Lezen

De Hoop Aan De Andere Kant Van De Duisternis

  Diep in de aarde, opgesloten en ogenschijnlijk zinloos bestaand, lag een klein zaadje. Misschien was het slechts een spoortje gevoel, of misschien een symbool van een onbekend bestaan. Daarheen stonden andere zaadjes, die een soortgelijk lot deelden, stil, terwijl ze fluisterend hun bestaan in twijfel trokken. “Hier is geen uitweg!,” zei er één, met een gedempte en sombere toon: “De duisternis is oneindig; wij bestaan slechts hier, en daarna verdwijnen wij.” Een andere stem voegde, op een spottende toon, toe: “Wij zitten hier gewoon vast. Er is geen ‘daarboven’. Er is niet meer. Je moet de waarheid aanvaarden.”   Maar hij gaf het geloof niet op. Binnenin hem brandde een vonk van hoop, waarvan hij niet wist waar die vandaan kwam. “Dit kan niet alles zijn,” fluisterde hij in zichzelf; “er moet meer zijn!” Af en toe, wanneer een koele en lichte bries van boven neerdaalde, leek het, als de echo van een droom uit de verte, in zijn hart weer te klinken. De andere zaadjes naderden deze droom met spot: “Dromen zijn mooi, maar je moet realistisch zijn. Wij zijn hier en wij blijven hier voor altijd. Er is geen ‘daarboven’!”   Hij onderscheidde zich ook fysiek van de anderen. Hij was vastbesloten niet op te geven. Ondanks de menigte voelde hij diep dat hij met zijn eigen geloof alleen was.   Naarmate de dagen verstreken, verzachtten de koele, lichte aanrakingen van boven de hardheid om hem heen, alsof een dun katoenen deken hem omhulde. Hij besefte dat zijn geloof niet in zijn schil kon worden opgesloten; hij wilde naar buiten treden en zijn bestaan bewijzen. En eindelijk wijdde hij al zijn kracht aan het doorbreken van die beperkende omhulling. Toen hij al zijn energie bijeenbracht en het opnieuw probeerde, verscheen er een klein, maar hoopvol barstje; een dunne lijn, een straaltje hoop dat de duisternis tartte.   Op dat moment trokken de andere zaadjes zich angstig terug: “Wat doe je? Dit kan je vernietigen!” zeiden ze.   Maar hij luisterde niet. Hij breidde de barst langzaam uit; met elke voorbijgaande seconde leek de duisternis iets meer te wijken voor de hoop. Uiteindelijk ging hij, geleid door de stem van zijn geloof, gestaag en met zekere tred voort. Tegenover obstakels raakte hij nooit uitgeput; bij elke nieuwe aanraking voelde hij zich sterker worden. Hij wist niet waar die krachtige innerlijke emotie vandaan kwam; maar in feite was hij een deel van een machtige, eeuwenoude boom, door de wind ver weg geslingerd. Dat was precies de reden – hoewel hij zich daar niet van bewust was – die hem die vastberadenheid schonk.   En eindelijk kwam dat grote moment. Hij brak de duisternis volledig en strekte zich naar boven; die eerste adem, die eerste ontmoeting met het licht… De bries die zijn kleine lijf raakte, was de voorbode van een nieuw leven. Op dat moment, toen hij de andere bomen zag die naar de hemel reikten, begreep hij: hij was een boom. Van zijn wortels, via zijn stam en takken, zou hij groeien, richting het licht. Voortaan waren er geen obstakels meer voor hem. En op datzelfde moment…   In zijn bed opende een jonge man zijn ogen voor de nieuwe dag.Terwijl hij naar het plafond staarde, Voelde hij zijn hart van opwinding snel kloppen. De eerste zonnestralen waren zijn kamer binnengedrongen. Hij haalde diep adem. Er was een onbeschrijfelijke rust in hem.   Hij stond op, liep naar het raam en naderde het. Een lichte bries streek over zijn gezicht. Hij merkte dat het gevoel van beklemming niet langer van hem was. Hij wist dat het mogelijk was om aan de duisternis te ontsnappen en het licht te bereiken.   Op dat moment besefte hij dat elke ziel die strijdt voor wat zij gelooft, uiteindelijk de duisternis zal doorbreken en zeker op een dag het licht zal bereiken.

