in mijn tuin zoekt een gek naar aardstralen.
hij zeurt over kwalen die ik niet durf noemen,
waarschuwt voor een misoogst en de honger
die daarop volgt. begraaft kiezels en kralen en
raadt me roestige spijkers aan voor onder het bed.
de wichelroede slaat uit als hij
zijn spieren opspant waar hij de stoorzone
verwacht, waar ik gisteren nog een ertsader vond
die ik, bang om door hem betrapt te worden,
met aarde en gezond verstand heb toegedekt.