Lezen

Urenlang

Urenlang staarde hij voor zich uit in de hoop dat de woorden komen zouden.In rijen van tien,drie dik,woorden in zinnen,alinea's in bladzijden,hoofdstukken in bundels,in één gargantueske gulp van grenzeloze grandeur,geschreven als door God Hemzelve,gelezen en goedgekeurd door de Zoon,de Maagd Maria en de Heilige Geest,Amen.Wat kwam waren niet de woorden gegoten in de volgorde van de perfectie,maar de wezenloze waas van de wanhoop,tastbaar als een mes in de rug,als een van de tering wegrottend been in Middeleeuwse tijden,nog voor Copernicus de wereld rond verklaarde ,en anesthesie nog gewoon anaisthesia heette en bestond uit het wachten op een door Hades zelf ingegeven einde van het bewustzijn.Het verliezen van het bewustzijn op een houten tafel omringd door zelfverklaarde mensenslachters en snijgrage barbieren,gewapend met ijzeren tuig dat niet mis zou staan op het slagveld,het leek hem een welkome afwisseling op het schier eindeloze,quasi-lucide schermstaren,achtervolgd door de Griekse God Cursor,immanente God van de Twijfel.Nu verteerde slechts dat,de twijfel,hem.Wanneer men in middeleeuwse tijden een van je beider benen van de rest van je corpus ging scheiden was je tenminste nog zeker van de uitkomst.Een plus een was ook toen al twee.Je brein,tegenwoordig van geest als het altijd al was,zou zich neerleggen bij de situatie,twee min een is immers ook nog altijd een en beter dan geen.Zo simpel was het leven toen al.Maar hier was niks simpel.Zelfs het zachte tikken van de klok leek moeite te kosten,iedere tik afzonderlijk geconcipieerd en individueel onthoofd,elk uur verdeeld in bloed, zweet, en tranen.

runoffthemill
3 0

Haar onvoltooide

“Het gaat niet goed met haar, Tristan, ze is plots erg ziek geworden en is opgenomen in het ziekenhuis. Jouw overkomst zou ze erg op prijs stellen”“Ik boek meteen een ticket, Harold.”Terneergeslagen leg ik de telefoon neer. Wat is haar overkomen?  Inmiddels beroemd, maar steeds haar eenvoudige zelf gebleven, was zij het die in mijn talent bleef geloven. Dat ik vandaag op vele podia sta, is aan deze muzieklerares te danken. Onlangs vertelde zij mij dolenthousiast over de opdracht die ze van het Concertgebouw kreeg om een pianoconcerto te componeren.Iets later brak brand uit in haar appartement in de stad. Gelukkig kon ze zich tijdig veilig stellen, samen met Bas, haar lieve labrador.  Alles werd vernield. Van haar vleugelpiano bleef geen spaander over. Toen haar echtgenoot nog leefde, hadden ze die samen uitgekozen. “Mag het die Bechstein zijn, lieverd?”Onvermoeibaar kreeg ze door haar aanstekelijk optimisme met de hulp van vrienden snel een nieuw pand, meubels en een piano aangeboden. Ze had zich meteen terug aan het werk gezet. Toen ik haar laatst zag voor ik naar het buitenland vertrok, werkte ze aan de finale van het concerto.Op de spoedafdeling kijkt ze mij glimlachend aan: “Je bent er, Tristan. Wat goed. Luister, ik ga het niet lang meer trekken, dat voel ik. Mag ik twee dingen vragen? Kan jij zorgen dat Bas weer een goede thuis krijgt? Ik worstel nog met de slotakkoorden van mijn concerto. Wil je Harold verzoeken om het af te maken?” Ik stel haar gerust en zeg dat ze het binnenkort zelf wel zal afwerken.De dag nadien overlijdt ze. Bij de première van het pianoconcerto krijg ik te horen dat ik de enige erfgenaam ben van de rechten op haar ganse oeuvre.

