Lezen

En zo werkt het zeker (niet)

Ik had ondertussen een drietal mensen op begeleiding gezet: Olga, Dries en Xavier. Alle drie hadden ze te maken met een gebeurtenis in hun leven waar ze niet mee overweg konden. Noem het daarom gerust traumatisch. Bij Olga was het een burnout, bij Dries het verlies van een partner en bij Xavier een eerder banaal verkeersincident met grote gevolgen. Olga's verhaal is het makkelijkste te vertellen: ze liep als zaakvoerster van een kleine KMO tegen een burnout aan en weet dat geheel aan zichzelf. Niet de voortdurende werkstress, niet de voortdurende inzet en toewijding, niet het constant wisselende economische klimaat, sterk wisselende prijzen op de internationale markt en een keiharde concurrentie. Nee, zijzelf was de grote schuldige! En toen ze na twee jaar hersteld was van alle lichamelijke klachten, bleef ze met een niet te plaatsen schuldgevoel zitten. Ze voelde zich niet capabel meer, niet sterk genoeg meer, persoonlijk gefaald alsof het aan een karakterfout lag,..., whatever. Ik haak meestal op dat punt af. Dan wordt het me iets te therapeutisch en persoonlijk. Ik wil ook niet dat mensen zich genoodzaakt voelen om het slachtoffertje in zichzelf naar boven te halen enkel om het behoud van de uitkering. Nadat ik haar dat had verduidelijkt, gaf ik haar geheel vrijblijvend de kans om een soort therapie te volgen. Ik had enige dagen voordien iets daarover online gelezen en het leek me wel veelbelovend en passend voor haar. [...]De verhalen van Xavier en Dries waren op zich gelijkaardig. Dries verloor een partner en Xavier veroorzaakte een ongeval door een politieagente te negeren. Een oud dametje kwam daarbij ongelukkig ten val en brak een nekwervel omdat Xavier met de fiets was doorgereden waar een agente hem aanmaande te stoppen. Hij fietste als een bezetene door, tuk op zichzelf omdat hij het lef had gehad een agente te negeren. Hij keek nog even om toen hij zich al op veilige afstand bevond. Hij zag dan pas dat er een dametje gevallen was en niet meer recht kwam. Hij hield daarom in en keerde terug naar de plaats waar ze van de stoeprand was gesukkeld. Het begin van een zeer tragische geschiedenis. Hij nam het zichzelf kwalijk en werd verteerd door een gevoel dat zich op zijn gehele wezen had gezet. Hij durfde op den duur niet meer de persoon zijn die hij was, bang om nog meer leed bij anderen te veroorzaken. Dries had een gelijkaardig gevoel en had zich op de een of andere manier wijs gemaakt dat hij niet meer met een andere partner kon zijn omdat hij een onheilsmagneet was. Maar, no further details, please! Ze hadden me al teveel verteld. Ik moest een beetje aan mijn eigen welzijn denken. Zo'n ontboezemingen waren (te) stevige kost voor mij. Ik bespaar u maar het verdere verhaal van Xavier en Dieter.  [...]Het was nog steeds mijn doel om Olga, Dries en Xavier te helpen met hun herstel zonder mijn eigen grenzen te overschrijden en binnen het beperkte VDAB-kader. En zocht daarom voor hen de meest haalbare oplossing vanuit de gedachte dat het als individu soms moeilijk is om een oplossing te zien als je middenin de shit storm zit.      Achtergrond: dit stukje komt uit een nog te voltooien roman waarin een bevlogen jongere als VDAB-consulent komt te werken met langdurig werklozen.

