Het Lange Pad

Nova
27 aug. 2021 · 65 keer gelezen · 1 keer geliket

Voor velen had het een doodnormale dag geleken toen Pepijn door het bos wandelde met het wederkerende geluid van aarde die door zijn laarzen werd verpletterd en mogelijk tientallen mieren deed panikeren. Niemand zou Pepijn ook lang zijn opgevallen, want als je hem zou zien zou je enkel gedacht hebben dat hij een zoveelste wandelaar was die een tochtje deed in het bos. De meesten die hem kenden noemden hem ‘Pepijn de Onzichtbare’ omdat hij vrijwel overal incognito kon lopen zonder dat iemand ook maar een ogenblik zijn kant op zou kijken. Bovendien wist niemand zijn achternaam dus hadden ze unaniem besloten om hem ‘de Onzichtbare’ te noemen. Hij was natuurlijk niet echt onzichtbaar, gewoon heel gewoon. Zó gewoon dat het te veel moeite leek om op hem te letten. Pepijn was zoals een zoveelste blad die op de grond viel in een oneindig bos vol reusachtige bomen. Zijn lange bruine (bijna blonde) haren hingen vaak voor zijn moerasgroene ogen terwijl hij de grond bewonderde. In gedachten verzonken hield hij de riemen van zijn rugzak vast. Er was daar niemand. Enkel hem: Pepijn. Maar die leegte scheen bij hem te passen, althans, het scheen hem niet te storen.

‘Pepijn, wakker worden!’ riep een jonge stem. Hij deed zijn ogen open en zag hem daar staan, zijn kleine broertje, klaar om de lakens van hem weg te trekken. ‘Ugh… Wat?’ vroeg hij geagiteerd. Ze keken elkaar aan als twee wilde vossen die elkaar voor het eerst tegenkomen. Het broertje wou iets zeggen alleen gleed het niet makkelijk van de tong. En toen vielen ze elkaar in de armen, Pepijn voelde enkele tranen druppen op zijn gestreepte pyjama. Het waren niet de zijne.

Pepijn vorderde zijn tocht door het bos. Hij had hier al lang gewandeld, tussen de vele eiken- en berkenbomen. De Onzichtbare wist niet echt wat hij hier deed en hoe hij hier gekomen was. Maar was dat echt belangrijk? Is het soms niet beter om gewoon rust te vinden, zonder vragen? Daar was Pepijn van overtuigd, hij genoot daarom van de overvloedigheid groen rond hem. Ook zo werd hij weer in herinneringen gekatapulteerd.

‘Hey, flinke hond jij! Ja jij, flinke hond!’ zij Pepijn toen hij de haren van Prins, zijn trouwe Welsh Terriër, in de war bracht. ‘Zorg goed voor ‘m, oké?’ Een man knikte en nam Prins vast tussen zijn armen. Zijn geweer hing aan zijn rugzak, hij was klaar om ten strijde te trekken. Misschien zou hij Prins nooit meer kunnen aaien.

Pepijn herinnerde zich het liedje dat hij zo graag had geluisterd en de tekst galmde door zijn oren: never a frown with golden brown… Langzaam walste hij rond, op dat moment was alles onbelangrijk behalve dat ene lied.

Zo kwam het dat Pepijn de Onzichtbare verder ging op de weg tussen de vele houten stammen die klaarblijkelijk een lege lucht prikten. Zijn leven flitste hem voor de ogen. ‘Zou ik nog terug kunnen gaan?’ vroeg hij zich af.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

Nova
27 aug. 2021 · 65 keer gelezen · 1 keer geliket