Vic de Bourg
8 1

Dialoog tussen een anus en een stoma

Haspengouw, voorjaar 2023 De lentezon stijgt ter kimme als de Heiland omringd door stralenkransen. De bloesems van appel- en perenbomen overheersen de Haspengouwse heuvels als een tapijt in roze en witte tinten. Scholieren trekken in korte broek de straat op, terwijl de zon in hun bleke kuiten bijt. Tieners lachen en vrijen achter heggen met frisgroen gebladerte. Boeren bezaaien hun akkers, burgermannen maaien hun grasperkjes en te midden van deze bedrijvigheid – bijna onopvallend in het geheel der dingen – bemest een doodeenvoudige anus de haartjes rond zijn kringspier. It’s a dirty job, but someone’s gotta do it. Zijn buurman – een jonge stoma – kijkt werkloos toe. Lachrimpeltjes verschijnen rond zijn roodbruine mond, alsof hij wacht op een kans om de anus te vernederen. “Zeg anus.” De anus zucht, een nauwelijkse hoorbare wind stijgt op uit de vallei tussen zijn billen. “Herinner je jou nog die vakantie vorig jaar, anus? In Bristol, op het strand?” De anus laat zijn meststroom trager vloeien. “Hoe kan ik dat vergeten…”, sist hij. “Sjongejonge, was me dat een zicht!”, zegt de stoma, “De godganse dag lag ons baasje met zijn gat – met jou dus – in de lucht, de randen van je hol ingesmeerd met een factor 5.” De anus knijpt zijn kringspier dicht. Zijn billen worden rood van woede. De vernedering is nog even tastbaar als de dag van gisteren. Maar de stoma ratelt door. “Ik begrijp je wel hoor, anus. Je hebt een perineum om U tegen te zeggen! En je was aan het trainen voor het EK Bilnaadbruinen in Bristol.” “WK!”, snauwt de anus. “WK, EK, BK … Maakt het uit? Feit is: Je bent nog jong. Beschouw het als een eer dat je mocht deelnemen.” De anus draait zijn mesttoevoer dicht. “Ik kon goud winnen”, zegt hij, “als jij me niet zo nodig te kakken moest zetten.” De stoma grinnikt, luchtbelletjes ploppen uit zijn gat. “Wel, wel. Denk je nog altijd dat het mijn schuld is” De anus ontspant zijn kringspier, opent zijn hol en blaast een weeklacht van jewelste de wereld in. “Het was een zegetocht!”, zegt hij en gooit bij gebrek aan handen zijn aambeien in de lucht, “De ene concurrent na de andere verbleekte in de schaduw van mijn glanzende bruine anjer. Daar stond ik dan in de finale, oog in oog met de gebleekte reet van Kourtney Kardashian, die zo mooi contrasteerde met haar mokkabruine bilnaad. Toen ik onder haar vagina de contouren van een beginnende mee-eter ontwaarde, kon ik de overwinning al ruiken. Maar jij, jij voelde plots ‘de hoge nood’ opkomen. En de rest … is geschiedenis.” “Ik heb het je al duizendmaal gezegd, beste buurman. Stoma’s hebben geen controle over hun ontlasting.” “Alsof je het zo erg vond, dat ik daar in de shit stond.” De stoma gniffelt. “Ik geef toe dat een beetje leedvermaak me niet vreemd is”, zegt hij, “Maar hoe zou je zelf zijn als je buurman en partner in crime met alle aandacht gaat lopen. Niet enkel op de dag van de wedstrijd, maar ook tijdens de trainingen op het naaktstrand. Jij lag open en bloot voor de ganse wereld, terwijl ik – die al het vuile werk van jou overneemt – de ganse dag platgedrukt op de grond lag, mijn hele mond vol zand.” De anus fronst zijn bilnaad, want een wenkbrauw heeft hij niet. “Jij moet me geen les geven in vernedering, stoma.” “Beschouw het als een les in bescheidenheid”, zegt de stoma, “Wees dankbaar. Dankzij mij kan je jouw leven aan topsport wijden en relatief strontloos door het leven gaan. Behalve die ene keer in het voorjaar , want die aarshaarwortels voeden zichzelf niet.” “Ik was al een professional voor jij op de proppen kwam!”, roept de anus, “En als ons baasje twee jaar geleden zo stom niet was om die slecht doorbakken kipfilet te vreten, dan was ik nu kampioen en kon ik mijn gazon bemesten zonder het gezeur van een eigenwijze stoma rond mijn kop. Maar nee, hoor! De dokters wilden koste wat het kost een stoma plaatsen, want anusje was ziek, anusje had rust nodig. En de stoma zou daarbij helpen. Helpen!” Hij spuugt het woord uit als de restanten van een Thaise curry. “Voor mij ben je zelfs geen noodzakelijk kwaad, stoma. Je bent een parasiet, geboren uit mijn vernedering. Onthoud dit goed: Als ik beter ben, dan is het gedaan met jou. Dan vertrek je naar je finale bestemming: het stort. Dan kan je wegkwijnen tussen baxters, luiers en injectienaalden.” De anus draait zijn mesttoevoer terug open en buigt zich over zijn aarshaartjes, hopend dat de buurman zijn lesje heeft geleerd. Maar de stoma rukt zijn stomazakje af en spuit geelgroene druppels recht in het schijthol van de anus. “Hoe durf je?” roept de anus. “Ik zei toch dat ik mezelf niet in de hand heb.” De stoma lacht en trekt zich terug in zijn onderhuidse hol. De anus blijft achter op de rand van zijn haarperkje. Stomaklodders branden gaten in zijn mooie, bruine gazon.

