Svetlana

14 sep. 2014 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

Ik keek naar hem terwijl hij de trappen afdaalde en verdween achter de muur. Pas nu voelde ik hoeveel pijn de snee in mijn voet deed. Ik keek naar mijn teen. Bebloed. Ik heb in weken niet zoveel bloed gezien. Ik keek rond en ademde diep in. Ik was blij. Blij dat de pijn in mijn teen meer pijn deed dan de pijn diep van binnen. Mijn mond was verdoofd. Waarschijnlijk door de wodka die ik nog snel naar binnen glipte voor hij de deur opendeed vanmiddag. Ik had geen spijt. Niets in me zei dat ik iets doms had gedaan. Nee. Dit was normaal. Doodnormaal. Ik zocht naar mijn kleren en bekeek de grond. Kleine stukjes glas glinsterden in het gekleurde tapijt. Zijn geur hing nog in mijn haar. Ik vond geen beter woord om hem te beschrijven dan Londen. Het echode door mijn hoofd. Londen. Londen. Londen. Stop. Stoppen met dromen. Snel kleren aandoen. Tussen mijn teen stak nu een bebloed stukje zakdoek. Helderrood. Rood. Roder dan het tapijt. Roder dan mijn hart. Roder dan mijn lippen waren op dat moment. Ik voelde ze niet meer. Wodka, pijn en verdoofde lippen. En net als toen zit ik nu weer te drinken en kijk naar het bloed dat net uit mijn neus is gekomen. Rood.

Op zo’n dagen wou ik dat ik uit kon slapen. Maar op sommige momenten lijken andere dingen belangrijker. En dit is waarom ik hier nu zit. Recht voor me uit kijkend. Hopend dat hij mijn hand neemt en enkel met me gaat praten. Nee. Nooit is het zo. Ik voel zijn knie tegen de mijne en krijg het warm. Ik sluit mijn ogen. Voor ons staat er een tv. Rond mij voel ik kussens. Maar dit is geen woonplaats. Nee, dat is het zeker niet. Even vergeet ik waar ik ben. Dat heb ik de laatste tijd vaker. Enkele seconden lang ben ik er even niet meer. Mijn geest verlaat mijn lichaam en enkel het vlees blijft over. En ik keer weer terug. Hij kijkt naar me. Ik laat een glimlach zien. Ik probeer zo hard om normaal te doen dat het waarschijnlijk vreemd overkomt. Ik weet dat het gaat gebeuren. In minder dan dertig seconden heeft hij mij ontbloot en op zijn schoot gezet. Het enige waar ik aan kan denken is mijn haar. Zit het wel goed, die uitstekende lokken achter mijn oor. Ik probeer me te ontspannen. Mijn bewegingen lijken bestuurd te worden door onervaren duivels. Stijf. Klunzig. Ik laat alles maar gebeuren en laat alles toe. Ik ben een pop. De pop op wie hij verliefd moet worden. Daar doe ik het voor. Maar ik ben niet dom. Ik weet dat hij me straks nooit meer zal sturen en we elkaar niet meer gaan zien. Ik ben niet dom. Ik ben hier enkel omdat mijn lichaam me dwong. Niemand anders. Daarom dat zij mijn vijand is. Svetlana noem ik haar. En ik ben Anna.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

14 sep. 2014 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket