Al weken is mijn huis bespookt
En ik hoor mijn moeder al klagen
Met een sigaret dat ze in haar mond stookt
'Ik wist dat je er slecht zorg voor ging dragen!'
Ja ze had altijd iets op te merken
Geen wonder, ze was leerkracht
Maar eens ze ophield te werken
Hield ze aan de koffietafel de wacht
Tegen het minste foutje ging ze van leer
Ik had eens het vuilnis niet buiten gezet
En hup, daar ging ze al weer
Maar toen de vuilnisman haar oppakte was er ook verzet
Na een beroerte kon ze niet meer spreken
Maar haar handen kon ze nog benutten
Zo veel heeft ze ermee gezwaait in die weken
Dat het vele dictators zou uitputten
Bij de tweede had ze alle motoriek verloren
Er restte haar enkel nog vies staren
Wanneer iets haar niet kon bekoren
En er waren nog veel bezwaren
Na de derde is ze heengegaan
Bij de begrafenis heb ik iets lief voorgelezen
En ik dacht: 'Nu is het eindelijk gedaan.'
Maar nu zit ze aan de koffietafel nog beroerd te wezen