Overleven
je zit op straat, draagt vier broeken, een muts,
een jas, soms is het zoeken naar waar je bent
en wat je wou, barre lijnen lopen van je haviksneus
naar je wangen, zo intens verlaten sneed de kou
je vertaalt met sleet aan je zijn, hoe je
een lepel in de olie draaide en dan in de gemalen tijm
hoe je hierop overleefde en al wat ontbrak, verzon
tijm en olie, olie en tijm, de weerhaak van de smaak
een bord herinneringen levenslang
oorlog zonder pardon
Patricia Opsomer