De wachtkamer

13 apr. 2019 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

Katrien staart afwezig naar de rode teller aan de muur. De cijfers zijn al een hele tijd niet meer gewijzigd. Er zijn nog heel wat wachtenden voor haar en langzaam aan vult de grote wachtkamer zich verder met patienten die na haar komen. Volgens een ongeschreven wet gaat iedereen zo ver mogelijk uit elkaar zitten.

 

Nerveus speelt ze met het papiertje met haar volgnummer en kijkt op haar horloge. In een ziekenhuis is een afspraak niets waard.
Ze probeert zich te concentreren op het boek dat ze heeft meegebracht. De knoop in haar maag laat zich echter niet zomaar negeren.

‘Het is niets,’ houdt ze zichzelf voor, ‘Alleen de hechtingen verwijderen en kijken of alles in orde is. En waarom zou het niet in orde zijn? Straks is het jouw beurt en dan is het zo voorbij. Dan is het hele domme ongeluk verleden tijd.’

Ze herleest de laatste pagina, maar het geritsel en geschuifel in de wachtkamer blijven tot haar doordringen. Verderop zitten twee vrouwen met elkaar te fluisteren.

In de gang passeren af en toe verpleegsters, soms met patienten in rolstoel en zelfs een branquard.

 

Dan verschijnt de verpleegster van de receptie in de wachtzaal. ‘De dokter is dringend weggeroepen, nog even geduld alstublieft!’

‘Hoelang gaat het nog duren?’ vraagt een man met zijn kind op schoot, ‘We zitten hier al zo lang.’

‘Dat weet ik niet, mijnheer’ is het antwoord. ‘Ik kan er ook niets aan doen!’

‘O, wat zijn we vriendelijk vandaag.’ is het commentaar van de oude dame die naast Katrien is komen zitten. De wachtkamer is nu zo vol dat nieuwkomers wel verplicht zijn naast iemand te gaan zitten.

‘Het is toch altijd wat. Ik ga er vanuit dat ik pas s’avonds terug naar huis kan als ik s’morgens een afspraak heb. Dan kan het alleen maar meevallen. En ik heb koekjes bij.’ Ze laat de doos zien aan Katrien. ‘Moet jij hier vaak zijn?’

‘Nee, gelukkig niet’ is alles wat ze kan antwoorden want de dame praat alweer verder. ‘Ja, je bent nog jong, ik ben meer hier dan thuis.’
Het laatste waar Katrien op zit te wachten zijn gedetailleerde ziekenhuisverhalen maar ze kan er niet onderuit. Ze knikt braaf op tijd ja en nee, gluurt ondertussen naar de onbewegelijke teller en naar haar horloge. Gelukkig zit er geen horrorverhaal over snijwonden en hechtingen tussen.


Een verpleegster komt recht op hen af. Katrien ziet haar pas als ze al bij hen is.
‘Maar mevrouw, u moest in de wachtzaal aan het einde van de gang blijven. De dokter zit al op u te wachten.’
De oude dame zucht, ‘Maar daar zat ik alleen,....’

Ze staat moeizaam op, wenst Katrien sterkte en gaat met de verpleegster mee.


Katrien herbegint de laatst gelezen pagina van haar boek. De afleiding heeft toch effect gehad maar nu is ze zich terug bewust van de knoop in haar maag. Als ze zich nu maar kon concentreren op dat boek. Waarom is ze toch zo nerveus? De dokter zal haar niet opeten.

 

Iemand scharrelt zijn jas en tas bij elkaar en verlaat de wachtkamer.
De teller aan de muur is weer in beweging gekomen. Katrien kijkt op haar horloge. Straks is het haar beurt.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

13 apr. 2019 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket