Gij dode materie, waarom zijt gij levend voor mij?
Gij levende mens, waarom zijt gij dood voor mij?
Ik kan u niet aankijken, gij onmogelijk iets.
Mens van emotie, gebaren, gezichten, ogen-blikken.
Mijn oogkleppen gaan dicht voor uw vorm van contact.
Alleen al uw stem, kort en eenvoudig.
Alleen uw verhaal, kort en klaar voor gebruik.
Geen koeien en kalven… die staan in de wei.
Ik luister beslist, mijn ogen gericht.
Op dode materie, mijn aandacht is daar.
Maak mij eerst wakker, dan ben ik erbij.
Zeg het direct, waar het nu opstaat.
Straks is een vraag, vijf minuten het antwoord.
Geef mij een plan, hou u eraan.
Geef mij een hand, maar streel niet spontaan.
Geef mij mijn rust, dan bloei ik voor jou.