Paul Carremans

Gebruikersnaam Paul Carremans

Teksten

PAASEIEREN RAPEN

Toen ik een ukkie was, werden de paaseieren gedropt door de paasklokken.  “De klokken van Rome” zei men toen.  Waarom die uit Rome kwamen?  Simpel!  Rome was het centrum van het universum.  Niet omdat de Romeinen destijds een van de belangrijkste beschavingen uit de geschiedenis hebben neergepoot.  Ook niet omdat Julius Caesar ons in een dronken bui “de dappersten aller Galliërs” heeft genoemd.  Wel omdat in Rome het hoofdkwartier van één der belangrijkste godsdiensten ter wereld gevestigd is.  Hier heerst de gezant van God op aarde over miljoenen katholieken.  Logisch dus, dat ook de paasklokken uit Rome komen.   Die paasklokken zouden in oorlogstijd geld waard zijn.  Zij zijn in staat om met chocolade eieren precisiebombardementen uit te voeren op burgerdoelwitten.  Die eieren landen altijd in tuinen van huizen waar kindjes wonen.  Bij de buren zijn er geen kindjes, dus liggen er ook geen eieren.  En als het slecht weer is, moet je alleen maar de vensters openzetten, en de klokken deponeren hun eieren in je woonkamer met een nauwkeurigheid waar de NASA jaloers op mag zijn.  Die eieren zijn dan poederdroog en er is er nooit eentje gebroken.   Maar waar is in ’s hemelsnaam die paashaas vandaan gekomen?  Ik neem aan dat die komt voor de kindjes van ouders waarop Rome zijn greep verloren heeft.  En dat zijn er de laatste jaren meer en meer.  Vooral sinds er links en rechts priesters en bisschoppen opduiken die de kinderen maar wat al te graag tot zich laten komen.  Klokken horen thuis in kerktorens en zijn dus een symbool dat niet zo kerkse lieden misschien liever door iets anders willen vervangen.  Maar waarom toch door een haas?  Misschien omdat er met Pasen heel veel eieren op één dag moeten afgeleverd worden en die beestjes bekend staan om hun snelheid?  Maar paaseieren zijn voor kinderen, en de uitdrukking “van de haas gep**pt” is dan weer net iets te vunzig voor een Ketnet publiek!  Persoonlijk had ik een paaskip veel logischer gevonden.  Kippen leggen eieren.  Hazen leggen alleen maar van die vieze keutels!   Zonder de discussie te willen voeden over wat er eerst was, de kip of het ei, heb ik ook zo mijn bedenkingen bij de oorsprong van het paasei.  Pasen is toch in de eerste plaats een religieus feest, waarbij de verrijzenis van Jezus, na zijn kruisdood, herdacht wordt.  Zou het dan niet logischer zijn om kinderen naar chocolade kruisjes te laten zoeken?  Ik zal wel weer veel te logisch redeneren!   Wie mijn vorige cursiefjes gelezen heeft, weet dat Meyers Briggs mij tot een logisch denker benoemd heeft, maar die extreme logica is niet mijn enige afwijking!  Ik ben tevens erfelijk belast met een enorm rechtvaardigheidsgevoel.  In de strijd der profeten moet Jezus de laatste tijd ferm de duimen leggen voor Mohammed.  Dat heeft iets te maken met “gaat en vermenigvuldig u!”  Wij doen dat maal 1,3 terwijl de islam vlotjes een factor 8 haalt.  Zou het dan niet logisch zijn dat zij ook chocolade-eieren mogen rapen?  Maar wie brengt die dan?  Een haas of een kip?  Een varken zal het zeker niet zijn!

