De zachte grimas op mijn gelaat
schetst een schaduw van duisternis
rakelings naast ingetogenheid.
Ik ben tot pennentrekken in staat
volgens een onvoorspelbare radius
in mijn innerlijke tevredenheid.
Richtlijnen zijn melodieus
zoals "wellustige wolvendans"
het haalt van thematische aanmerkingen...
Dit verklaart deze woordenkeus,
de vingerslagen in mooi cadans,
die tergend traag mijn kronkels bedwingen.
Aantekeningen zijn zo gemaakt,
mijn muze lijkt geschift.
Voltrekt zich hier een dichterlijk geschil ?
Zelden door woordenstroom geraakt,
het geheim van heldenschrift ...
verdwijnt in een archief, zo stil.