steamy windows

LL Rigby
22 mei 2016 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

Karin was nerveus. Vanavond was het alles of niks. Ze dronk nog een keer van haar martini en probeerde niet te luisteren naar de regen die op het dak kletterde. Het zou gaan stormen. Het was haar derde vrijdagavond in De Uil, een nachtclub in het havengebied van de stad. Ze keek vluchtig haar papieren door, maar wist dat ze alles tot in de puntjes had geregeld. Ze kon alleen nog maar afwachten. Het was nu kwart over zeven, om negen uur gingen de deuren open. De band had net zijn soundcheck gedaan, alles was klaar. Ze besloot nog even bij de jongens langs te lopen om te kijken of alles in orde was. De drummer van de band was een oude bekende van haar, een vroegere minnaar. Het was omwille van hem dat ze zich nu in deze situatie bevond. Ze had hem een plezier willen doen, hij had haar verzekerd dat het goed zou zijn voor haar carrière. ‘The Windows’ – naar analogie met The Doors –, hadden in korte tijd naam gemaakt in Nederland. Ze speelden voor volle zalen. De vraag was of ze ook in België genoeg publiek zouden trekken. De vraag was of iemand in dit hondenweer buiten zou komen.

Ze wandelde het kamertje binnen dat dienst deed als backstage ruimte. De zeven muzikanten zaten op elkaar gepakt, allemaal met een flesje bier in de hand. De sfeer was gemoedelijk. De drummer gaf haar een vette knipoog en trok haar zelfzeker naar zich toe. Ze viel op zijn schoot en rook zijn bieradem. “Het wordt een fantastische avond, Karin, je zal het zien.” Hm. Karin was er niet zo zeker van, maar glimlachte en knikte hem schaapachtig toe. Ze durfde hem niet toe te vertrouwen dat ze door dit optreden te boeken wel eens haar nieuwe baan zou kunnen verliezen. The Windows vroegen veel geld. Té veel. Dat had haar baas duidelijk laten verstaan. Zij had op hem ingepraat en gezegd dat het een gigantische publiekstrekker zou zijn. Het zou de investering waard zijn. Uiteindelijk gaf hij toe, maar met een blik die geen twijfel liet over haar toekomst in de club als de avond een fiasco werd. En nu hing er een storm boven de stad.

Het regende al de hele dag gestaag. Karin was ’s middags nog naar het centrum gereden om boodschappen te doen. Snacks voor de band. De Uil was zo’n nachtclub met beperkte middelen en weinig personeel. Karin wist, toen ze de baan aannam, dat ze zelf veel van de nodige hand- en spandiensten zou moeten verrichten. Dat vond ze niet erg. Ze kwam uit het festivalcircuit, waar ze voor een kleine organisatie had gewerkt die circusartiesten programmeerde. Daar was het niet anders geweest. Boekingen, administratie, inkopen, vervoer, Karin had voor alles gezorgd. Na twee jaar was ze compleet uitgeput van al het rondrennen, dus toen ze hoorde van de baan als programmator bij De Uil, hoefde ze niet lang na te denken. De eerste twee vrijdagen waren vlot gelopen, ze had haar contacten gebruikt om achtereenvolgens een ska band uit Brussel en een lokale coverband te programmeren. De opkomst was goed geweest, haar baas tevreden. Maar met The Windows had ze een risico genomen.

Ze verliet de backstage ruimte en liep naar de bar, op zoek naar haar baas. De barman informeerde haar dat die net vertrokken was. Hij moest nog iets regelen in de stad. Karen zuchtte en vroeg nog een martini. Met het glas in de linkerhand en bijtend op de nagels van de rechterhand, liep ze richting ingang. Ze opende de deur en zette zich op het bankje naast Walter, de uitsmijter. Ze mocht Walter wel.  “Wat en weer hè,” zei hij. “Hmm.” Ze tuitte haar lippen. “Sigaret?” Walter bood haar zijn pakje Chesterfields aan. Ze twijfelde even, maar bedacht dat het beter was dan nagelbijten. “Vooruit dan maar.” Walter wilde haar sigaret aansteken, maar dat lukte niet. Ze nam de aansteker van hem over en dook achter zijn brede rug om de vlam uit de wind te houden. Ze inhaleerde diep en keek mistroostig naar de regenvlagen, die alle kanten leken op te gaan. Ze zaten beschut onder een luifel maar voelden af en toe druppels opspatten die door de weerbarstige windvlagen voor hun voeten belandden.

Ze ging terug naar binnen en nam de ruimte in zich op. Op het eerste zicht was de club een ongezellige, donkere zaal met een hoog plafond. Links een bar en een podium tegen de achterwand. Maar wanneer de lichten aangingen kreeg alles meteen een warme gloed. Karin kende deze plek al lang, ze kwam vroeger zelf regelmatig met vriendinnen naar De Uil voor een concert of gewoon voor de sfeer. Dat maakte het alleen maar leuker om nu hier te mogen werken, om deel uit te maken van de wereld achter de schermen van deze bijzondere plek. Ze keek op haar uurwerk, dat acht uur twintig aangaf. De lichten moesten al aan zijn! Ze haastte zich naar de bar, waar het bedieningspaneel voor de verlichting zich bevond en drukte de juiste knoppen in. Ze draaide zich om naar het podium en glimlachte tevreden. Maar waar bleef haar baas eigenlijk?