Paul Carremans
220 0

Allerheiligen op de Filippijnen

  Bij ons is Allerheiligen een dag waarop we op een zeer serene en ingetogen manier onze overledenen herdenken. Maar elke cultuur heeft zijn eigen tradities. Niet overal wordt Allerheiligen op dezelfde manier gevierd. Neem nu de Filippijnen.   ETEN, SLAPEN EN … GOKKEN   De overgrote meerderheid van de Filippijnse bevolking is katholiek. Je zou dus verwachten dat de Allerheiligenviering min of meer dezelfde vorm aanneemt als bij ons. Niets is minder waar!   De voorbereidingen beginnen reeds enkele dagen voor 1 november. De mensen gaan naar het kerkhof om de grafsteen van hun overleden familielid op te poetsen, zodat die er proper bijligt voor de grote dag. Op dat ogenblik lopen er op de kerkhoven mensen rond die met verf en kwast een centje proberen bij te verdienen door de namen op de grafstenen te herschilderen. Bij ons blijven die namen er voor altijd opstaan, maar daar worden die geschilderd en zijn de letters jaarlijks vervaagd.   De dag zelf krioelt het er van het volk. Mensen brengen een picknick mee en blijven de hele dag bij het graf zitten, waar ze hun tijd verdrijven met – je gelooft het niet – gokken! Op het kerkhof lopen priesters rond en als je die een paar Peso’s toestopt komen ze bidden bij je overledene. Dan worden de speelkaarten terug bovengehaald of wordt er nog een hapje gegeten. Daarna gaat iedereen slapen. Nee, men gaat niet naar huis om te slapen! Men slaapt gewoon op het kerkhof! Nou ja, voor de temperatuur hoeven ze het niet te laten, want zelfs in november haalt men daar ’s nachts nog vlotjes meer dan 20°C.   OMGAAN MET DE DOOD   Als Belg met een Filippijnse echtgenote werd ik op de Filippijnen reeds twee keer geconfronteerd met de dood. De manier waarop men daarmee omgaat verschilt enorm met wat wij hier gewend zijn.   Tijdens onze vakantie in 2003 zouden we vanuit onze thuisbasis in Ormoc City een uitstap maken naar Padre Burgos, op het zuidelijkste puntje van het eiland Leyte. We zouden eerst mijn schoonbroer en schoonzus oppikken, maar toen we daar aankwamen vertelden zij ons dat ze forfait moesten geven, omdat de oom van mijn schoonbroer die nacht overleden was. Na de familie gecondoleerd te hebben, vertrokken wij dus zonder hen op uitstap.   Toen we in de late namiddag terugkeerden, reed ik eerst langs mijn schoonzus om te informeren of ze al wist wanneer de begrafenis zou plaatsgrijpen. “Die is al voorbij,” was het antwoord. Ik schrok mij een hoedje! Om negen uur ‘s ochtends was de man dood aangetroffen en om vier uur in de namiddag lag hij al onder de grond.   Er zijn in Ormoc City twee kerkhoven: één voor de rijken en één voor de armen. Op het kerkhof voor de rijken kan je grond kopen en die is dan voor altijd van jou. In België staat er een tijdslimiet op zo’n concessie. Daar niet. Maar je moet die dus wel kopen en daar hebben arme mensen het geld niet voor. Dus worden de meeste mensen begraven op het kerkhof voor de armen en dat gaat zo:   Nadat men had gemerkt dat zijn oom overleden was, was mijn schoonbroer naar een dokter gegaan, die de dood moest komen vaststellen. Gewapend met de door deze dokter getekende overlijdensakte ging hij vervolgens naar het stadhuis, waar hij de overledene op de dienst bevolking liet uitschrijven. Samen met zijn broer en enkele kozijns ging hij dan een goedkope kist kopen en zette die thuis af. Nog armere mensen maken hun kist zelf. Daar werd de oom in de kist gelegd. Let wel: hij was in de loop van de nacht overleden en eerst ’s morgens gevonden. Het lichaam was al stijf en hij lag met zijn benen opgetrokken. De knieën moesten dus gebroken worden om hem in de kist te leggen. Bij ons doet de begrafenisondernemer zo’n dingen buiten het zicht van de familie. Hier doet de familie dat zelf!   Intussen was mijn schoonbroer met zijn kozijns naar het kerkhof gegaan om te vragen waar ze hem mochten begraven. De verantwoordelijke van het kerkhof had de plaats aangewezen en voor de rest moesten zij hun plan trekken. Zij groeven zelf de put, met spaden die zij zelf hadden meegebracht, en keerden dan huiswaarts. Intussen was de priester verwittigd en trok de hele familie in processie, met de kist op de schouder, naar de kerk. Daar sprak de priester een paar gebeden uit en wijdde de kist, die dan terug op de schouder ging. Te voet trok het gezelschap naar het op een steile helling gelegen kerkhof. Daar werd de kist in de put gelaten, die dan door de familie zelf terug werd dichtgegooid. Precies zeven uur nadat men de man dood in zijn bed had aangetroffen was alles voorbij. Zo worden op de Filippijnen onbemiddelde burgers begraven.   EERST BETALEN, DAN BEGRAVEN   Als je geld hebt kan het ook anders. Dat hebben wij een jaar later ervaren toen de grootmoeder van mijn vrouw overleed. Dat gebeurde de maandag van de laatste week van ons verblijf in Ormoc. Vrijdag zouden wij terug naar België keren en natuurlijk wilden wij haar nog voor ons vertrek begraven. Maar dat voor elkaar krijgen bracht heel wat aarde aan de dijk!   Ik wou niet dat oma een instant begrafenis kreeg, zoals de oom van mijn schoonbroer het jaar voordien. Dus reed ik met mijn vrouw naar een begrafenisondernemer om de begrafenis te regelen. We kozen voor een beperkte balseming, die vijf dagen standhoudt, want oma zou in haar huisje opgebaard worden in een open kist.   Op de Filippijnen vraagt de traditie dat er na een overlijden negen avonden na elkaar gebeden wordt in het huis van de overledene. Daarna krijgen de deelnemers aan de gebedswake een maaltijd aangeboden. Eén keer moet de naaste familie ook een nacht bij de overledene doorbrengen. Mijn vrouw heeft dat gedaan, maar zij vond het niet nodig dat ik dat ook deed.   Wij wilden oma niet op het arme-mensen-kerkhof begraven, dus zouden we op het andere kerkhof grond kopen. Zoals alles is ook een begrafenis op de Filippijnen naar onze normen spotgoedkoop. Met de grond en alles erbij betaalden wij voor het hele gebeuren de prijs van een zerk bij ons in België. Dat was dus geen probleem! Het probleem was echter wel dat dit alles gebeurde enkele dagen voor onze terugkeer en dat bijgevolg ons geld bijna op was. Hier ga je dan naar een automaat en haalt er geld uit, maar in Ormoc kon ik met mijn Visa-kaart nergens terecht. American Express en Master werden wel aanvaard, maar ik had enkel Visa. Ik belde dus naar mijn moeder in België met de vraag om geld over te schrijven. Dat geld zou eerst donderdag arriveren en dat was de dag van de begrafenis.   We legden dus uit dat we eerst donderdag konden betalen. Dat was een probleem, want op de Filippijnen wil men niemand begraven alvorens alles volledig betaald is. Ergens kan ik dat begrijpen, want de meeste mensen kunnen zo’n begrafenis niet betalen en de firma zou vaak naar haar geld kunnen fluiten. “Ik heb alle begrip voor uw standpunt,” zei ik, “maar ik ben geen Filippijn. Ik kan dit heus wel betalen. Kwestie is alleen om het geld op tijd hier te krijgen.” “I’m sorry, sir,” zei de manager, “maar zolang wij het geld niet ontvangen hebben kan de begrafenis niet doorgaan.” Er ontspon zich een discussie en op een gegeven moment vroeg zij: “Kan u mij een referentie geven van iemand hier in Ormoc?” “Zeker,” zei ik onmiddellijk. “Bel maar naar uw vice-burgemeester.” Zij keek van mij naar mijn echtgenote. Die knikte instemmend. De manager nam de telefoon en belde naar het cabinet van de vice-burgemeester. “Paul en Roselle Carremans? Ja, die ken ik! Geen probleem, hoor! Die zullen u zeker betalen.” De dame was nu een beetje gerustgesteld en we mochten de begrafenisondernemer meedelen dat de begrafenis donderdag kon doorgaan. Maar we moesten dan wel donderdagmorgen, nog voor de ceremonie begon, komen betalen.   Donderdagmorgen ging mijn vrouw naar de bank en wat bleek? De transactie had een dag vertraging! Het geld zou eerst vrijdag toekomen, maar dan moesten wij vertrekken. Paniek! Wij terug met de manager van de begraafplaats gaan praten. Probleem! Indien het geld er niet was, kon oma niet ter aarde besteld worden. Nu begon ik mij kwaad te maken. “Mevrouw, zie ik eruit als iemand die zijn rekeningen niet kan betalen? Bovendien hebt u een referentie gekregen van uw vice-burgemeester!” “Sorry, sir, maar dat is niet voldoende.” Er werd nog een tijd heen en weer gediscussieerd en tenslotte - ben ik een Belg of ben ik het niet? - werd er een compromis bereikt. Ik zou ons minibusje in onderpand geven. Doorgedreven onderhandelingen hadden als resultaat dat ik het wagentje nog mocht gebruiken voor de begrafenis, maar dat ik het daarna bij hen moest achterlaten. Als mijn schoonfamilie dan vrijdag, na ons vertrek, de rekening ging betalen, zouden zij de auto terug mogen meenemen. Wat een heisa!   Enkele uren later kwam iedereen samen in het huisje waar oma lag opgebaard en kon de rit naar het kerkhof beginnen. Ik reed als eerste achter de lijkwagen, met mijn schoonfamilie. Achter mij reed nog een minibusje waarin de rest van de familie had plaatsgenomen. De stoet werd gesloten door een open vrachtwagen die een van mijn schoonbroers had geleend en waar de rest van het gezelschap als beesten in rechtstond. Het deed mij denken aan de televisiebeelden die ik gezien had van Jodentransport tijdens de tweede wereldoorlog. Voor mij was dit mensonterend en indien men mij op voorhand had verteld dat ze dit transportmiddel gingen gebruiken om onze gasten te vervoeren, waren ze ongetwijfeld op mijn veto gestoten. Maar onze gasten vonden dit heel normaal. Waarom zou ik mij er dan druk om maken?   De begrafenisstoet hield halt aan een grote, open kapel voor een gebedsdienst. Daarna werd oma naar haar laatste rustplaats gedragen. Die was niet moeilijk te vinden, want er stond een grote partytent over de put opgesteld. Over die put stond ook een metalen frame waarover de riemen gespannen waren om de kist mee neer te laten. Daar werd de kist opgezet en tot mijn grote verbazing terug geopend. Men was blijkbaar nog niet van plan ze te laten zakken. In België gaan we na de begrafenis naar een zaal, waar pistolets en koffiekoeken gegeten worden. Hier worden op het kerkhof broodjes uitgedeeld aan de gasten. Vandaar de tent! Nadat we allen gegeten hadden werd er nog een laatste keer rond de kist verzameld voor een gebed. Toen werd ze gesloten en in de put neergelaten. Een Filippijnse begrafenis is toch wel iets apart!  

Paul Carremans
63 0

Kinderlogica

  Heb jij op sollicitatie ook al wel eens van die psychologische testen moeten afleggen? En wat heb je daaruit geleerd over jezelf? Een van de dingen die bij mij steeds weer naar boven komen is dat ik een zeer logisch denker ben. Dat is heel mijn leven zo geweest.   Het begon al in het kleuterklasje van Zuster Brunilde. Jezus is de Zoon van God. Maria is de moeder van Jezus. Dus, concludeerde ik met mijn niet te onderschatten kinderlogica, is Maria getrouwd met God. Dat kon niet anders! Een halve eeuw geleden waren papa’s en mama’s getrouwd. Hoe konden ze anders kindjes kopen? Aan mensen die niet getrouwd waren werden die heus niet verkocht, hoor! Ik was dus rotsvast overtuigd van de echtelijke verbintenis tussen het Opperwezen en de Heilige Maagd – al zou het nog vele jaren duren eer ik wist wat een maagd eigenlijk was. Maar waar paste Jozef dan in dat plaatje? Het heeft mijn moeder bloed, zweet en tranen gekost om mij uit te leggen dat Maria en Jozef de mama en de papa van Jezus waren. Hoe? Maar Zuster Brunilde heeft gezegd dat Jezus de Zoon van God is! Jezus kan toch geen twee papa’s hebben! Tegenwoordig kan dat allemaal! Maar in de vroege jaren zestig was dat ondenkbaar, zeker in het katholieke milieu waarin ik ben opgegroeid. Hoe we er uiteindelijk zijn uitgekomen weet ik niet meer, maar het illustreert wel dat ik van kindsbeen af een logisch denker ben. Dat uitte zich ook nog in andere zaken.   Neem nu bijvoorbeeld Sinterklaas – nog zo’n Heilig man. Die was mij altijd heel gunstig gezind. Ik moet een ontzettend braaf kindje geweest zijn, want die kwam niet alleen bij ons thuis. De bisschop met de lange witte baard en zijn Moorse knecht brachten met hun over de daken wandelende schimmel speelgoed voor mij bij mijn beide grootouderparen en bij al mijn ooms en tantes. Zo braaf was ik! Speelgoedautootjes, treintjes, blokkendozen, … het kon niet op! En al die chocolade die de goede Sint voor mij meebracht … bij ons thuis, bij mijn grootouders, bij de ooms en tantes, … daar kwam ik mee toe tot de klokken uit Rome kwamen om mij van een nieuwe voorraad chocolade te voorzien. Want ook die kwamen bij heel mijn familie tot in de derde graad!   Die Sint toch! Zo’n brave man! Ik weet nog hoe we op 6 december met de auto van mijn vader heel de familie afreden en ’s avonds thuis kwamen met een koffer vol speelgoed en chocola! Overal moesten we dan een kopje koffie drinken en een gebakje eten en als we dan verder gingen vroeg mama: “Heb je dank u gezegd tegen tante Maria?” Dan keek ik haar met een verbaasde blik aan. Plots was ik niet meer mee! Waarom zou ik nu “dank u” zeggen tegen tante Maria? Ik had dat toch allemaal van Sinterklaas gekregen! Die grote mensen toch! Ze zouden beter eens logisch leren denken!

Paul Carremans
1 0