Dan Fauré
0 0

Wat ook (niet) werkt

Ik zag al een tijdje door de bomen het bos niet meer. Alle dossiers leken me eender. Al die langdurig werklozen hadden een verhaal, vertoonden menselijkheid: ik ben een tijdje ziek geweest, ik durf niet goed meer gaan werkenik heb lange tijd voor mijn vader gezorgd, en vind nu mijn draai niet meerik voel me te oudik heb niet meer de juiste kwalificatiesIk voelde de angstigheid achter hun woorden. Maar ik vond mezelf niet geschikt om hen aan te moedigen om toch vooruit te gaan, het toch eens te proberen. Dat kan je enkel voor jezelf beslissen. En áls je het dan hebt beslist, dan nog gaat het meestal niet meteen vooruit, duurt het nog een eindje vooraleer alles goed komt. Zeer ontmoedigend allemaal!Maar kom. Vele van deze mensen beseften het zelf maar al te goed. "Je komt vaak op dezelfde plek uit", vertelde een lasser me eens. "De plek waar ik aarzelde om vooruit te gaan.""Natuurlijk! Ik had ergens schrik opgelopen, ik weet zelf niet eens meer hoe het was gebeurd. Maar ik durfde ineens niet meer.""Ik ben toen gaan zoeken naar andere mogelijkheden, maar niets lukte nog. Ik kon maar geen job te pakken krijgen. En telkens opnieuw moest ik denken aan waar het fout was gelopen.""Een banaal incidentje eigenlijk", vertelde hij verder. "Ik moest leren autogeen lassen waar ik een TIG-laspost gewend was. Maar ik had het acetyleen te hoog open gezet en er ontstond een kleine plof aan de lastoorts toen ik er de aansteker tegen hield. Het katapulteerde als een mini-raketje uit mijn handen en viel brandend op de grond. Ik was zodanig geschrokken en van mijn melk dat ik er niet aan dacht om gewoon mijn schoen op de kronkelende slang te leggen om het zo op te kunnen pakken. Een collega moest inspringen. Ik hoorde z'n geschreeuw niet eens.""Daarna durfde ik niet meer", ging hij verder.   "En sindsdien gebeurt het vaak dat de herinnering mét alle gevoelens van hulpeloosheid en angst van dat ogenblik me in de herinnering schieten. En ik alles opnieuw herbeleef."Hij keek me even aan en zei er nog bij dat hij wel wist dat hij net dat moest overwinnen. Maar hij was gaan twijfelen over zichzelf. En in plaats van een oplossing te zoeken, begon hij zich over vanalles en nog wat zorgen te maken. Ook allerlei dingen die er niets mee te maken hadden. De vlek begon zich te verspreiden.Ik probeerde nog met een 'je moet die twijfel en angstigheid indammen', maar hij vond zichzelf te oud om nog dingen te gaan aanpakken. En dat was einde discussie. Wat moet je dan gaan doen, denk je, als VDAB-controleur? Eerlijk gezegd, ik had maar één oplossing. Iemand verplichten om te gaan werken met zo'n diepe innerlijke wonde, iemand die zo intens aan zichzelf is gaan twijfelen, is menselijke drama's creëren. Lassen zou hij sowieso niet meer doen. Moet je dan iemand met zo'n hoge graad van specialisatie plots achter een bureautje droppen als hij dat zelf niet wil!?      Achtergrond: dit stukje komt uit een nog te voltooien roman waarin een bevlogen jongere als VDAB-consulent komt te werken met langdurig werklozen.

Dan Fauré
0 0

Wat (niet) werkt

Als je je het lot van andere mensen aantrekt, wil je ook dat het goed met hen komt. Dat is maar normaal. En dan ga je ook inspanningen doen om hen zo goed als je kunt te helpen. Althans, zo was het eerst. Nu trek ik grenzen omdat ik voel dat het mijn eigen kwetsbaarheid vergroot. En dat kwam ik pas te weten nadat cliënt 101 in alle aspecten faalde om het waar te maken.  Wat er precies aan de hand was, weet ik niet. Hij kampte met een langdurige ziekte die hij tijdens zijn werkloosheid had opgelopen. Dus kwam hij bij mij terecht. Maar wat hij ook probeerde, niets lukte. Sollicitaties sprongen af; jobs waarvoor hij was aanvaard gingen op het laatste moment niet door; of hij stopte na een paar dagen te hebben gewerkt. "Als je nog in een herstelfase zit", zei ik hem na het zoveelste debacle, "zit je ook nog in hersteldenken. Dan zijn je gedachten en handelen erop gericht om je herstel te bevorderen. Het is dan niet meer dan normaal dat het moeilijk is om over een nieuwe job na te denken, laat staan er eentje te vinden én te houden. Je kiest dan waarschijnlijk een job die past bij je huidige toestand. Een job die je toestand niet erger maakt, dus. Maar eenmaal op de jobmarkt, moet je toch presteren zoals de job het van je verlangt. Gedaan met voorzichtigheid! En daar moet je tegen kunnen." Hij keek me emotieloos aan.  "Als je voelt dat je lichaam protesteert, dat je misschien zelfs een heftige fysieke of emotionele tegenreactie krijgt op het vooruitzicht van een job, kan je daar beter naar luisteren. Als je ziek bent, is het je lichaam die het herstel bepaald. Vaak moet je daar gewoon door, als je wil herstellen tenminste. Ik geloof wel in 'mind over matter', maar enkel als je gezond bent. En gezond handelt... en je grenzen respecteert."  Zijn emotieloze blik werd zo mogelijk nog emotielozer. Dus praatte ik verder.  "Maar als je ziek wordt, is het duidelijk 'matter over mind'. Dan heb je vaak niet meer te kiezen hoe je je voelt. Wel, hoe je je voelt misschien wel. Maar je lichaam werpt grenzen op aan wat je kunt. En daar heb je maar naar te luisteren. Dat hersteldenken is dan vooral 'hoe ga ik om met een ziekte?' Dat heb ik al vaak bij cliënten gezien."  Hij had al die tijd braafjes naar me geluisterd en beëindigde mijn monoloog met een kort, schijnbaar instemmend knikje. Maar ik kende hem ondertussen en had het gevoel dat hij zijn eigen gang zou gaan in plaats van het rustig aan te doen en een tijdelijke stagefunctie te aanvaarden. Koppig baasje! Maar ik begreep het wel, en ook weer niet. Waarschijnlijk wou hij niet afhankelijk zijn, misschien wou hij zelf kunnen beslissen. Misschien wou hij niet aanvaarden dat zijn ziekte hem kwetsbaar had gemaakt en zijn plannen had gedwarsboomd. Dan is het tijd om de realiteit onder ogen te zien, vond ik. En te aanvaarden dat het nu eenmaal niet lukte.  "Beter nu voorzichtig aan, dan onmiddellijk brokken bij een nieuwe baan", zei ik hem nog terwijl ik hem de hand schudde en de deur voor hem opende.    Podcast: https://myauthorsbride.blogspot.com/2025/11/podcast-wat-niet-werkt.html  Achtergrond: dit stukje komt uit een nog te voltooien roman waarin een bevlogen jongere als VDAB-consulent komt te werken met langdurig werklozen.

