het geheugen is een gletsjer.
hij slijt de rotsen en verzamelt gruis,
slib dat naar zee moet, zand dat stuift en landt.
wat rest moet bezinken. het woelt later wel weer op.
maar de gletsjer bewaart een mummie in zich
als een moment dat we gaaf en koel bewaren.
je deelde het met wie nabij was.
maar ver is nu, want tijd is rekbaar tot hier.
en deze mummie is ouder dan een piramide,
in zijn longen nog de rook van een houtskoolvuur.
het moment brandt nog. ijs sleurt het mee naar het dal.
hopen moet altijd nu. de dooi als we elkaar vinden.