Ik herinner me, heb een herinnering. Een beeld in mijn gedachten.
Maar ik zie het niet.
Alsof de herinnering weggedoken zit achter een matglazen wand.
Ik mag het niet zien.
Ik probeer de herinnering
door de wand naar me toe te trekken. Te ruiken. Te proeven. Te voelen.
De herinnering blijft bonken en bonken, maar de wand breekt niet en zo ontglipt het me telkens weer.
Ik zie door de matte muur enkel
vage vormen en silhouetten.
Onbreekbaar glas beraamt
het gissen naar gedachten
zonder beloften.
Het ware gevoel verhullend met vergetelheid.