ik bof dat ik een kikker ben

Alice
28 okt. 2013 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

‘Ik bof dat ik een kikker ben’

 

Schrijvers vinden in mij een gretige lezer. Gulzig als ik ben, lees ik zowat alles wat me onder ogen komt: gedichten, romans, tijdschriften, recepten, gebruiksaanwijzingen, kranten, ja ook wc-papier, reclame en zelfs onderschriften. Bovendien lees ik wanneer het maar kan; geen minuut gaat verloren. En eens de voorraad lectuur geslonken is, ga ik op boekenjacht in boekhandels, op onze leeszolder, op rommelmarkten of in de bib.

De dag begint voor mij, zoals voor zovelen, in de badkamer. Lekker gedoucht en met iets moois aan zet ik de race in naar de brievenbus. Bij het ontbijt lees ik steevast de krant, De Standaard. Tijdens het weekend komen daar De Morgen, De Volkskrant en NRC Handelsblad bij. Samen met mijn huisgenoten behoren wij tot het selecte gezelschap van eetlezers. Vroeger thuis mochten we van onze ouders niet lezen aan tafel. Intussen is het bij ons thuis een ongeschreven regel om wel te lezen bij het eten; Remco Campert gaf dat de toepasselijke naam ‘eetlezen’ mee.

Op schooldagen krijg ik werk van leerlingen op mijn brood en ook verslagen van vergaderingen, de SPT-nieuwsbrief en ander minder tot de verbeelding sprekend leesvoer. Als tegenwicht kies ik dan, meestal ’s avonds laat, voor een gedicht of een boek. Staat mijn neus naar literatuur, dan wordt het Hugo Claus of Oscar van den Boogaard, Leo Pleysier of Walter van den Broeck, Esther Verhoef of Charlotte Mutsaers. Ben ik ‘voor niets anders goed’ dan ‘verstand-op-nul’, dan wacht Feeling, Facebook of een dom verhaaltje. Op zo’n momenten ben ik ook wel te verleiden tot wat tv-kijken. Of geef me in dit geval nog liever tekeningen van grote illustratoren zoals kikker-tekenaar Max Velthuys, Klaas Verplancke of Ted van Lieshout. Uren kan ik ernaar kijken. Zeg maar dat ik tijd te kort kom: het liefst van al zou ik (bijna) altijd lezen.

Gelukkig leven wij ook tussen de boeken en kan ik er altijd bij. Als me toch nog het gevoel bekruipt dat er niks in huis is, brengt de bibliotheek redding: de Warande is op fietsafstand. Bovendien zijn er ook nog twee boekhandels in de buurt of vind ik wat fraais op een of andere rommelmarkt. Minstens een keer per week koop of krijg ik een boek en af en toe vind ik er een in onze eerder geciteerde brievenbus. Geregeld brengt de postbode me immers lees-werk, een boek dat ik mag lezen om te bespreken voor iedereenleest.be of Kunsttijdschrift Vlaanderen.

Als je van een microbe bezeten bent, wil de volksmond wel eens beweren dat ze je tweede natuur is. Lezen is mijn tweede natuur, zoiets. Welnu, voor de leesmicrobe wil ik graag tekenen, levenslang.

 

Alice

26 okt 2010/ 16 okt 2011, in een schrijfproject met vierdejaarsleerlingen ASO

 

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

Alice
28 okt. 2013 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket