hoe en waar ik verwekt ben en met hoeveel vuur?
de vraag kwelt me niet maar laat me ook niet los.
de film vond ik niet op de zolder,
lijkt me niet bestemd voor het witte doek.
wanneer? ik neem de kalender en tel terug,
van de laatste wee naar het embryo. min mijn jaren.
een datum is banaal. ergens in het hol van de winter.
ik raad ijsbloemen op de ramen. wat deden ze vooraf?
aten ze thuis, in een resto met een ster,
met een pluim voor de kok?
konden ze wachten tot na het dessert
of schoven ze de borden van tafel?
hun balts zie ik nooit in sepia.
ik veeg de damp van de achteruitkijkspiegel
maar het blijft een waas en ik blijf in de waan.