Paniek alom,
als ik praat over mijn grens.
Allen tegen mij,
mijn zwijgen is hun wens.
Het verwijt dat zij
door mijn grens niet meer mag zijn
wie ze altijd is geweest
voelt oneerlijk en niet fijn.
Want in het bewaken van mijn grenzen
gaf ik klaar en duidelijk aan
naar oplossingen en antwoorden
op zoek te willen gaan.
Als een groot schild drummen ze mij
omver,mag ik niet zijn
zijn mijn grenzen ondergeschikt
aan de uiterlijke schijn.