Tip van de week

'Lichaam van gelei' door Ingrid Strobbe

Roel Richelieu Van Londersele is dichter en romanschrijver. Hij was de eerste Gentse stadsdichter, is nu redacteur van www.hetgezeefdegedicht.be en stichter van de nieuwe uitgeverij De Zeef, die alleen debutanten uitgeeft. Hij publiceerde tien dichtbundels die verzameld werden in DE BRUIDEN (uitgeverij ATLAS/Contact). Zijn werk werd opgenomen in talrijke bloemlezingen en poëzieroutes. Hij kreeg diverse literaire prijzen o.a. de Prijs voor Literatuur van de Stad Gent en de Louis Paul Boonprijs. Zijn nieuwste roman ‘Reis naar mijn vader’ ligt nu in de winkel. 



Roel Richelieu Van Londersele tipt deze week 'Lichaam van gelei' van Ingrid Strobbe

"Lichaam van gelei is een eerste versregel die meteen de aandacht trekt, intrigeert. De regel is enigmatisch en je wil als lezer meer te weten komen. Je leest snel het hele gedicht en de taalvastheid, de aanwezigheid van poëtisch metier overtuigen je dat het de moeite loont dieper in te gaan op het gedicht, het te herlezen in een poging om er een sluitende interpretatie aan te geven.

Ik vermoed dat vrijwel elke lezer zal uitkomen bij de kwal, daar zijn voldoende aanwijzingen voor, maar sommige beelden pruttelen tegen. Er zijn geen groene kwallen, wel blauwe, rode, gele of bruine. Heeft de dichter zich laten leiden door een visuele indruk, een kleur die ontstaan is door de mix van de kleur van de kwal en die van het zand? Of was de dichter verliefd op een vleugje humor? Was groen het alibi om de leuke versregel: ‘het heeft prei gegeten’ te kunnen inlassen?
De kwal staat op het interpretatieblad, maar de rol van de personages: wij (ook vertegenwoordigd door onze blik en onze vleugels) blijft een vraagteken. Zijn ze alleen als observator aanwezig of zit er meer achter?

De cryptische slotzin ‘het wil de slaande reis van onze vleugels overnemen’ laat de lezer met een onzeker gevoel achter. Kan het dat de dichter de kwal gevoelens en verlangens heeft gegeven, dat de kwal ervan droomt haar hulpeloosheid te kunnen opheffen en dat vleugels daarbij de ideale remedie zijn? Slaat ‘onze vleugels’ in het algemeen en symbolisch op menselijke vleugels of alleen op de vleugels van de twee observators?

Er zijn gedichten waarbij de onduidelijkheid afstotend werkt, bij andere zet het aan tot try and error in de interpretatie. Die grens is moeilijk te trekken en verschilt van lezer tot lezer. Ik bleef geboeid door dit gedicht."