Als ik god zou zijn,
dan zou ik mijn macht eens willen verliezen en
verdwalen in romantische tuinen.
De bomen zijn net eeuwenoude zuilen
en vormen een paleis.
Ik wandel op blote voeten over
jonge bloemen en elke stap is een stap in de tijd.
Als ik mijn macht heb verloren, dan zou ik het willen terugwinnen.
De bomen neuriën
en de wind wijst me de weg. Ze ruikt naar jonge meisjes en aait mijn kaaklijn.
Heb ik mijn weg gevonden en mijn macht teruggewonnen
dan voel ik me nog niet vrij.
Want iedereen vreest mij en ik vrees de liefde.
De liefde zou mij nooit vrezen en genadeloos toeslaan.
Het zou mij meenemen naar romantische tuinen en me daar opsluiten.
Het zou de wind laten neuriën en in mijn oorschelp fluisteren
dat macht de schoonheid van de vrijheid ontkent.
Want op vrijheid mag geen enkele prijs staan.