Lezen

Marteltechnieken

De treinpassagiers die denken dat hun net niet goedkope Louis Vuitton-imitatie kans op een acute hernia heeft. Zij verdienen de Gouden Stier.  De puberende 14-jarigen op het tramperron met hun Kipling-boekentassen die vol energie het mentaal slapende maandagochtendspitsvolk verstoren. Zij verdienen de Watermarteling.  De groep trampassagiers links en rechts die niet op tijd afstapten en de groep ongeduldigen achter mij die mij collectief sandwichten in een moment van pure chaos. Zij verdienen de Russische Knoet. De passagiers die geduld geen deugd vinden en opstappen alvorens de mensen te laten afstappen. Zij verdienen het Rad.  De imbeciele conductrice die 4 minuten te vroeg de deuren van mijn aansluiting sloot in het naar rotte broccoli stinkende Lichtervelde en koppig weigerde ze te openen wegens een o zo belangrijk gsm gesprek, vervolgens het gordijn sloot om de furie op mijn gezicht niet te hoeven trotseren en zo de oorzaak van een gemist examen werd. Zij verdient de Kwelpeer. De andere imbeciele conductrice die me een dreun in mijn levergedeelte gaf omdat ik volgens haar te dicht bij de deur stond en zo dacht op een heroïsche manier het leven van een doorsnee treinpassagier te redden van een treindeur op anderhalve meter afstand die ogenblikkelijk ging sluiten. Zij verdient de Rektafel. De mannelijke treinpassagier die het normaal vond om bij het weggooien van zijn restafval over de dijbenen van een jonge vrouw te wrijven alsof ze côte à l’os waren die vroegen om een marinade. Hij verdient de IJzeren Maagd. De fluorescerende man die fulltime werkt en fulltime studeert. Die danst alsof er niemand kijkt en die mijn 17- jarige zus telkens probeert te imponeren alsof hij een kans maakt. Hij verdient de Tucker Telefoon. De drie 16-jarigen die zonder mondmasker de trein opstappen, geen enkele deftige zin kunnen bouwen in hun eigen moedertaal maar perfect een joint kunnen rollen op een overbevolkte trein zonder de bedwelmende kostbare inhoud op de smerige grond te smossen. Zij verdienen naschoolse bijles.         

