de fouten in ons portret overschilder ik
met een penseel van drie marterharen
later de kwast, het paletmes
bij gebrek aan koloriet en perspectief
maak ik van het portret een gedrocht
voorbij mijn geduld doorprik ik de bodem
van de verfpot, hang hem aan een touw
zwaai slierten en klodders uit
spontaan abstract, bijna Pollock, zeg je
ik laat het schilderij een maand drogen
kleef het op hout, met een figuurzaag
haal ik er pasklare stukken uit
die ik in een doos doe
voor de kinderen
om hun handen en ogen te oefenen
als ze ons later bijeen puzzelen