Roos

Gebruikersnaam Roos

Teksten

Roos en de Makelaar in Ontroerende Goederen. Aflevering 4: Een schot in de roos?

Het is net één dag na de dag die me met precisie en feitelijke trefzekerheid vertelt dat ik een jaar ouder word, hetgeen ik uiteraard met verve en kleur en een avond doorbrengen in jonger gezelschap heb trachten te negeren. Luid feestvieren, lachen en dansen overstemmen melancholische gevoelens, al was het maar tijdelijk. Evenzo hard probeer ik te ontkennen dat het pijn doet dat een ex geen verjaardagswensen stuurde en dat ik het betreur dat hij op m’n jaarwisseldag vast met een ander significant vrouwspersoon dineert. Kortom, ik word overmand door een mix van ontkenning, sehnsucht en last but not least: faalangst die me influistert dat heel dit dating avontuur op een fenomenale farce zal uitdraaien. Alsof ze vanop afstand glashelder door me leest, krijg ik een tekstbericht van een vriendin om me moed en succes in te praten. Zonder dat ik erom vroeg, heeft ze ervoor gezorgd dat ze met haar gezin vandaag in de buurt van de plek van m’n eerste afspraak is. Je weet maar nooit dat er vieze verkrachters een pil in Roos’ glas zouden keilen. Ik omhels haar in gedachten. Ik ontmoet Witse in de bar van een trendy museum. We hebben afgesproken om eerst een koffie te drinken, en nadien, bij wijze van afleiding en ongedwongen plezier een korte performance bij te wonen. Dankzij een videobril, trackers en een hoofdtelefoon zullen we een nieuwe realiteit verkennen: een artistiek concept en technologisch hoogstandje dat beleving en illusie in het lichaam binnenbrengt. Ik houd van het idee dat illusies mijn lichaam binnendringen. Maar vooral ook van het idee dat, wanneer de conversatie niet zou vlotten, ik een hoofdtelefoon op mag. Ik heb geen flauw benul naar wie of wat ik moet uitkijken, en twintig minuten voor de afspraak krijg ik een attente sms: “Voila, op weg in mijn fel rode jas, kwestie van herkenbaarheid. Tot straks, Peter”. Ik grinnik even. Duidelijke en grappige communicatie terzelfdertijd. Ik parkeer m’n rode wagen (tja, een rode wagen en een rode jas, het lijkt een match bij voorbaat), en merk dat ik een halve meter buiten de witte lijnen gestationneerd sta. Roos kleurt graag buiten de lijntjes, en maakt hier doorgaans geen punt van. Maar nu vraag ik me toch wel heel even plichtsgetrouw af of dit kan voor een inspecteur van de Federale Politie. Het geeft vast geen bonuspunten. Het flitst door mijn hoofd: “klein, ouder en grijzend, en niet je type, Roos”. Maar ik duw m’n categorizende zelve fors aan de kant, en ga rustig zitten. “Roos. Geef je paard een kans. Of het blijft voor eeuwig op stal.”Ik hinnik even vlotjes en spontaan ter kennismaking en geef me over aan het moment. Met zoekende blik wandel ik de museumbar binnen. Mijn ogen dwalen over de witte tafels, tot plots een man rechtstaat. Geen rode jas -die hangt intussen op de stoel- maar een blauw geruit hemd. “Ik had je vooraf even Gegoogled, zo had ik je meteen herkend”, klinkt het spontaan aan de overzijde van de tafel. “Tja, over jou was niets te vinden”, antwoord ik terug. “Ik werk bij de Federale Politie, yup, Witse”, volgt er met een knipoog. Eh. Dat was wel MIJN bijnaam voor jou, bedenk ik, lichtjes betrapt, maar vooral met veel binnenpret. Eh voila, het ijs is gebroken, de toon gezet, we delen dezelfde humor, praten honderduit, en ik vergeet haast de tijd én de virtuele realiteit die zich zo meteen aan ons zal opdringen. Aan het eind van de namiddag weet Roos alles over witwassen, telefoontappen, ontvoeringen én de ontknoping van de moord op de stiefdochter van Dirk Brossé. Djeezes. Wat een spannend beroep. We spreken af om elkaar vriendschappelijk en ongedwongen terug te zien. Witse is niet meteen een schot in mijn spreekwoordelijke roos. Maar een man met krachtige wapens: humor, ontvankelijkheid, spontaneïteit. En ook: een heel klein beetje ridder voor mijn Ros. Roos

Roos
0 1

Roos en de Makelaar in Ontroerende Goederen. Aflevering 3: Roos ontmoet Witse.

