Pure rust.

19 jan. 2020 · 3 keer gelezen · 0 keer geliket

Soms was het tijd voor het nageslacht, soms tijd voor een gevecht, nu slechts het tikken -tik tik tik- op het raam.

Ik sta op, bevrijd mijn oren van de slaperige doppen, hoor nu beter. Een kleine tuinvogel ziet me naderen en drijft het tikken op. Het klinkt als agressie. Het klinkt te groot voor een vogeltje van die omvang. Haastig bevestig ik het krantenpapier tegen het raam om het rode borstje tot rust te brengen. Die handeling helpt. Is het het mannetje, het vrouwtje dat me dankbaar aankijkt?

Doorheen het glas dat niet is afgeplakt zie ik nergens de tweede helft van het koppeltje. Ze wonen al een tijdje samen in de tuin. Ik was getuige van de bouw van hun optrekje. Een liftje ontbrak maar hé ja dat zat al in hun vleugels vervat. Het tikkende vogeltje wil me blijkbaar iets vertellen, iets vragen. Het wil iets kwijt, iets vinden. Onlangs ging ons gesprek over bekende tuinvogels (waar iedereen de naam van kent) en ik hoorde voor het eerst over de gekte van mensen om naambekendheid belangrijk te vinden. Daar hebben wij geen last van, bekte hij. Of zij. Ben ik een koolmeesje, een blauwborstje, roodborstje, duif? Dat is toch van geen belang, als je vliegen kan. 

Ooit kwamen ze als koppel bij me aankloppen na een banale ruzie. Ze wisten niet dat dat de mensen ook overkwam. En ik werd gevraagd uit te leggen waarom de geest van mensen lijkt weg te vliegen van elk lichaamseigen genot, niet gebaseerd op drank of drugs die als een helicopter boven het hoofd hangt, maar genot op basis van de eigen pure rust. Het vogeltje achter de krant leek iets te kunnen ontcijferen, misschien het antwoord waarvan ik was vervreemd, ik probeerde iets te lezen in zijn vlucht.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

19 jan. 2020 · 3 keer gelezen · 0 keer geliket