Delphinus
4 1

Legeschedelsyndroom

Beste patiënt Na een grondige analyse van voorgaande onderzoeken kwam ik tot de conclusie dat u last hebt van het legeschedelsyndroom. Dat houdt in dat de wind dwars door uw schedel vliegt, het ene oor in en het andere oor weer uit. U zal een fris briesje voelen maar er verder niets achter zoeken. Het houdt in dat u filosofie studeert aan de hand van HLN-commentaren en de ochtendwijsheden van alcoholverslaafden aan de toog van het lokale volkscafé. Ook zorgt het syndroom ervoor dat u spreekt zonder te denken want denken lukt u niet, dus veel zinnige dingen hebt u niet te zeggen. Dit zorgt er dan weer voor dat uw sociale kring geen positieve groei ervaart want elke intellectueel verdoet zijn/ haar/ hun tijd niet met u, en elke mededommekloot vormt helaas geen waardevolle verrijking voor uw leven. De diagnose lag echter voor de hand: men ziet de dode blik in uw ogen en men weet al genoeg. Medicinaal valt er niet veel tot helemaal niets aan te doen, maar hier zijn enkele creatieve manieren om u uit de nood te helpen en vooral ook om de maatschappij van u te verlossen:  -          U kan met een aardappelmesje de slagaders in uw nek doorsnijden.  -          U kan gaan joggen op het treinspoor, gelieve vriendelijk te zwaaien naar de treinbestuurder zodat die zich na het voorval iets beter voelt. -          U kan op zondagnamiddag een tukje doen in een gesloten auto op de parking van de Delhaize wanneer het buiten 34 graden Celsius is.  -          U kan uw polsen in een stevige blender stoppen. -          U kan met een vork in het stopcontact zitten koteren terwijl je net uit de douche komt.  -          U kan uw hoofd in versgegoten beton doppen en blijven zitten tot het droog is.  -          U kan uzelf in prikkeldraad wikkelen en van een berg rollen, pas echter op bij het toepassen van deze techniek want die is niet altijd dodelijk.  -          U kan een paringsdans gaan uitoefenen met een zilverruggorilla in de zoo.  -          U kan uzelf met een gespreid rectum bovenop een spiets placeren en langzaam doodbloeden.  -          U kan met een voorwaartse saltotechniek van de trap springen en ervoor zorgen dat u op uw nek belandt. Dit kan mogelijks ook eindigen in enkel verlamming.  -          U kan accupunctuur uitoefenen op uw wekedelengebied met verroeste metalen brochettestokken. -          U kan een fles wasverzachter drinken, die uitkotsen en dan een fles bleekwater drinken. -          U kan uzelf ingraven in het aardappelveld van de lokale boer wanneer het tijd is om de grond om te ploegen.  -          U kan uw dagelijkse cornflakes verwisselen voor lekkende alkalinebatterijen.  -          U kan Dokter Bibber spelen op uzelf. Wordt dikwijls gedaan op spelletjesavonden met vrienden en familie erbij. -          U kan gaan bungeejumpen met een tuinslang vanop een kerktoren.  -          U kan solliciteren voor een job als assistent van een bejaarde stuntman met motorische problemen. -          U kan uw typische spaghetti bolognaise vervangen door sliertjes gebakken oude fietsband met olijfolie, brokken asfalt en knoflook. -          U kan uw organen aanbieden op de zwarte markt en uw adres erbij plaatsen. -          U kan uzelf ophangen met uw dikke darm. -          U kan uw pas gestorven nonkel na 3 weken opgraven en zijn vlees op de BBQ gooien als je honger hebt.  -          U kan aan rioolratten gaan likken. -          U kan een week onder de zonnebank gaan liggen en dan je huid scrubben met gemalen brokstukken uit Tchernobyl. -          U kan een oude bloedzak uit een container voor medisch afval halen en die leegslurpen met een rietje. Als u dit doet op halloween, hoeft u ook geen verwarde blikken te incasseren.  -          U kan uzelf laten vierendelen door 4 monstertrucks.  -          U kan uzelf villen met een scheermesje en daarna een bad nemen met extra veel, welriekend badzout.  -          U kan blijven eten tot u 300 kilo weegt en daarna in het kanaal springen.  -          U kan uw gehele voorraad korte drank opdrinken en daarna een brandende kaars proberen inhaleren.  -          U kan in bad kruipen samen met uw autobatterij.  -          U kan uw voeten afzagen en een marathon gaan lopen. Let wel op, deze techniek is ook niet altijd dodelijk.  -          U kan Tarzan spelen met een hoogspanningskabel.  -          U kan in een winkelkarretje een steile berg afrijden.  -          U kan uzelf bij het nekvel laten grijpen door de roedel hongerige chihuahua’s van uw pas gestorven nonkel. -          U kan uzelf opgeven als bloeddonor voor hobbyvampiers en liegen over hoe vaak je dit per dag doet, zodat ze u onbewust helemaal leegslurpen.  -          U kan gaan kamperen in een testgebied voor Noord-Koreaanse kernwapens. -          U kan een buffet van verschillende soorten schimmel en rotte zaken degusteren, zoals bijvoorbeeld oud en bedorven vlees. Ook rauw slachtafval is een goede keuze. Qua schimmels kan u kiezen voor beschimmeld fruit of beschimmelde boterhammen. Alles wat oud en bedorven is voldoet. Slik op voorhand enkele Motiliums zodat u zeker alles binnenhoudt.  -          U kan een blinde uw borsthaar laten verwijderen met een grasmaaier.   -          U kan uw ledematen in mootjes hakken en uzelf verkopen aan de lokale slager. -          U kan dagelijks 6 liter espresso drinken om slaap te vermijden tot u vanzelf doodvalt. -          U kan in de diepvries kruipen en uzelf invriezen.  -          U kan de beerput van uw lepralijdende overbuur uitlepelen.  -          U kan microplastics injecteren in uw bloedbaan tot uw aders verstopt geraken.  -          U kan dode kwallen van het strand rapen en hier carpaccio van maken.  Zoals u ziet zijn er tal van manieren om van uw problemen af te geraken. Indien u kiest voor een van de hierboven vermelde opties, is het wel sterk aangeraden om ervoor te zorgen dat u uw testament en andere officiële zaken eerst in orde brengt. Indien dit u niet lukt, wat hoogstwaarschijnlijk zal blijken wegens uw medische aandoening, dan kunt u hier ook hulp voor krijgen via de notaris. Indien u nog vragen of twijfels heeft, kan u mij altijd contacteren via onderstaande e-mail adres: megaprofessionele.dokter@gmail.com   Met vriendelijke groet, Dokter De Cock

