Ik bond mijn liefde aan een koordje rond je pols
en vrolijk trok je haar overal met je mee.
Hoe we lachten
en onze ogen schitterden
als we ermee speelden
jij en ik.
Maar toen vertrok je, ik liet je gaan.
En je lachte
en je ogen schitterden
en je was niet bang,
jij niet
want mijn liefde hing stevig aan een koordje rond je pols,
ging voor je uit en trok je met zich mee.
En je lacht,
ik hoor het in de wind.
En je ogen schitteren,
ik zie het als ik naar de sterren kijk.
en ik voel dat je speelt,
jij met je ballon.
Ik mis je en ik bind mijn herinneringen aan jou
aan een koordje rond mijn pols
en overal trek ik ze met me mee.