Op een balkonnetje

4 jul. 2017 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

 

Ik realiseerde me plots dat ik me hier nog geen enkele keer had afgevraagd: bèn ik hier wel? En dat de dagen een waas zijn waarin gisteren en enkele dagen geleden zomaar in elkaar overlopen, en dat de enige constante de verschuivende stand van de zon is.
Hoe het ochtendlicht, het middaglicht, de avondschaduwen telkens weer hetzelfde zijn, en ook hoe de nacht razendsnel over het dal schuift. Alsof ik in een kom zit waar iemand voorzichtig een deksel overheen legt.
En dan lijkt het daar beneden een kerstboom vol lichtjes, en kan je je voorstellen dat dat hele dal misschien ooit een reusachtige rivier was, of er ooit een zal worden.
En dan sta ik, dat kleine mensje in een oogwenk van een leven, daar tegen die griezelig onbeweegbare helling, op een balkonnetje vol bloedrode geraniums, te genieten van het gemurmel dat opstijgt uit de diepte onder mij. De minigebouwtjes, de autoclaxonnetjes, de legoboompjes, het speelgoedstationnetje, het dreinerige gejengel van een ambulance.
En dan besef ik pas wat een zonde het is dat ik er het grootste deel van die oogwenk niet ben.

 

 

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

4 jul. 2017 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket