In de spiegel van de tijd
zagen we onszelf opsplitsen.
Onze ouderdom in lagen opgeslagen
en onder het microscopisch oog
duizendmaal in rimpels uitvergroot.
Onze levenslijnen kruisen elkaar.
Ze maken knooppunten,
mijlpalen
en grenzen.
Daar bewaren we geheimen
onder onze gespleten rubberen tongen.
We bijten en kussen elkaar.
Likken de eletronische spanning van elkaars huid.
Brengen elkander naar walhallarijken met torenhoge temperaturen
en eenzame ijswoestijnen in de leegte.
De koude leegte.
Met haar in de kiem gesmoorde gedrein
en onzichtbare cryptogrammen
die over haar huid zweven bewaakt ze haar eenvoud.
Het schemert om ons heen
en alles geurt naar ontsmettingsmiddel.
Die heelt onze wonden
maar kijkt nu verslagen in de spiegel van de tijd.
Hij is geen flesje met met toverkrachtige gewaterde zijde.
Geneest geen vergankelijkheid.
Tijd is een puzzel, een krachtig ding. Altijd in voor verandering.
En zo komen we elkaar weer tegen.
Bij euforische geboortes,
uitgemolken trouwdagen
en begrafenissen.
Allemaal in Sepia lagen opgeslagen
en dui-zend-maal
in foto-albums uitvergroot.