Schaduwpen
19 2

De literaire wereld op de korrel II ( een beetje proza)

Sommige auteurs houden zich nog vast aan obsoleet Nederlands. Obsoleet betekent verouderd. U snapt misschien al wat ik bedoel, het is niet omdat je een dik boek vol moeilijke dure woorden schrijft, die slechts een paar enkelingen begrijpen en waarvoor het merendeel van de bevolking constant een woordenboek bij de hand moet houden, dat je per definitie een goed boek hebt geschreven. Maar tja, elke auteur hanteert zijn stijl. En het is per definitie ook niet zeker dat een boek of script of document, dat bol staat van dure moeilijke woorden, wel getuigt van kwaliteit.  Voor mij is de essentie van een goed boek dat de auteur zijn lezers kan meetrekken en meeslepen in zijn verhaal. Ongeacht welke woordenschat hij gebruikt. Ik snap soms geen donder wat vele zelfverklaarde poëten en dichters proberen uit te drukken met hun gevoel, zelfs hier op dit platform. En ik heb echt geen zin om mijn brein te pijnigen en deze gedichten steeds opnieuw te lezen om te laten doordringen wat er nu echt staat geschreven. Ok, misschien ben ik dan een luiwammes maar geen zwaarwichtige denkoefeningen voor mij.  Mijn teksten en gedichten zijn volgens sommigen niet intellectueel. Ok, maar ze zijn wel humoristisch en gelaagd. Misschien moet je dat maar even na checken? De Nobelprijs voor literatuur zal ik er dan misschien niet mee winnen, maar ik heb mensen vertier en aan het lachen gebracht wat me veel voldoening schenkt.  De literaire wereld is nog steeds een elitaire wereld, helaas. Door sommigen wordt neergekeken op volkse auteurs, helaas. Waarom? Jaloezie, nijd? Omdat de volkse auteurs soms meer succes hebben omdat ze schrijven in begrijpelijke en begrijpbare taal? Zijn volkse auteurs per definitie anti- intellectuelen die niet gestudeerd hebben? Waar ze van denken of ze überhaupt wel kunnen schrijven? Ik vind dat heel erg. Kristien Hemmerechts, wijlen Hugo Claus en Herman Deconinck zullen en zouden nooit mijn vrienden kunnen zijn. Nee, echt niet. Geef mij dan maar Herman Brusselmans op zijn best, of Tom Lanoye of Pieter Aspe of een Jo Claes. Wie kent Guy Didelez nog, of Jotie 't Hooft? Iemand al gehoord van Koen Stassijns? En er zijn nog zoveel goeie auteurs, maar er is een bepaald select elitair kliekje van Belgische auteurs waar ik niet van hou. Het kleine Belgische literaire landschap, en hoe groot is België mondiaal?

Canniball
7 0

Hoe schrijf ik een liefdesgedicht

  HET KIND BLIJFT HIER. Wie de taak wel kan beëindigen, die mag naar de kelder. Hij of zij die liefde schoon beschrijven kan, is er  klaar voor. In de ene kelderkamer liggen ze uitgestald. Het zijn willekeurige mannen en vrouwen. We hebben ze voor U vastgebonden. Op een tafel. Op de rug. Er is ook een tweede kelderkamer. Daar staan enkel spiegels schminkdozen en kotsemmers. Ook een koffieautomaat, suikerzakjes en een duivenmelkmachine. Eveneens een kist vol met verkleedkostuums maskers poppen speelgoedautootjes. Bent U onvruchtbaar en U kon de taak desalniettemin volbrengen, dan kiest U altijd de tweede kelderkamer. Bent U vruchtbaar, dan zult U wat geduld moeten oefenen. Elke man die zijn liefdesgedicht op eerlijke wijze en eigenhandig schreef, krijgt één van de vastgebonden vrouwen toegewezen op het moment dat zij ovuleert. Let wel. Het is de bedoeling dat U vaginaal ejaculeert. In Uw liefdesdroom had U immers onbewust het zieke plan een kopie te maken van Uzelf. Nu U zover bent, kan dit best ook effectief plaatsvinden, zodat U zich van die droom kunt verlossen. Ook elke vruchtbare vrouw die haar liefdesgedicht voltooide, zal moeten wachten. Een ovulatie is immers noodzakelijk voor het creëren van een wezenlijk evenbeeld. Deze liefde zult U dan in zich mogen dragen. Alle mannen die in de ene eerste kelderkamer liggen, zijn vruchtbaar. De keuze is dus vrij. De tweede kelderkamer heeft zeer lange openingstijden. Wie onvruchtbaarheid vreest, kan daar dus altijd terecht, ook later. Aan hen die nog toegang krijgen tot de eerste kelderkamer, wensen wij intussen veel succes bij het creëren van een wezen dat de beschreven liefde kan belichamen. Ons schrijfatelier is open 24/7 en wordt gesponsord door het Ministerie van Mysteries en Zelfbedrog.     uit de reeks 'Hormonoloog'

Bernd Vanderbilt
0 0

Wat vind je het leukst aan schrijven? "Schrijven is de beste remedie tegen het bestaan."