Dan Fauré
0 0

Alleen met z'n twee

'Brr, guur windje buiten. Je voelt zo dat de herfst is begonnen. Gelukkig heb ik daarstraks de verwarming al aangezet en is het hier behaaglijk warm. Gezellig!' Raf hing z'n jas aan de kapstok, wreef in z'n handen en gaf daarna z'n vrouwtje een zoen op haar rechterwang, terwijl hij haar schouders lichtjes masseerde. Zij las de krant en gaf verder geen kick. 'Zal ik voor jou eens een lekker kopje koffie zetten, schat?' fluisterde hij in haar oor. 'Met dat laatste stukje kersentaart van bij bakker Vervoort dat nog over is van gisteren? Geen moeite hoor, ik sta toch nog recht en jij zit hier zo knusjes.' 'Dat mag. Al wil ik wel zeggen dat het klepje van de afzuigkap nog geen enkele keer heeft geklapperd vanavond. Dat duidt erop dat het nagenoeg windstil is buiten, want bij het minste zuchtje gaat dat ding wild tekeer. De herfst begint trouwens pas over drie dagen. Dan is het pas de eenentwintigste september. En de thermostaat heb ik exact om vijf uur opgezet, net op het moment dat de wandklok vijf keer sloeg. Daarom dat ik het zo goed weet. Ik vind het hier nog een beetje frisjes, komt misschien door de koude rilling na die kus van daarnet. Zet de verwarming nog maar een graadje hoger, als je wil. En liever thee eigenlijk. Er zijn nog twee stukjes kriekentaart, hoor. Je kan gerust voor jezelf ook een stukje nemen. Ik zeg wel degelijk kriekentaart en geen kersentaart, omdat het ook daadwerkelijk kriekentaart is. Het verschil tussen kersen en krieken heb ik je al minstens honderd keer uitgelegd, maar je zal het nooit leren, denk ik. De taart komt overigens van Wijkmans, niet van Vervoort. Wijkmans, je weet wel, die op de hoek van de Vaartstraat, naast het postkantoor.' Citroenthee waarschijnlijk, jij betweterige zure mossel met je rotte kersen en krieken, dacht Raf. En daarbij: hooguit vijf of zes keer.  'Citroenthee?' 'Nee, doe maar rozenbottel.' Tuurlijk, die heeft een wrange nasmaak. Typisch. Net als ons huwelijk al 39 jaar, na de wittebroodsweken, al waren dat eerder drie dagen taaie zemelenkoeken en een paar sneetjes vervallen volkorenbrood. Een laaaang weekend. Ik had destijds beter nee geantwoord op de vraag 'Neemt u Erna Maria Yolanda Peeters tot uw wettige echtgenote?' en heel hard weggelopen.  'Dan loop ik even naar de supermarkt, Erna. Want die is op.' 'Welnee, gekkie, er staat nog een pakje in de schuif naast de koelkast, waar de suikerklontjes en de koekjes liggen.' 'Klopt!' zei Raf. 'Ik heb de afzuigkap gisteren gerepareerd. Vandaar dat je het klepje niet meer hoort. Goed, hé! Ik had het, voor alle duidelijkheid, over de meteorologische herfst. Die begint al op 1 september. De astronomische begint dit jaar overigens pas op 22 september. Net even opgezocht op de smartphone. Je hebt dan wél weer gelijk over de taart, die komt inderdaad van bij Wijkmans, nu je het zegt, al ligt die niet naast het postkantoor. Het krantenwinkeltje Van Lena Deruyter ligt daar nog tussen. En ik ben toch wel heel zeker over de verwarming: ik heb ze opgezet.' 'Officieel al op 21 september. Ik had eigenlijk liever twee klontjes in mijn thee gehad. En nee, ik heb ze opgezet.' 'Er zitten er twee in. En de verwarming ... Ikke.' 'Ik ben er honderd procent zeker van. Ik mag hier dood neervallen als het niet zo is.' Beloven, ja, dacht Raf. Hij had plots geen zin meer in welles-nietesspelletjes en oeverloze discussies.  'Om het even over iets anders te hebben. Over een paar weken vieren we onze huwelijksverjaardag. Geven we een feestje voor de familie en de buren of doen we helemaal niks?' 'Is het alweer zover? Dat moet onze eenenveertigste al zijn.' 'Nee, veertigste.' 'Eenenveertigste. Weet je wat? We doen geen feestje en geven elkaar een cadeautje in de plaats. Een verrassing.' En zo gebeurde het dat Raf en Erna hun huwelijksverjaardag gezellig samen vierden. Ze hielden woord en gaven elkaar een origineel geschenkje. Al vermoedde Erna dat Raf pas iets gekocht had nadat hij wist dat zij iets voor hém had gekocht. Anders had ze nooit iets gekregen, dacht ze. Ook ik, als schrijver dezes, stel me de vraag: kocht zij vooraf voor Raf of hij erna voor Erna?

