ik zal het maar moeten doorstaan. Want veel kan ik er niet aan doen, oké zelfmoord is een idee. Maar geen optie. Zo ben ik niet, zo ver zou ik niet gaan.   Na dat ik de deur weer op slot draai, bevindt ik me weer op mijn zolderkamer. Als ik rond me kijk zie ik drie houten gelamineerde muren en één opvallende neongroene muur. Bij de groene muur hoort een vierkant raam. Er staat een krukje voor. Op dat krukje, zit ik. Rustig starend naar buiten. Ik kijk toe hoe de volle maan ons kleine tuintje verlicht en hoe de schommels meewiegen met de wind. Ik beeld me in hoe het vroeger was om te schommelen. Om de wind door mijn haren te voelen strijken, en zo hoog te schommelen dat ik de wolken bijna kon proeven. En dan realiseer ik me dat ik me nooit meer zo gelukkig zou kunnen voelen als jaren geleden. Toen zorgen, pijn en verdriet nog onbekend voor me waren. Toen de wereld nog van mij was.   Ik sta op en loop naar de badkamer om wat water op mijn gezicht te spetteren. Dagdromen over vroeger heeft helemaal geen zin. Het leidt enkel tot teleurstelling. Teleurstellingen die ik had kunnen vermijden... Het koele water verheldert mijn warrige hoofd voor even. Ik kijk op, in de spiegel, en zie een lijkbleek meisje terug staren. Haar make-up helemaal uitgelopen. Ik kijk hoe het water van haar gezicht afdruipt. Mijn gezicht. Mijn eens zo heldergroene ogen, zijn vervaagd tot een wazig onherkenbaar groen. Ik denk wel dat je kan zeggen dat ik zelf ook onherkenbaar ben geworden. Het wit van mijn ogen ziet vuurrood, het lijkt ontstoken.  Ik buig mijn hoofd zachtjes naar links en maak een dotje in mijn haar. Mijn sleutelbenen steken uit. Ben ik afgevallen? Het lijkt wel zo. Ik open het kastje rechts van me en neem er wat de-make up watjes uit. Na dat ik het laatste beetje zwart afveeg lijk ik niet meer op een mislukte wasbeer. Ik lijk meer op een geest. Nee dat ook niet. Ik lijk op niets. Ik lijk onzichtbaar.   Langzaam aan keer ik terug naar mijn kamer. Het enigste geluid in huis is het gesnurk van mijn vader en de gierende wind van buiten. Eenmaal op mijn kamer kijk ik op de klok. Het is half vier s’ochtends. Tijd om te gaan slapen. Ik steek mijn gsm in zijn lader en ga liggen. Ik sluit mijn ogen en hoop dat ik morgen nog kan doorstaan. Dat moet wel.

Lana Salamone
61 1
Tip

De slechtste dingen in het leven zijn gratis

“Wanneer zijn de dromen begonnen, herinnert u zich dat nog?” vraagt dokter Martens. “Een jaar geleden.” Lieg ik. De dromen zijn er al vanaf zo lang ik het me herinner. Maar dat kan ik hem natuurlijk niet vertellen, dan houden ze me hier nog langer vast. De sanseveria die de verpleegster enkele weken geleden in mijn kamer heeft gezet, om de boel wat op te fleuren hangt er slap bij.   Rechts naast de verwelkte kamerplant staat mijn bed dat nog niet is opgemaakt.  Ik ben mijn kracht om basistaken uit te voeren verloren en de huisverpleegster is nog niet langs geweest om het voor me te doen. Aan de andere kant van de kamer staat een typisch ziekenhuistafeltje met twee oncomfortabele plastieke stoelen. Op de geelgekleurde stoel met  wiebelende poot, zit ik. Recht tegenover dokter Martens, die een poging tot het gesprek verder te zetten heeft gestaakt wegens mijn concentratiegebrek.   Ik glimlach flauwtjes naar hem, niet in staat hem in zijn ogen aan te kijken. Ik kan niemand meer recht in de ogen kijken. Niet sinds ik de zijne heb gezien. “Astrid, het heeft geen zin meer voor mij om nog langer te blijven als je niet antwoord.” Zegt hij. Ik knik en hij zucht. Hij neemt zijn bruine lederen tas waar hij mijn dossier in stopt, en vertrekt naar zijn volgende patiënt. Ik zucht opgelucht.  Zo gaat het als sinds ik ben opgenomen, tijdens therapiën hou ik me stil. Enkel tijdens bezigheidstherapie geef ik ze iets waarmee ze kunnen werken. Een simpele quote van een liedje. Ons liedje. Ik glimlach. Hij heeft me sinds mijn opname niet meer bezocht. Misschien komt het door de zware medicijnen, of hij wilt natuurlijk dat ik zo snel mogelijk thuiskom. Dat ik weer bij hem kan zijn, ongestoord en zonder vooroordelen. Enkel hij en ik in onze eigen wereld. De wereld die hij voor me geschapen heeft. Of ik voor hem, ik kan het moeilijk uitleggen.   Ik hijs me uit de stoel en zet koers richting mijn ziekenhuisbed. Boven het bed hangt een  rood knopje, de ‘alarmknop’ zoals ze het hier noemen. Een soort van oproepknop voor noodgevallen zeg maar. Ik heb al talloze keren op die knop gedrukt in de waan dat ik hem zag. En ook juist omdat ik hem niet zag.  Ik moet hem zien. Sommigen zeggen dat hij een waanbeeld is, en anderen denken dat ik lieg over wat me overkomen is. Maar ik ben er zeker van, hij bestaat. De dag dat ik en hij besloten dat ik zou springen om voor eeuwig bij hem te zijn, stond hij beneden voor me klaar. Hij zou me opvangen, zoals hij dat iedere keer in mijn leven opnieuw had gedaan.

Lana Salamone
61 2