Net twee weken nadat ik me officieel akkoord heb verklaard met de openbaarlijke verkoping van mijn hartengoed, krijg ik een eerste ontmoetingsvoorstel in m’n mailbox. Hans De Koning, lees ik, is een “aantrekkelijke man met een sympathieke en toegankelijke uitstraling. Hij is 1m87 groot en slank gebouwd. Hans heeft kastanjebruin haar en bruine ogen, hij draagt een fijne bril. Zijn kledingstijl is ‘smart casual’, stijlvol en naar de gelegenheid.” Mmm. Klinkt niet slecht. Ik scan vlug verder, registreer, absorbeer: 3 kinderen, goede band met moeder, leidt fusies en overnames in goede banen, brede muzieksmaak, houdt van theater…”, en nog voor ik het einde van het A4-tje bereikt heb, klik ik al door naar Google.  Niettegenstaande mijn initiële, plechtige voornemen om dit VOORAL niet te doen. De afknapper is groot. Ik zie een afgeborsteld McKinsey type, inclusief maatpak, das en een onbeholpen grijnsglimlach. Tom Cruise in The Firm, maar dan zonder innemende looks. Het weze duidelijk: een profielschets kan fantastisch mooi op papier klinken, maar deze man is niets voor mij. Help. Wat zijn m’n ontsnappingsroutes? Optie 1.HARD WEGLOPEN. Tijdens het intakegesprek vroeg ik beleefd aan de koppelaarster: “enne, als een ontmoetingsvoorstel me niet meteen wat lijkt, mag ik dan verstek geven?” Waarop het antwoord beleefd maar resoluut: “Nee, dat is niet de bedoeling”. Zucht. Ik streep door. Optie 1 = geen optie.   Wijfelend dubbelcheck ik nog even met mijn trouwe raadgevers van dienst en stuit op hetzelfde verzet: “Nee, Roos, dit lijkt echt niets voor jou. Veel te stijf”. Eh. No pun intended. Optie 2. KOEL NEGEREN. Ik besluit cool en tactisch af te wachten. Maar tactiek was nooit Roos’ sterkste kant, dat had ze vooraf kunnen bedenken. Na drie dagen radiostilte capituleer ik en mail een voorstel naar Hans om naar een hippe, actuele theatervoorstelling te gaan kijken. Dan hoef ik, als het meezit, in de fluwelen duisternis van het theater, hooguit even beleefd te glimlachen naar McKinsey, een compliment te geven op zijn fijn gesteven maatpak, en kan ik nadien beleefd en welvoeglijk afscheid nemen. Mission accomplished. McKinsey reageert koel maar correct op m’n mail: “ongetwijfeld een mooie voorstelling, maar het eerstvolgende vrije moment dat ik kan afspreken is pas binnen een maand”. Het paard van Roos steigert. Het lijkt wel alsof ik een sollicitatiegesprek dien af te dwingen bij een drukbezette manager. Grrrr. HOOG tijd voor de volgende ontsnappingspoging. Optie 3. BLOKKEREN. Ik mail naar het makelaarsbureau met de voorzichtige vraag om op grond van klaarblijkelijke langdurige onbeschikbaarheid van de tegenpartij dit ontmoetingsvoorstel af te breken. Slimme zet, al zeg ik het zelf. Maar de koppelaarster is alsnog slimmer. Ik krijg een sussend en tegemoetkomend antwoord: “Roos, dat is inderdaad niet zo fijn. Ik vermoed dat het een tijdelijk tijdsprobleem is bij hem, zou het dan ook niet afbreken, maar ik kan ondertussen zeker nog voor een ander voorstel zorgen. Zitten wachten is niet direct bevorderlijk voor het goed gevoel…Wat denk je?” Goed dan. Roos laat zich ompraten. En maakt tegen haar zin een afspraak met McKinsey. Meer daarover later.   De koppelaarster houdt intussen woord en bezorgt me een nieuw ontmoetingsvoorstel.  “Een fijne, jongensachtige man met ruime interesses en een grote ontvankelijkheid”, belooft ze me. Ik adem opgelucht, en ga na ontvangst van de profielschets opnieuw op Google-verkenning. Warempel. M’n stand-in voor McKinsey heeft geen LinkedIn account, geen Facebook profiel, geen Google account, geen Skype account, geen Flickr account, nada. Als mysterieverhogende factor kan dat tellen. Stiekem ben ik opgelucht. Wat niet weet, niet deert, toch?  Dus mail ik meteen en krijg binnen de minuut een boodschap terug die geen antwoord is op mijn uitgaande mail: gekruiste correspondentie. Daar wordt Roos vrolijk van. Geen slecht begin. En evenzo vrolijk vibreert het aan de andere kant van de virtuele lijn: “ik heb hier meteen een goed gevoel bij (of mag ik dat nog niet zeggen?)”. Gevolgd door: “Ik zie je zondag, enne, verwacht geen man met snor”. Roos zit intussen op de punt van haar stoel. Zondag ontmoet ze Witse. In levende lijve. En zonder snor. Roos Wordt vervolgd: Aflevering 4. Een schot in de roos?

Roos
0 1

Roos en de Makelaar in Ontroerende Goederen. Aflevering 2: De profielschets. Over promotie, branding en The Big Five.

Toegegeven. Het woord profielschets klinkt akelig zakelijk. De analytische geest in me denkt aan resultaatgebieden, gedragsfactoren, competenties. En dat uiteraard, hoe kan het anders:  in een ontegensprekelijke Excel-tabel gegoten. Categoriek in kaart gebracht. Niet door mezelf weliswaar, maar door de Makelaar. Het intakegesprek peilde vrij transparant en direct naar The Big Five: 1. Extraversie (tegenover introversie). 2. Vriendelijkheid/mildheid (tegenover bazigheid) 3. Ordelijkheid (tegenover wanordelijkheid). 4. Emotionele stabiliteit (tegenover emotionele instabiliteit). 5. Autonoom (intellectuele autonomie) (tegenover niet - autonoom). Ben ik georganiseerd, gedisciplineerd, betrouwbaar en consciëntieus of een hopeloze chaoot? Ben ik emotioneel onstabiel, lees: een type Amy-Whinehouse-total-loss of zo ongenaakbaar en onvermurwbaar als Angela Merkel? En kan ik voor mezelf denken, of aap ik toch liever maar wat groteske alpha-males en females na? Tot mijn grote opluchting is de koppelaarster een vrouw van woorden. Geen cijfers of statistieken, maar een mooi stuk geschreven proza krijg ik de week na het intakegesprek in m’n mailbox. Eéntje waar ik zowaar even week van word. Noem het mijn bescheiden zelve (of, tja, mijn emotioneel onstabiele zelve, het is maar hoe je het bekijkt) maar zoveel moois is er over mij in één pagina nog weinig of nooit gezegd. Om bevestigd te krijgen dat er naast makelaar-en-promotalk ook effectieve waarheid in het A4-tje staat raadpleeg ik enkele trouwe vrienden, én m'n twee kinderen. M'n stuntelige, klungelige, onbeholpen zelve tikt zowaar een fout e-mail adres in en stuurt het prozaïsche profiel ook per abuis naar een ex. Iemand die me genegen was loslaten, is duidelijk niet m'n sterkste punt. In m'n onderbewuste schrijf ik nog elke dag lange e-mails vol verhalen die nooit meer aankomen. De reacties zijn unaniem (ja, ook die van de ex): Helemaal jij. De schatten. Mijn zoon voegt nuchter en opmerkzaam toe dat er nergens vermeld wordt dat ik allergisch ben aan de plantenfamilie van de nachtschade. Maar goed. Da's een detail. En ook: “Roos is uiterst gevoelig voor nachtschade”, klinkt niet bijster uitnodigend, toch? Dus gaan we ermee door. Deze “sympathieke, veelzijdige vrouw met een rijke en boeiende persoonlijkheid die met passie in het leven staat” geeft groen licht aan het makelaarsbureau:  ja, verkoop haar maar. Maar voorzichtig en met mate. Ze is niet enkel “kleurrijk en eigenzinnig”, maar ook oh zo breekbaar. Helemaal onderaan de schets zijn er enkele lijnen vrij voor mijn “desiderata”. Ah. Roos’ diepste verlangens krijgen zowaar een plaats. Rechttoe rechtaan had ik er zelf geschreven: goeie chemie, een subtiele mix van (fantastische) seks, goede wil, comfort, verlangen, vriendschap en vrijheid, en dat mysterieuze extraatje dat ervoor zorgt dat ik als een blok voor 'm val. Van de hand van de koppelaarster staat er nu enigszins getemperder: “Een aangename, intelligente man die bewust en met vertrouwen in het leven staat, zou goed bij Roos passen. Met haar deelt hij een open geest, relativeringsvermogen en zin voor humor”. Ah. Da’s een waarheid als een stier: wie Roos aan het lachten brengt krijgt steevast een welgemeende Big Five. De profielschets eindigt mysterieus met “hoe de relatie precies wordt vormgegeven, zal de toekomst bepalen”. Ik zucht diep. Lady Gaga zong het al in Future Love: “when I get to him I'll run him over with my rocket ship.” Een  George Clooney-kloon in mijn eindeloze Gravity heelal. Yup. Roos is very much ready for take-off. Roos Wordt vervolgd: Aflevering 3. Roos ontmoet Witse.

