Als zij
haar soepel lichaam laat vallen in het water, dan laat ze zich buigen in alle richtingen. Het chloorwater vindt het niet erg en vangt haar graag op. Voelt graag haar nectarine zachte huid op die paar wratten na.
Ze is voor hem niets meer dan een lome holle plastieken pop die boven water komt drijven als een zeepbel. Hij weet al haar geheimen door haar lichaam te voelen alsof het zijne is.
En ze kan er naar buigen of dieper duiken.
Omdat ze zich dan net een gewichtloze engel voelt.
Hij praat met haar en zij voeren dan een stil gesprek.
Maar als ze ten onder gaat dan kan hij haar niet redden door haar naar boven te brengen.
Hij neemt haar mee naar zijn blauwkleurig graf en bewaart daar al haar geheimen.
En ook de zijne.