Het onderweg zijn
Tussen hier en daar en later omgekeerd was ik onderweg
Eerst, hoe kan het anders, de heenreis, van trein tot trein totBrugge station tot Ensor, en wat een ontvangst daar zeg!
De voorstelling waarvoor ik naar Brugge treinde, voor die ene keereen mens permitteert zich soms eerste klas en dat in dubbeldek
Die elfde van de elfde, niet van hot naar her of kriskras, veel eerderdoelgericht en stapvaardig, hongerig, met goesting zonder omweg
Vooraf de reden van mijn reizen, kuieren in verlichte straatjesen achteraf de na wandeling met een verse herinnering
Die nog nazinderde aan het ontbijt, mijn statische onderwegzo warm en uitgebreid, ik ben Rupsje nooit-genoeg zonder overleg
De dag na de elfde, in Brugge de twee derde zussendagstraatjes verlicht door de zon al toen, de koffie en het buiten zijn
De babbels en de winkels, de pretjes en de lunch en dan toch weermist treinend onderweg naar terug, tussen al dat volk in dubbeldek
De zeurmadam, hoe durven ze toch, zo bomvol ook in eerste zittengelukkig niet ontspoord, wel vertraagd, ze staakte het gesprek
De overstap was rustiger, eerder bomleeg, zelfs in tweede klassetot onderweg, de treinbegeleider, correct doende om zijn bestaan
Van die jongeman, hij sliep zo diep, niet onderweg naar Isfahande trein bleef stil in Sint-Niklaas, er kwam politie aan te pas
Weer een overstap naar een veel stoppende treinzouden er in elk station nog veel overstappers zijn?
Die man, een beetje groezelig, verdwaasd of was hij verdwaald?zag hij iets wat wij niet zien? Werd hij bang? Had hij niet betaald?
Ik zag hem later zwalpend lopen en ook blijven staanwaar ik uitstapte, over enkele vuilbakken, kijken, heel alleen
En ik wist niet wat gedaan … tot hij weg was, waarheen?