mieren kruipen over en in me
ze belagen en bewaken me zo vlijtig
en bijten in de harde tong van een hoog beest
dat van mij eet als ik te hoog groei.
die straf wordt mij te veel.
mieren kruipen over en in me.
mijn voorspoed is hun suikerbrood.
het moet snel op en daar word ik bitter van.
ze laten een spoor van feromonen.
als ze zich uitsloven krijg ik jeuk.
in het begin lach ik er breed om,
maar mieren lokken meer mieren.
als ik hen krab bijten ze.