Mensen kruisen mensen
in situaties en grenzen.
Ze hangen tegen palen en muren
spugen op de grond kristalachtig slijm
en sommigen kotsen in je brievenbus hun maagzuren.
Uit een vensterraam is er een opstijgende rookpluimpje
van een ivoren pijp.
Mensen met de huidskleur van donkere caramel
verven hun handen met bloemen, pioenrozen en tierlantijntjes.
Ze lopen met hun boeket langs slangenvrouwen.
Onder de ruwe bakstenen van een brug
staan kortgerokte tatoeagemeisjes zich te schminken.
Met hun fijne kwastjes peuteren
ze de laatste glitterpoeder eruit
om hun amandelvormige ogen te doen blinken.
Mensen kruisen mensen.
En wij kruisen elkaar
in situaties en momenten.