Het dode lichaam

4 jan. 2023 · 47 keer gelezen · 1 keer geliket

Ik duwde mijn hoofdkussen samen tot een dikke worst in het midden van mijn matras en begon erop te rijden als op een veel te groot paard met een zadel dat zodanig breed was dat mijn benen bijna in spreidzit gingen. Terwijl ik een zestal keer klaarkwam keek ik door het raam aan het hoofd van mijn bed, naar de regen die het eindeloze weilandschap in haar noden voorzag. Het getik op het raam maakte me niet gewoon kalm maar bijna verlamd, alsof het me vroeg om vandaag zo weinig mogelijk te doen en niemand iets van me te laten horen. 

De lucht was lichtgrijs, zonder nuances, maar fel om in te kijken. Ik rook mezelf, het was nog geen middag en ik had me nog niet gedoucht. Thuis is douchen het eerste dat ik doe, maar hier in mijn verblijf waar ik me een paar keer per jaar in terugtrek wacht ik mijn impulsen af. Sinds mijn veertigste kom ik hier om uit te rusten, en om naar mijn eigen stem te luisteren. Ik ben van mening dat een mens dat thuis voldoende moet kunnen, maar ik heb nog niet gevonden hoe, dus doe ik het voorlopig met een aantal retraites op mezelf per jaar. Ik rook al vijftien jaar geen sigaretten meer, and proud of it, maar hier rook ik graag eens een joint met cannabis dat ik elke zomer uit mijn eigen tuin oogst, ook sinds mijn veertigste. 

Omdat het bijna middag werd en ik zoals elke vlaming graag een onderscheid maak tussen voor- en namiddag besloot ik om kleren aan te doen en eerst een wandeling in de regen te maken. Dat zou het douchen straks een waar genot maken. Ik deed mijn strakke jeans aan, mijn sportschoenen, en een fleece onder mijn nieuwe winterjas dat goed tegen de regen bestand lijkt. Het was erg warm voor januari en de lucht rook naar de regen en de regen leek verademend. Heerlijk om mezelf te voelen doorademd worden en mijn gezicht te laten wassen in de warme regen. Ik dacht aan mijn verblijf hier vorig jaar vlak na de feestdagen, dat moet nu exact een jaar geleden zijn. Toen genoot ik ook zo van die wandelingen, en ik heb nooit koud gehad. Ik had toen vastgesteld dat het van alle koude seizoenen nooit zo warm is als in januari vlak na de feestdagen. Ik dacht aan de warme douche die me staat te wachten en wandelde stevig door. Ik zag veel afval langs de kant van de weg waar ik liep, blikjes cola en flesjes jupiler, lege hulzen van vuurwerk en dvd-doosjes. Gisteravond was ik hier ook komen wandelen. Het was erg donker en het oranje kunstlicht van de natriumlampen langs de kant van de boerewegel maakte alles dat zichtbaar moest zijn vervormd. Ik had al iets gerookt door het badkamerraam en had nog niets gegeten. Genot stel ik graag uit als een beloning. Gisteravond na mijn wandeling at ik een kilo lasagne dat ik thuis zou verdeeld hebben over mijn man en kinderen, om zelf yoghurt met muesli en honing te eten. 


Ik wandelde door de regen en ben blij dat het dag is. Ik kan moeilijk geloven dat ik het gisteren zo plezierig vond om hier te zijn in het donker. Iets zei me dat je hier niet wil zijn na zes uur ‘s avonds. Ik zag mijn jas doornat worden maar voelde zelf alleen maar warmte, wanneer plots een walm van kaas of bedorven vlees mijn bubbel vulde. Ik zag het spoor van afval een patroon worden, alsof iemand met beredeneerde precisie alles hier neer gelegd had, als persoonlijk aangepaste reclame dat op sociale media passeert. Ik weet niet waarom, maar aangezien ik alleen maar Jupiler, Coca-Cola en lege dvd-doosjes zag dacht ik aan mijn ex van twintig jaar geleden die zijn appartement heeft opgeruimd en hier alles is komen neerplanten. De geur bleef op de weg hangen, die herkende ik van een café waar ik ooit had gewerkt waar we niet bij de dode muizen konden die na ons uitzetten van het vergif hun strijd hadden verloren net onder de frigo achter de bar waar je met niets bij kon om hun kleine lijkjes weg te ruimen. Het was een kwestie van hun ontbinding te laten uitwerken tot er enkel nog een klein muizenskeletje zou overblijven, dat we dus ook nooit gezien hebben. Dat was ook een geur van belegen kaas, en hoewel ik me niet kan herinneren ooit rot vlees te hebben gezien, deed het me toch aan rottend vlees denken. Ik heb dan altijd gedacht dat een mens, omdat we zelf uit vlees bestaan, geprogrammeerd is om rottend vlees te herkennen. 

