het lopen in de afwezigheid ervan
het staan in de afwezigheid ervan
het zitten in de afwezigheid ervan
en je benen die snellen over plaveisel
naar daar waar je denkt het te vinden
en je voeten die staan in water
waar je vergeet wat het was
en je zitten
je adem, het hijgen voorbij, het braaksel in een struik
je tenen, het krampen voorbij, de koude die snijdt
en je kont die slaapt
tintelt
het opstaan in de aanwezigheid ervan