Luna en Solis

29 sep. 2021 · 14 keer gelezen · 0 keer geliket

Ze dreven in inkt als zompige rare sponzen.

Ergens in een amazone van rode mist en zware parfum.

Hun harten waren van papier.

Hun botten van karton.

 

Liggend op hun ruggen keken ze naar boven.

Naar het heelal dat als een laken spande over tijd en ruimte.

Die was bezet met duistere doolhoven.

 

Zij waren intiligent en kinderen van het universum.

Hun ouders namen daarom hun besluit.

'Luna en Solis, jullie gaan het huis uit.'

Bedolven werden ze onder een kerkhof van boeken.

Genummerd en geranschikt zaten ze opgebold in studiehoeken.

Daar in die liefdeloze soberheid zochten ze uitvluchten in hun fantasie.

Weg van kale slaapkamers en het eindeloze beton.

Werden even, als het kon, meegesleurd in hun verboden magie.

 

Jaren verstreken.

U moest eens weten

hoe deze broze figuren

uitgroeiden tot ijzersterke machten.

Ze pasten niet meer in te krappe ruimtes. Van kalk en behang.

Ze waren vermenigvuldigd.

Ze waren sterker.

Hun docenten namen daarom hun besluit.

'Luna en Solis, jullie gaan de schoolpoort uit.'

 

Ze waren even verloren als dat ze mooi waren.

Luna beminde de nacht. Haar buik was romig. Haar navel verzilverd. Haar schouderblad getatoëerd.

Solis liet zijn kleuren zien bij het daglicht. Hing rond hangaren van slangengif en tabak. Zo vergat hij de klassieke eenvoud waar hij in had vastgezeten. Maar Solis had soms teveel op zijn tong gebeten. Hij werd dan als een hond eruit gesmeten.

Luna daarintegen, zij was een dame geworden.

Niet meer verstopt achter rode mist,

gevangen in beton of verlegen. 

Maar af en toe cirkelden ze om het verleden heen als ze lachende schaduwen in de harige streken van de stad passeerden.

Dan misten zij hun geboorteplaats van inkt en gepolijste eenzaamheid.

Daarom namen Luna en Solis hun besluit.

'Vanaf nu, trekken wij er alleen op uit.'

 

Luna werd keizerin van de nacht.

Haar rijk geurde naar Arabische tuinen en erotiek.

Solis werd keizer van de dag.

Zijn rijk geurde naar treurwilgen in de lente en tempels van vlees.

 

Ze keken weer naar boven alsof het gisteren was.

Alsof ze weer die rare sponzen waren.

Luna wees naar het gedans van de grote beer.

Solis wees naar ons.

Zij cirkelden om ons heen.

Luna en Solis.

Maan en zon.

Ze hielden van elkaar.

Ze waren mooi.

Ze waren slim.

Ze waren sterker.

En ze hielden van ons.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

29 sep. 2021 · 14 keer gelezen · 0 keer geliket