Aarslicht

13 dec. 2014 · 17 keer gelezen · 0 keer geliket

 

In mijn nieuwjaarsbrief, ergens begin maart, als ook Chinezen weer beseffen dat kalenders en de dagen van papier gebleven zijn, als nergens nog een bubbel ijdelvocht, een druppeltje komediesnot te likken valt, maak ik het officieel bekend : ik ben een zot, die liefst onder gespaarde sparren slaapt. Bij Heidenrijk.com weet men er alles van : een boom, die onderhoud je best. Laat hem staan, daar in zijn bos, leg ze in de watten, op de zolder, zalf ze wat die glitterballen, klinkt niet eens zo gek.

 

Bestel nog snel een doos met grappen, grollen, brolcadeautjes van een ziek plastiek desnoods. Mij deert het niet. Want straks, dan speel ik. Kerstnar, naakte clown met blinkerklootjes, steek een slinger diep tot in mijn endeldarm. Het kuist de aars veel beter dan je denkt. Wildsteak, oesterschimmel, kaas, doe mij wat tamme praatkroketten en die cavia’s, mijn schatjelief, ze mogen op de barbecue, ik vil ze wel.

 

Voor de rest, schenk mij oranje legoblokken of een pakje eetbare condooms. Je kunt dan lekker kauwen, bellen blazen, schat. Vergeet heel even dat gezuig, terwijl ik desalniettemin toch even aan je sapjes nip, fruities, barbapapamilkshake, in de oven zwelt een nagerecht. Mystieke frisco’s lust ik ook, liefst ver weg en in de mist loopt er een schim voorbij die voor zijn leven vecht, als ik opnieuw een schaduw steel, een afgewreten kwartelbotje naar hem werp. Ik hoor hem al, ’t is Geert. Hij lacht als ik het toon hoe je een goudvis piercet, een kerstbal aan zijn staartje hangt.

 

Azijngeur, antigel is zoveel beter dan goedkope wijn en in de lucht hangt er een rare waas, tijdverdrijf is aan mijn glas geplakt. Ik martel hem alvast een beetje. Kurksmaak, Christus in zijn kribbe. Zodat hij alvast weet wat leven is. Gespoten wordt er niet die dag. Graffiti op een taart, een bontwinkel, wordt zelden gewaardeerd. Sneeuw en glinstertjes dat willen ze de wezentjes die alle wereldquatsch, verhalen over opwarming, die duizend hongerdoden op een halve dag voorgoed vergeten zijn, me dunkt. Ochot, we laten het gebeuren dezer dagen, want alle obers, restauranten vol rosbief, romantici, de vetsmelters en butlers in het beterdom, ze weten, zelfs met kaarslicht gaat de nacht voorbij.

 

 

 

uit de reeks  'Over eelt en zurkelteelt' 

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

13 dec. 2014 · 17 keer gelezen · 0 keer geliket