Roos
0 1

Roos en de Makelaar in Ontroerende Goederen. Aflevering 1: Het paard voor de wagen.

Na twee gebroken harten in één maand tijd, beslis ik dat het moment rijp is om de spreekwoordelijke koe, eh stier, bij de horens te vatten. Net geen drie jaar heb ik geïnvesteerd in geduldig wachten op mannelijke exemplaren die telkenmale niet wisten of ze wel voor me konden kiezen. Twijfel en treuzel alom. Een emotionele achtbaan.  Een wachtbaan. Allebei waren ze me ontzettend dierbaar: heel diep, en waar. Maar nu wil ik zelf aan zet zijn. Pro-actief.  M’n paarden niet langer achter de wagen spannen, maar met volle teugels vooruit. Dus schrijf ik me in bij een relatiebemiddelingsbureau: een makelaar in ontroerende goederen. "Tja, waarom wachten op je geluk als je het ook een duw kan geven?”, beaamt een dierbare vriendin. “Eh, da’s toch één groot hoerenkot?” reageert mijn vader laconiek.  “Een heel moedige beslissing, stel je me in een volgend leven aan je nieuwe partner voor?”, zegt de ex die prima kan doen alsof het ’m niet raakt. Vanuit de auto doe ik snel een telefoon. Ik verdraag geen uitstel meer. Maak een afspraak met een punctuele secretaresse. Haar lieve, opgewekte, tegemoetkomende stem geeft me moed. Ik geef het op mijn beurt niet graag toe, maar de ex heeft toch een beetje gelijk: dit vraagt durf. Ik leg m’n breekbare hart voortaan in professionele handen: een zorgvuldig opgebouwde database, aangevuld met de expertise van een handvol consulenten, én een punctuele secretaresse.  Een tweetal weken later word ik uitgenodigd op een eerste intake gesprek met de Makelaarster. Ruim een half uur te vroeg parkeer ik m’n auto voor de deur. Ik kom altijd te laat op afspraken. Het weze glashelder duidelijk: mijn paard staat ruimschoots voor de wagen.  De koppelaarster verbaast me positief: een oprechte, persoonlijke aanpak.  Deze dame is beslist geen lege, commerciële, romantische regelneef. Haar bureau belooft een klare, eerlijke kijk op waar het in de liefde vaak om draait: hoe het klikt, smelt, botst, en altijd anders uitdraait dan je oorspronkelijk had verwacht. Ze start het gesprek heel nonchalant, alsof we in een bar zitten, of ergens op een reünie van oud-studenten. We blijken studiegenoten te zijn en de eerste twintig minuten van onze ontmoeting gaan naar het ophalen van herinneringen aan de universitaire dagen van weleer. Je weet wel: gemijmer over bevlogen, excentrieke professoren, en nostalgie naar de hel die mondelinge examens waren.  