Om half tien was er nog bijna niemand in de zaal. Karin begon zich nu werkelijk zorgen te maken. De band zou om tien uur beginnen te spelen. Wat moest ze doen? Het nog even uitstellen? Ze kon het niet met haar baas bespreken, want die was nog steeds niet terug en nam zijn telefoon niet op. Ze liep maar weer een keer naar de backstage en zette haar vrolijkste gezicht op. “Gaat het jongens? Zijn jullie er klaar voor?” “Zijn er al veel mensen?” “Euh… tja, valt wel mee.” “Niet dus,” zei de drummer, die haar duidelijk goed genoeg kende om te voelen dat ze loog. “Ach, dat komt goed, schat. We beginnen gewoon te spelen en voor je ’t weet ziet het hier zwart van de mensen!” Karin wist niet of ze boos moest zijn om die ‘schat’, of dankbaar dat hij haar goede moed wilde geven. De zanger hield haar een biertje voor, ze nam het dankbaar aan en gooide zich neer op de sofa.

Na nog een biertje en nog steeds geen gehoor bij haar baas besloot Karin dat de band maar gewoon moest beginnen zoals gepland. Het was vijf voor tien, ze wenste de jongens succes en zei in gedachten een schietgebedje. In de zaal stonden inmiddels een paar groepjes mensen, verspreid over de gigantische ruimte. Ze haalde nog een martini, hoewel ze eigenlijk nuchter wilde blijven omdat ze technisch gezien aan het werk was. Maar ze wilde ook de angstgevoelens bedekken met een laagje alcohol. Ze hief haar glas naar de barman met een knipoog en draaide zich naar het podium toe, waar de bandleden zich inmiddels achter hun instrumenten aan het opstellen waren. “Welkom op deze stormachtige avond in De Uil,” klonk de zelfzekere stem van de zanger door de microfoon. “We gaan er een feest van maken. Al diegenen die thuisblijven omwille van een paar spatjes regen zijn dikke losers en missen de avond van hun leven, let op mijn woorden!” Terwijl het beperkte publiek uitbarstte in lachen en handgeklap, weergalmden de eerste noten van de basgitaar. Seconden later vulde de ruimte zich met opzwepende muziek en begon iedereen te dansen.

Aan het einde van het eerste nummer zwaaide de deur open en kwamen er een tiental mensen binnen, verwaaid en druipnat. “Welkom!” riep de zanger. “Hop, niet getreurd over je natte broek, kom erbij, neem een drankje en geef je over aan de muziek!!!” Karin was blij dat de band het positief opvatte en zich niet liet neerhalen door de magere opkomst. Ze leken werkelijk te spelen alsof ze voor een zaal vol fans stonden. Tijdens de volgende nummers kwamen steeds meer mensen De Uil binnengedropen. Karin zag de ruimte gestaag maar zeker vol lopen met doorweekte mensen van alle leeftijden. Ze glimlachte bij zichzelf en bedacht dat de aanwezigen hoe dan ook niet gauw zouden vertrekken, om niet opnieuw de storm te moeten trotseren. De zaal vulde zich met een warme, vochtige geur. Iedereen danste. De band was geweldig.

Karin had een pauze verwacht maar die kwam niet. The Windows leken helemaal in vervoering gebracht door de dansende massa, en vice versa. Tegen elf uur was De Uil omgetoverd in een hammam; de natte, zwetende lijven van het opeengepakte publiek dampten hun warmte uit, de ramen hoog in het plafond waren volledig beslagen. Karin had zich inmiddels losgerukt van  de bar en danste mee; de lichamen glibberden om haar heen. Ze voelde zich dronken en laafde zich aan de bastonen en de bezwerende energie die haar van onder tot boven als een slang deed kronkelen.

Na een lange, lange massa-trance en talloze bisnummers hield de band op met spelen. Karin wist nauwelijks nog waar ze was. Ze hief haar hoofd naar het plafond om te kijken naar de dampkringen op de ramen en wreef een plakkerige lok uit haar gezicht. Iemand tikte haar op de schouder. Haar baas. “Karin, sorry, ik zat vast in de stad… Ik had panne met de auto en…  Ik wilde niet te voet door die regen komen… Maar hoe is het hier gegaan? Sorry dat ik er niet was…” Karin begon te lachen, ze kreeg plots een enorme lachkramp en kon niet ophouden met schudden. “Hahaha. Je zal het jezelf moeten vergeven dat je de beste avond in je eigen club hebt gemist. Jij en alle andere losers die niet nat wilden worden.”

Zijn gezicht vertrok en zijn mond viel open. Het kon Karin niet schelen dat ze brutaal was geweest en misschien om dié reden nu ontslagen zou worden. Moest hij maar weten. Ze draaide hem de rug toe zonder een verder woord en stevende op de backstage af, vastbesloten om het feest in al zijn waanzinnige stormachtigheid verder te zetten.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

LL Rigby
22 mei 2016 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket