Cienn

Gebruikersnaam Cienn

Teksten

Ochtendritueel

Ik droom over mooie woorden die mijn hart veroveren, die mij nieuwe hoop schenken in een wereld van onrust en verderf, van moord en zelfmoord, een wereld van alleen maar zwarte haat. Mijn houding is steeds die van een soldaat, zichzelf beschermend tegen een onverwachte aanval van de vijand. Hoge muren heb ik opgetrokken rondom mezelf opdat ik veilig zou zijn, veilig maar alleen. Het alleen zijn biedt me rust en geborgenheid, maar het stilzwijgen van mijn verstijfde lippen kwelt mijn ziel. Het is alsof ik niet meer spreken kan. Jaren geleden, toen ik nog een kind was en mezelf stevig vast hield aan mijn moeders rokken vermeed ik al elk contact met ieder ander mens, nergens was het veilig. Zelfs niet aan die stevige rok van mijn moeder, want op een dag was mijn moeder weg, als ware ze opgelost in het niets. Ik was amper vier, een klein angstig meisje, zoals ik me nu nog steeds voel, en heb haar sindsdien nooit meer gezien. Ze liet een leeg, gapend gat achter in mij, dat ik nooit, ondanks al mijn pogingen, opgevuld kreeg. Al jaren zwerf ik alleen rond, op zoek naar iets anders dan eenzaamheid en stilte, op zoek naar iets anders dan alleen mijn eigen gedachten, íemand anders. Maar makkelijk is het niet, om die veilige burcht te verlaten en de wijde wereld in te trekken. De zon schijnt zachtjes tussen de spleten van het gordijn. Ik knipper met mijn nog steeds vermoeide ogen en kijk op het klokje dat op het houten kastje naast mijn bed staat, half zeven. Met een korte draai leg ik mezelf op m’n  rug en luister naar het fluiten van de vogels die hun nest bouwden in de boom die langs het huis staat. Een oude sterke eik met prachtig krachtige takken en blinkend groene bladeren, zijn wortels diep gevestigd in de grond zodat hij vele jaren en vele stormen kan doorstaan. God weet hoe oud die boom al is. De plek naast me is leeg en koud, er ligt enkel een boek. Het boek maakt mijn leven iets verdraagzamer, niet zo eenzaam. Het geeft me de kans voor een tijdje te verdwijnen in iemand anders´ verhaal, iemand anders´ liefde, geluk of verdriet. Het is als een vluchtroute, weg van deze harde en gure realiteit. Het is een poort naar dromen over de mooie dingen in het leven, de liefde waar ik zo vurig naar opzoek ben, maar ook de pijn die beschreven wordt waardoor ik besef dat ik niet alleen ben met mijn verdriet, dat ik niet alleen ben met een ziel die dwaalt en af en toe verloren loopt. Ik schop het deken helemaal tot aan het voeteneinde, ga rechtop zitten en sleur mezelf uit mijn warme bed, de wereld tegemoet.  Mijn lange blonde haren liggen verward en lusteloos op mijn schouders. Met een soepele beweging neem ik mijn haren vast en stop ze vakkundig met een rekkertje in een warrig dotje vanboven op mijn hoofd, zo draag ik mijn haren het liefst. Mijn bleke handen wrijven de overgebleven slaap uit mijn ogen en strijken de overblijfselen van mijn nachtmerries weer mooi glad. Ik zucht en trek de gordijnen die voor het raam boven mijn bureau hangen open. De felle zon brandt in mijn ogen en met een lelijk vervormd gezicht draai ik mijn hoofd weg uit de stralen. Na enkele seconden ben ik gewend aan het prikkende licht en zet mijn ochtendritueel langzaam verder. Ondertussen is de Kolonel statig op mijn bed komen zitten en kijkt me met hongerige ogen aan, af en toe een miauw uitbrengend. Ik loop naar hem toe en geef hem een aai op zijn zwarte kop. Voor ik naar de keuken loop om de Kolonel een maaltijd voor te schotelen trek ik nog even het raam open waarna een zachte bries mijn huid doet tintelen. Niet alles in dit leven is lelijk en slecht, bedenk ik mezelf. Ik blijf even staan en geniet van de zachte streling, het zachte fluisteren van de wind langs mijn oren, sluit mijn ogen en word even helemaal stil en leeg. Ik hou op met denken en piekeren. Ik sta daar maar wat te staan, zonder meer.

Cienn
20 0

Writers Block

Als de woorden niet meer moeiteloos langs de punt van mijn pen het papier bereiken wordt het gapende gat in mijn hart almaar groter, wordt de stilte almaar ondraaglijker. Ben ik wel een schrijver, of zal uiteindelijk blijken dat dit weer een van mijn idealistische dromen is? Een droom die ik nooit zal kunnen verwezenlijken omdat mijn talent enkel een illusie was. Nu de monsters in mijn hoofd verdwenen zijn, en ik weer helder kan denken lijken ook al mijn woorden zich te verschuilen. Heb ik werkelijk niets meer te zeggen, heb ik werkelijk niets meer gedacht?   Het is alsof mijn pen geen bekende meer is, maar een kennis die me enkel even de hand schudt als we elkaar vluchtig ontmoeten op straat, onderweg naar elk onze eigen bestemming.   Snel nog even achterom kijkend in de hoop dat mijn blik nog snel de zijne kruist en ik gerustgesteld word door zijn vertrouwde glimlach.  Het is een gemis, maar tevens ook een uitdaging om het onbeschreven blad voorzichtig te verkennen en er hier en daar een woord op te smijten, niet wetende wat voor effect dit zal hebben. Met korte en hevige snokken het woord uit vegen en een ander woord in de plaats. Onzeker, twijfelachtig. Zijn het enkel waanzinnige woorden die de oppervlakte kunnen bereiken? Of is mijn stem  haar volume kwijt? Misschien is dit stilzwijgen vergankelijk en zijn mijn woorden gewoon even op rust. Misschien ben ik gewoon wachtende, even on-hold, tot er weer iets te beschrijven valt. Tot er weer iets mijn woorden waard is. Laat me maar geloven dat dit tijdelijk is, de stilte voor de storm.

Cienn
13 0

Leegte

Ik wilde de leegte vullen met andere lege dingen. Kon ik het maar benoemen dan leek het allemaal zo leeg nog niet. Leeg, leef, of levenloos, moeiteloos, achteloos maar vooral liefdeloos.  Het is als de dood van een kind, een fantasie, een hersenspinsel dat liederen zingt en wild in het rond danst in mijn hoofd.  Het is als zwarte drassige sneeuw die weg loopt in een smerig riool en daar zijn weg verder zet. Het is als de bloem die haar laatste blaadje los laat in de hevige wind en pas te laat beseft dat de herfst nog lang niet in aantocht is.Het is de boze vader die zijn kind versiert met blauwe plekken en bloedneuzen, slagen met de riem op een gehavend mager ruggetje en pas stopt als het huilen stillaan is vergaan.  Het is de moeder die haar kind verstikt omdat het gekrijs haar oren doet bloeden. Het is de moeder, het is de moeder die de woede in zich op neemt en het haar eigen maakt.  Het is de moeder die haar kind begraaft en zoute tranen achter laat op een spierwitte kleine kist met het kruis dat eraf getrokken is.  Het zijn de broer en de zus en de afwezigheid van een kus of een troostend woord. Hij heeft haar vermoord, verstikt en verminkt met zijn woedende blikken die vensters doen barsten en deuren open wrikt en zo het hele huis vernielt zonder zich eerst even voor te stellen. Zonder koffie of thee met een koekje of een wolkje melk.  Het is het krijsend geluid van de meid die zich verstopt achter het gordijn om toch maar geen getuige te hoeven zijn van dit bloedbad, slagveld of oorlogspad.  Het is de bijstaander die steeds weer de andere kant op kijkt en angstig zegt: 'Neen hoor, ik heb niks gezien, ik heb niks gehoord.' maar toch even stiekem kijkt, zucht en blij is dat hij het niet is.  Het is het kleine kind dat achter blijft tussen het smerige puin van haat, verdriet, geweld en pijn.  Het is het kind dat, als het later groot is, zelf de boosdoener zal zijn. 

