na een salvo van knipogen en grappen
bleef haar muur overeind, de strijd moe
verzon ik een list en sneed uit een boom
een holle houten man, groter dan de poort
mooier dan het idool waarvoor ze zwichtte
ik fluisterde mijn ijlbode een bericht in
en hij zong het aan haar raam, ‘hij zal je beschermen
aanvaard dit geschenk van god, maak een bres
en haal hem binnen’ ze nam het voor waar,
met een trompetstoot veinsde ik de aftocht
en kroop in de pop, diezelfde nacht in haar kamer
kwam ik uit mijn mom en overtrof haar droom