in een onderzoek splitsen ze ons.
twee groepen: gevangenen en cipiers.
het lot bepaalt wie waar.
ik trek een gestreepte pyama aan.
de opdracht van de cipiers luidt:
‘zorg voor orde zonder geweld.’
ze drijven me naar de cel.
ik krijg een nummer en vergeet mijn naam.
doof voor mijn weerstand harden ze in hun rol.
mijn grenzen gommen ze met laarzen uit.
bij een misstap moet ik pompen met één hand.
spuiten ze brandblusschuim over me heen.
tot ik met een zak over het hoofd,
aan de enkels geketend aan de afgrond sta.
dan legt iemand het experiment stil.