Cienn
17 0

Lust vs Liefde

Lust heeft me in zijn greep. Gisteren avond zat hij naast me in de zetel, telkens schoof hij dichter en dichter tot hij mijn zoete parfum in zijn herinnering kon opslaan. Ook zijn geur maakte me zwak, een mengeling van Calvin Klein en zijn heerlijke mannengeur. Ik wist niet wat er met me gebeurde want ik had me voorgenomen me niet te laten verleiden door zijn subtiele vraag voor aandacht, en waarschijnlijk een nog groter verlangen naar seks, met mij. Ik weet niet waarom we steeds vervallen in hetzelfde patroon, een patroon dat mijn hart en ziel reeds aan diggelen sloeg, een patroon dat niet vatbaar is voor verandering, laat staan voor verbetering. Ik wou dat ik in zijn hoofd kon kijken zodat ik wist waar zijn verlangens vandaan kwamen en waarom is het dat hij steeds opnieuw bij mij beland? Ik heb zoveel vragen en bijna geen geduld om de antwoorden af te wachten. Het leven is te kort om het met al die oneindige uren wachten te leiden. Ik wil actie en eerlijkheid, ik wil dat hij zijn lust voor mij erkent, dat is belangrijk voor zichzelf, maar ook voor mij want ik tast steeds in het donker, op zoek naar een aanwijzing die me op weg helpt de situatie te baas te kunnen..Als hij in de buurt is zuigt hij alle gezond verstand uit mijn hoofd en vult mijn lichaam met verlangen naar zijn kussen, zijn aanraking, zijn geur, zijn tong die me zachtjes in vervoering brengt, zijn onbeheerste warme gekreun dat hij met zachte kreetjes in mijn oren fluistert. Ik denk dat ik hem liefheb, maar ik ben niet zeker. Mijn hoofd is een warboel van te veel verschillende gevoelens en wensen waardoor ik niet meer weet wat echt is en wat niet. Verbeeld ik mij het gevoel dat hij me wil? Zie ik enkel wat ik wens te zien? Toen hij zijn hoofd in mijn schoot legde kreeg ik de indruk dat hij oprecht opzoek was naar genegendheid en veiligheid en ik denk niet dat hij weet dat ik hem dat kan en wil geven. Mijn gehele lijf wil hem mij aanbieden als een schild dat hem kan  beschermen tegen de pijnen die de buitenwereld steeds in onze richting stuurt. Hij weet niet dat het mijn hart is dat nog steeds trouw is aan zijn wil. Zijn wil is wet en ik kan niets anders doen dan me volledig overgeven aan de spanning en zelfs de boosheid die tussen hem en mij in staat, die ons als het ware onoverkomelijk zal blijven verbinden, hoe oud we ook zijn, waar we ook zijn en zelfs met wie we ook zijn. Hij vertelde me dat hij het de laatste tijd moeilijk had gehad; drugs en drank en feestjes... Hij zei dat hij het niet meer aan kon, het leven.. Als hij zou weten dat ik echt van hem hou, als hij dat echt tot in het diepste van zijn hart zou beseffen zou hij niet meer bij me weg kunnen blijven want wat hij ook zegt of doet.. Hij eindigt steeds in mijn omhelzing... De woede die regelmatig met ons de draak steekt kan niet vermijden dat wel alsnog een vurig verlangen naar elkaar koesteren. Opnieuw kan ik niet begrijpen wat het is dat steeds tussen ons in staat en ervoor zorgt dat we elkaar voor een bepaalde periode grondig gaan haten, langer dan drie maanden heeft dat nog niet geduurd en zo spelen we al bijna drie jaar met elkaars gevoelens, zowel op een positieve als op een negatieve manier. Vele pogingen heb ik reeds ondernomen om uit deze kwelling te ontsnappen, maar zijn (gespeelde?) onbereikbaarheid zorgt ervoor dat ik steeds opnieuw naar zijn aanwezigheid verlang. De voortdurende verwarring in mijn hoofd zorgt voor problemen, ik kan niet anders dan steeds bedenken wat ons naar elkaar toe drijft en nog meer wil ik te weten komen wat er voor zorgt dat we elkaar op de meest pijnlijke manier blijven verwoesten. Ik ben bang dat dit spel nooit zal stoppen, of misschien wel, als een van ons blijvend verwoest is en er geen enkele mogelijkheid nog bestaat deze verwoesting ongedaan te maken, pas dan zal de strijd gestreden zijn. Waarschijnlijk is het ook onoverkomelijk dat ik diegene zal zijn die onherstelbaar gepijnigd word. 30 januari 2014

Cienn
46 0

alsof ik nooit bestond

Moedeloos ben ik vele dagen door gesparteld zonder juist te weten waar ik vandaan kwam en al evenmin wist ik waar ik heen ging. Ik heb mijn huid verwond en mijn angsten werden één voor één waarheid. Ik heb besloten een einde te maken aan mijn nutteloze lijden. Ik zal niet meer staren in hete vuren die mijn ogen meedogenloos tot een heet magma doen smelten. Ik smelt van buiten en versteen langs binnen. Het leven was niet leefbaar maar chaotisch, het heeft me gevormd in ontelbaar verschillende poses waardoor ik geen juiste visie meer had. Het leven was te veel in één keer geweest, te veel verschillende gedaantes hadden mij meegenomen in hun verleidelijke klauwen. Wist ik veel dat de duivel in elk van hen teerde. En toen viel eindelijk de verlossende regen. Onze gezichten vervaagden, enkel ons hart was nog te zien, slechts een schim, slecht een glimp van de liefde. We voelden dat het kouder werd en al het vuur om ons heen verdween in de schreeuwende duisternis. Hij slokt opnieuw alle sterren op en toen ik stierf enkele maanden geleden, kwam ik er doorheen. Mijn lijf had nu controle en sleurde me opnieuw de wereld in en ik verdronk in de smakeloze tranen die de mensheid al eeuwen verborg. Ik liet me meevoeren door de wind en de storm die mijn haren roekeloos verwarde streek neer over de vlaktes van mijn lijf, van mijn liefde. Ik zal niet meer triest zijn, ik huil een leven lang niet meer omdat ik dankbaar ben dat de liefde mij ooit, lang geleden, heeft vervuld.

Cienn
10 0

Opleiding

Publicaties

Prijzen