nu de dagen lengen
kijken we verlangend naar het oosten
voornemens groeien uit het eerste licht
we camoufleren oude vetes met geschenkpapier en een strik
elke morgen staan we vroeger op
wat achter ons ligt is al vergeten
elke stap lijkt nieuw
elke teug smaakt frisser
we leren weer omhelzen
enkel een zonderling verknalt ons lied
stipt om middernacht