Met de ultieme vrijpostige gebaren
als je vork laten vallen onder tafel
en de hoop om onder iemands schoot te kijken,
meer naar die persoon te glimlachen
of je voeten dichter tegen zijn enkels wrijven
om zo je fantasieën dichter bij de werkelijkheid te krijgen.
In
het
kort: om meer lust te krijgen.
Want we zien er onschuldig uit, maar achter onze ogen
speelt zich een ander verhaal.
Herinneringen kunnen voor altijd vastzitten
in een geheugen als tatoeages op een huid.
We ontdoen ons op een bepaald moment toch van die sluier
als een bruidegom bij een bruid.
We worden soms verslonden door twijfels
en het lot eet ons op, waarna
hij ons uitspuwt op een weg
die we genoodzaakt zijn te volgen.
Mentaal verdwaald in een doolhof van graniet,
vol bloedbloemen die steen sieren en
waarvan je op het einde pas licht ziet.
We zitten terug aan tafel en ik laat mijn vork vallen.
Luister naar de dingen die verboden zijn en de mooie stilte.
Het lijkt me te bevallen.
Ik kijk onder je schoot maar wilde meer
dan het aanblik dat me bood
en begon met mijn voet zachtjes tegen je enkel te wrijven,
zodat je mijn boodschap begreep
en dat dit een moment was dat mentaal kon blijven.
Voor altijd als die bloedroos op je hand
en die bornieten ketting die op mijn keel spant.
Het lot kiest onze wegen als wij niet kiezen.
Ze zeggen wel eens ‘verschillende wegen leiden naar jouw paradijs’.
Nu volg ik de mijne.