Schrijven is binnenstappen in een wereld waar magie tot plicht is verheven. In dat land heers ik als een meester-tovenaar met plankenvrees. Het land ligt in mijn handen als een vormloze kleiklomp. Ik kan het kneden zoals ik wil, maar elke beslissing bepaalt of het universum tot bloei komt of dichtklapt in zijn eigen contradicties. Deze wereld kan een exacte kopie van de 'echte wereld' zijn, maar door de knoppen op het het Grote Mengpaneel van het Zijn een beetje meer naar links of rechts te draaien toch een heel andere lotsbestemming krijgen. Ik kan een geopolitieke situatie beschrijven die in elk detail lijkt op de heksenketel waar we anno 2025 in gaar koken, op één klein dingetje na: De Belgische regering wordt niet geleid door Bart De Wever, maar door een een flamboyante homoseksueel (geheel toevallig Pieter Van der Schoot genaamd), die door complexe interculturele interacties met drie wijzen uit het Oosten in het bezit is gekomen van een drietal draken, waardoor België van de ene op de andere dag een concurrent wordt van de nucleaire grootmachten en het machtscentrum van de EU overhelt naar het meest zorgelijke aller Lage Landen. Of ik kan een volledig fictief universum uit mijn duim zuigen, waarin alle steden en dorpen, alsook de personages die er wonen, geboren zijn in de grijze massa tussen mijn beide oren. Maar die steden, dorpen en personages lijken zo hard op het type mensen en plaatsen waar de gemiddelde Vlaming mee vertrouwd is, dat een bezoeker van mijn fictieve universum denkt dat hij een reis door eigen land maakt. Er zijn dagelijks files, niemand weet welke belasting aan welke regering wordt betaald, de tuinen worden bevolkt door tuinkabouters en goedkope replica's van antieke beeldhouwwerken, en iedereen klaagt over het weer. De zonden van de wereld worden niet, zoals in andere naties, afgeschoven op een gekruisigde Messias, maar op het nationale meteorologische instituut. In het tweede scenario is mijn verbeeldingskracht veel belangrijker dan in het eerste. In het drakenverhaal moet ik enkel de actualiteit volgen en aanvullen met een paar fantastische elementen. Het Vlaamse middenklasseverhaal daarentegen is een fictief universum met nietbestaande dorpen, bevolkt door nietbestaande mensen. Nochtans noemen we het eerste verhaal fantasy en het tweede realisme. Dat is de magie van schrijven. Ik kan me terugtrekken van de werkelijkheid zonder een escapist te zijn. Een auteur schept illusies die toch helemaal waar zijn, want wie schrijft ontdekt zoveel nieuwe verbanden tussen mensen, plaatsen, ideeën en gebeurtenissen dat ook de 'buitenwereld' in een ander verband verschijnt. Wie schrijft begrijpt de wereld misschien niet beter, maar toch op z'n minst anders. Als ik geen schrijver was, dan was ik me er nooit zo scherp van bewust geweest dat rust vinden ook een vorm van hard werken is, dat geloof en twijfel twee zijden van dezelfde medaille zijn of dat afgezaagde levenslessen uit de Libelle overtuigender klinken als ik er provocerende slogans van maak. Als schrijven me niet wijzer maakt, dan maakt het het leven in ieder geval een pak amusanter. Want schrijven is ook dansen - zelfs als je over jouw eigen voeten struikelt; een stem vinden - ook als je een stotteraar bent; een marathon lopen - ook al ben je aan een rolstoel gebonden. Wist je dat schrijvers de beste duursporters zijn? Schrijven is de beste remedie tegen het bestaan. Het is bovendien verrassend eenvoudig: je zit neer, neemt een blad en schrijft tot de sterren zullen doven en de bergen zullen bloeden.  ...en de tovenaar zag dat het goed was.  Pieter Van der Schoot Deze tekst verscheen eerder op mijn blog Observaties uit het ondermaanse.   

Pieter Van der Schoot
19 0