De geur bleef en de weg werd steeds langer, en hoewel ik hier en daar een andere weg had kunnen inslaan, koos ik ervoor om rechtdoor te blijven gaan en de geur te volgen. Ik was al lang op andere gedachten gekomen toen ik plots vertraagde bij twee witgrijze benen dat ik in de gracht zag liggen. Het water kan niet diep geweest zijn, en ik kon niet uitmaken of het om een vrouw of man ging, jong of oud, en of de bruine slierten die het lichaam omsloten gras was dat in het water groeide, of het lange haar van die persoon was geweest. Ik ben nog steeds verwonderd over de scherpste focus die ik toen had en waarmee ik 112 opbelde. Ik had me wel eens ingebeeld wat ik zou doen als ik plots een lijk zou vinden. Ik zou geschreeuwd hebben, gekotst, weggelopen, nooit meer geslapen hebben, … Maar niets van dit alles wat het geval. Dat het geen fraai zicht was is zeker, maar de scherpe geest die mij plots alles deed vergeten en mijn aandacht op de kwestie vestigde is uniek om mee te maken in mijn eenvoudig bestaan. 

Ik belde 112 zonder schudden en beven zoals ik zou gedacht hebben, en nadat een vriendelijke vrouwenstem me vroeg wat ze voor me kon doen negeerde ik haar vreemde vraag en vertelde dat ik hier tijdens mijn wandeling in de gracht een dood lichaam zag liggen, en veel afval en lege dvd-doosjes. Waarom dat laatste erbij moest weet ik niet, maar omdat het mij persoonlijk evenzeer opviel als dat lijk, en ik de vrouw niet binnen de seconde hoorde antwoorden leek het mij nodig mijn zin langer te maken dan alleen “ik heb een dood lichaam gevonden”. Ik zei er ook nog meteen de naam van de straat bij. Ze vroeg me om te blijven staan tot de politie er zou zijn. Vijf minuten later waren twee combiwagens ter plaatse. Ze keken me allevier recht in de ogen terwijl één daarvan zijn walkie talkie voor zijn mond hield. Toen hij die terug wegstak bleek dat het teken waarop hij en zijn collega’s mochten uitstappen. Een vrouwelijke politie kwam me vragen om haar te tonen waar ik iets zou gevonden hebben. 


Tijdens die vijf minuten wachten had ik enorme honger gekregen. Ik dacht aan de zwitserse schijven die ik nog had voor straks en de klaargemaakte prinsessenboontjes die ik verpakt had gekocht gisterenochtend, en aan mijn wandeling gisteravond hier in het donker. Ik vroeg me af of het lichaam hier dan ook al zou gelegen hebben, en waarom ik toen niets had geroken. Ik dacht terug aan de voornemens om eens aan mijn lijn te denken dit jaar, en net toen ik de moed gevonden had om gezonder te gaan eten kwam de politie op me afgereden. Ik wou ze tonen waar ik het lichaam had zien liggen maar kon het niet meer vinden. Ook de geur was weg. Ik draaide rond en wist het zeker, hier bij die lege flesjes, en met die dvd-dozen errond. Ik draaide me terug naar de mannen en vrouw van de politie, maar die waren verdwenen. En toen zag ik het lichaam terug, het deed een zwaaiende beweging met de pols die speciaal hiervoor uit het water kwam, om me het teken te geven dat zei “let maar niet op mij, ga naar huis”. Rond die pols zat mijn uurwerk met hetzelfde paarse bandje, een Garmin die ik ooit met sportieve bedoelingen had gekocht, maar vooral handig was om de tijd bij te houden. Ik had het zwarte bandje vervangen door een paars om mezelf wat karakter te geven. 


Toen ik thuiskwam wist ik niet of het lichaam echt was, of die mensen van de politie, of allebei, of allebei niet. Ik besloot dat ik hier immers ben om uit te rusten en dat ik daar duidelijk nog niet mee klaar ben. Ik zag op mijn horloge dat het intussen na de middag was en tijd voor een warme douche. 

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

4 jan. 2023 · 47 keer gelezen · 1 keer geliket