Pieter Van der Schoot
3 0

Bijzijn

Het is volop zomer in het park. In de lente groeide in een deel van het park koolzaad maar verandert nu langzaam in een veld met boterbloemen. Vogels fluiten in de bosrijke omgeving van het park. De vijver in het park is omringd met riet en de gele lis heeft ook een plekje kunnen bemachtigen. Familie zwaan met drie pullen verkennen de vijver in het zonovergoten park. Meerkoeten in de vijver hebben het razend druk met het voeden en het vertroetelen van de vijf jongen. In de struik in het park brengen merels hun jongen groot en zijn op zoek naar voedsel in het grasveld. Koolmezen vliegen af en aan in de bomen in het park waar nestkastjes hangen. Iedereen geniet van de zomerse temperaturen en het zonnetje, ook de kolonie bijen in het park. Veel dagjesmensen maken gebruik van het park met grasvelden om te zonnen of te barbecueën, voor elk wat wils. Twee kilometer verderop fiets je het platteland tegemoet en de koeien grazen in de wei. Grote groepen mensen die meedoen met de puzzelrit voor fietsers rijden over landweggetjes en langs de weilanden op het platteland zoeken naar antwoorden voor het oplossen van de vraagstukken. De schapen met de lammetjes staan in de wei naast de boerderij. Het ene weiland staat vol met koren en het andere weiland groeit mais. Langs het weiland op het platteland staan veel bloeiende planten voor de biodiversiteit. Klaprozen, cosmea, korenbloemen en niet te vergeten de zonnebloemen staan te pronken aan de waterkant. Langs de slootkant van een weiland, het hek staat open, zit een eenzame bij te huilen in het hoge gras. De bij weet van ophouden en huilt al uren tranen met tuiten. In de verte hoort de oude slak met zijn vrolijke huisje het geschrei van de bij. Slak en bij vallen niet op in het hoge gras maar het slakkenhuis kruipt rustig naar de bij toe. Hij kijkt de bij met een vragende blik aan en tikt de bij op zijn schouder. De bij is verdwaald, is zijn richtingsgevoel kwijt en kan zijn bijenvolk niet meer vinden. Gelukkig luistert slak aandachtig naar de bij en slak heeft een ijzersterk geheugen. Vier maanden geleden is de slak in het park het bijenvolk tegengekomen. Alle bijen waren druk in weer en slak heeft dit met veel enthousiasme gevolgd. Slak wordt ook een beetje emotioneel en wordt ook een beetje verdrietig. Er gaat veel denkwerk aan vooraf om de bij uit zijn lijden te verlossen. De zachtaardige slak verzint mogelijkheden om de bij weer terug te brengen in het park met de kolonie bijen. Slak is nooit te beroerd om een helpende hand te bieden en komt met de oplossing voor het probleem van de bij. Met troostende woorden richt slak zich tot de bij, ‘Spring maar achterop dan breng ik je even naar huis.’

Jan Sluimer
6 0