Soms zie ik ze pruttelen
doorheen je blik: geisjers
van gekwetst verlangen.
Je deinst terug en eist
je eiland op, alsof je
waarschuwt: “Betreed dit
slechts op mijn gevaar.
Vertel maar niet te veel
en zoek niet, want je weet niet.
Neen, je weet niet.”
Wat zou het met je doen, Camilo,
mocht ik zeggen: “Ik herken”?
Neen, laat je niet
verstrooien tussen
het gesneer van deze tijd.
En hef niet, slik niet...
Kom, niet anders dan je bent,
in verzen en reflecties.
Voel je thuis in je ontreddering,
als een vriend,
vulkanisch onverstoord
onder zijn vrienden.