Danny Vandenberk
0 0

Mijn goede vriend

Ik begin meer te lezen over bipolaire stoornissen. Iemand die ik goed ken zegt er last van te hebben maar ik wist niet juist wat dat betekende. Hij zou, zegt hij, periodes beleven waarin hij veel energie heeft. Dat wil ik ook. De laatste keer dat ik veel energie had, kende ik die mensen nog en deed ik veel dit en andere dingen, maar nu niet meer. Mijn vriend heeft een onaflatende bron die hem voedt met weetjes, ideeën en inzichten en zegt een constante stroom van woorden te ervaren waarvan hij er veel niet uitspreekt. Soms omdat ze niet relevant zijn of te belachelijk of gewoon omdat ze al eens gedacht zijn. Hij spreekt er ook veel wél uit en hij lijkt ook altijd zo opgewekt. Ik heb alleen oude terugkerende gedachten die me triest maken. Ze geven me een gevoel van veiligheid. Ik zou overmand raken door zoveel nieuwe gedachten. Hoe kan je nu een idee vertrouwen dat je nog nooit hebt gehad? Mijn vriend maakt graag plannen, vaak vertrekkend van opgedane kennis en test graag talenten uit waarvan hij niet wist dat hij ze had. Reisje hier, feestje daar. Het kan precies niet op. Wel een beetje veel allemaal. Hoe meer ik hem hoor vertellen, hoe meer ik me afvraag of hij al die dingen ook daadwerkelijk doet. Ongerealiseerde ideeën tellen niet voor mij. Ik zou me schamen om ze zelfs maar een idee te durven noemen. Maar het gaat niet over mij. Hij moet altijd in de belangstelling staan. Net als mijn vader, die veel van hem weg had. Die kon ook honderduit vertellen over de dingen die hem fascineerden en dat waren er best veel. Hij kon kleine dingen groot maken. Dat is handig als je blij wil zijn. Maar hij werd er ook triest van. Ik snapte niet meteen hoe je dat tegelijk kan voelen. Je bent toch niet eerst euforisch en dan net daarna ontroostbaar? Mijn vader was ze beide en hoe meer ik ze samen zag hoe meer ik van hem ging houden. Ik kon de schoonheid zien van de dualiteit die in hem huisde maar ook de pijn die zijn dubbele monster meebracht. Die pijn werd groter tot hij volledig mij was geworden en er geen plaats meer was voor blijheid. Ik haatte wie ik zag. Mezelf en de spiegel. Waarom werd hij niet gewoon beter. Ik hoop dat mijn vriend dit nooit zal moeten meemaken.                  

Mr Jones
1 1