Een donkere mantel
verscheen in mijn zicht.
Het toonde me de weg,
de tocht naar het licht.
Verschrokken door angst
voor de dreigende zeis
verstokte mijn adem;
eindigde mijn reis.
Overmand door de warmte
van eenieder aan mijn zij
Vond ik toen de rust
voelde ik me weer vrij.