Ik voel me volstrekt niet op een mondeling examen. En de koppelaarster praat honderduit. Een ongeduldige stem in me zegt: “eh, waar is die checklist die moet worden afgewerkt?” “Mijn desiderata, mijn kenmerken, mijn profiel, mijn do’s and don’ts?” Maar mijn gesprekspartner lijkt mijn verborgen ongeduld te negeren, en praat rustig door over faits divers alsof we elkaar al jaren kennen. En eigenlijk voelt het ook wat zo. Als een vlotte en vanzelfsprekende match.   De checklist wordt afgewerkt, het contract overlopen en ondertekend. De nuchtere feiten worden niet onder tafel gemoffeld, maar openlijk besproken. “Dit avontuur kost je een rondreis naar Thailand met een gerenommeerd reisbureau”, spreekt een duivels stemmetje in me. “Maar je reist lekker wel een jaar lang voor die prijs, krijgt elke maand een man aangeboden, én als je even wat pauze kan inlassen, dan mag dat”, fluistert de sussende engel. Ik sluit een compromis met mezelf en beloof aan Mefisto dat mijn perfecte match-to-be me vast en zeker meeneemt op een te gekke reis naar Thailand. Dat zou Sera-fijn zijn.   Het bureau heeft 2200 klanten, en 50%  vindt een geschikte partner, zo leer ik. Mijn kansen zijn dus 1 op 2. Statistieken op de website van het bureau vertellen me dat 45 een scharnierleeftijd is. Vanaf die leeftijd stijgt het aantal vrouwen in verhouding tot het aantal mannen. Ik heb dus nog net twee jaar de tijd om het kritieke kantelmoment voor te zijn. Alle hens aan dek. Juu paard. Hup Ro(o)s. Ik protesteer licht tegen de nuchtere, realistische opmerking dat ik er rekening mee dien te houden dat mannen gaan voor jongere vrouwen, en ik dus beter een compromis sluit door ook oudere mannen in m’n wish-list op te nemen. De levenslustige, dynamische spring-in-het-veld in me wil het liever nog graag jong en eh lekker. Maar ik zwijg wijs. Vijf jaar ouder met speelse pretlichtjes in de ogen en een sportief lichaam: het moet kunnen, nee? Aan het eind van het gesprek wordt me gevraagd een foto door te sturen. Niet voor publicatie. Enkel voor intern gebruik. Het lucht op om dat te horen. Ik geloof in deze visie: aantrekking heeft voor meer dan 70% met lichaamstaal te maken. Hoe iemand beweegt, spreekt, wat iemand via zijn lichaamstaal vertelt over zichzelf is veel bepalender en dat kan je niet zien op een foto. Opnieuw bonuspunten voor deze aanpak. Ziezo. Ik begin aan dit avontuur met gemengde gevoelens. You can’t hurry love zongen The Supremes. Misschien forceer ik wat eigenlijk spontaan zou moeten gaan. Maar soit. Love’s a crazy horse. I can but give leeway to its force. Roos Wordt vervolgd:  Aflevering 2. De profielschets. Over promotie, branding en The Big Five.

Roos
0 1