Delphinus
8 1

Klaas ligt hier Vaak

Als de avond valt, zit hij naast mij in de zetel te staren alsof hij iets verwacht van me. Ik weet wat ik moet doen en kruip mijn bed in. Hij komt naast me liggen en begint luidkeels de Habanera te zingen waardoor ik de slaap niet kan vatten. Ik schop hem mijn kamer uit maar hij schopt tegen mijn deur tot ik hem weer binnenlaat en hij zich verontschuldigen kan, samen vallen we in slaap. Rond 3.00u ’s morgens is hij nergens meer te bespeuren en lig ik te woelen in mijn bed, in plaats van schaapjes tel ik nu vloekwoorden maar het levert niks op. Uiteindelijk sta ik op, maak me klaar en spring op de trein om mijn recente oude bekende voor mijn neus te zien zitten. Ik wens hem een goeiemorgen, hij gooit kilo’s zand in mijn gezicht. Enkele haltes voorbij de halte die ik nodig had maakt een werknemer van de NMBS me wakker om mij op de feiten te wijzen. Ik koop een treinticketje om verdere boetes te vermijden en keer terug. Daarna breng ik een bezoekje aan een lokale koffiezaak met mijn herbruikbare beker om deze op te vullen met welriekende koffiebonendrank. Als ik vraag wat hij wil drinken, stormt hij halsoverkop de koffieshop uit. Vol medelijden en verwarring biedt de barista mij m’n koffie gratis aan, ik geloof graag dat dit ter compensatie van mijn treinticket is.  Een productieve voormiddag later komt hij zich na het middageten naast mij in de aula positioneren. Ik vraag excuses en een verklaring maar in plaats daarvan grijpt hij me bij de nek. Door z’n stevige wurggreep verlies ik het bewustzijn, terwijl ik me afvraag waar hij dit soort Aziatische vechtsporttechnieken heeft geleerd. Wanneer ik de volgende ochtend m’n ogen open doe en een gillende poetsvrouw voor me zie staan, dan besef ik dat het tijd is om huiswaarts te keren. Ik stop nog snel even bij de supermarkt om een sixpack Red Bulls te halen en spring weer op de trein. Bibberend maar voldoende gehydrateerd wandel ik naar huis, de ochtendspits zal starten wanneer mijn hoofd de ganzenveren raakt. Ik draai me om en mijn blik grijpt de zijne vast, enkel om hem grijnzend uit mijn bed te zien klauteren en in het felle ochtendlicht weer te zien verdwijnen.  Een wispelturige man maar ik kan helaas niet zonder. 

Delphinus
18 1

Half tien

Jij armtierig stuk uitgedroogd oranje gebakken vlees. Jij met de blik van een verdwaasde havik die net veertien ontsnapte laboratoriumratten verorberd heeft. Je infiltreert mijn ergste dromen, je stemgeluid scheurt de stilte aan flarden. Ik wil jou aan flarden scheuren, ik wil je verrukte rotkop ontdoen van alle gebakken lucht die zich erin verschanst heeft. Ik wil je laten vierendelen door vier opgefokte shetlandpony’s die net sterk genoeg zijn maar niet zo sterk als grote paarden zodat het langer duurt en extra pijnlijk wordt. Mijn spaargeld geef ik uit aan een gigantische kniptang, hiermee knip ik je scheve poten eraf. Heel traag. Met veel geduld. Ik herinner me de verhalen over Vladimir The Impaler en wil je spietsen met een levensgrote brochettestok. Die ram ik door je achterwerk naar boven en zo hang ik je te bakken over een laag vuurtje. Heel traag. In eigen sap. Met veel geduld. Alle goede dingen in het leven vragen veel geduld. Als je je vorte stinkbek vol Typextanden opentrekt, dan droom ik ervan om je in je blootje door de marinade te rollen en te voederen aan een bende uitgehongerde hyena’s, die klinken trouwens net zoals jij. Ik ruk je atlasgewricht eruit en kijk toe wanneer de zwaartekracht langzaam je hoofd van je lijf trekt zodat het als een met pudding opgevulde kom op de grond kletst. Heel traag. Met veel geduld. Alle goede dingen in het leven vragen veel geduld. Jij hebt geen geduld. Jij schreeuwt en schreeuwt en schreeuwt en schreeuwt en schreeuwt en je hebt geen geduld. Ik blaas je vol helium, plak je gezicht dicht met tape en stop je voeten in een betonklomp, dan gooi ik je in een beerput en vraag ik me af of je zal zakken of drijven. Ik heb geduld, ik zal aandachtig kijken. Alle goede dingen in het leven vragen veel geduld. 

Delphinus
8 1

Gladiator

Het begint bij een paar afgehakte benen.  Het linkerbeen behoorde tot een vrouw die zichzelf creatief waande en het normaal vond om haar pupillen te vernederen tegenover hun klasgenootjes. Ze kon vlechtjes maken in haar okselhaar en plastieken kerstdorpjes ondersneeuwen met het roos uit haar haren. Ik nam haar linkerbeen en gooide de rest in het zuur bad in mijn kelder om te verteren en te verdwijnen. Het rechterbeen behoorde tot een andere vrouw die zichzelf geniaal waande en het ook normaal vond om haar pupillen te vernederen tegenover hun klasgenootjes. Haar decibels varieerden evenveel als haar gemoed, nu komt er niet veel geluid meer uit. De roodgloeiende ogen van een medewerkster uit een frietkot nestelen zich nu in iets anders dan haar oogkassen. Het laatste wat ze gezien hebben toen ze nog huisden in de schedel van hun voormalige eigenaar is een glanzende soeplepel en een boze klant. De kleuterjuf die één specifieke kleuter haatte; zij mocht oogsten wat ze gezaaid heeft, en dat zonder haar pezen en haar tenen. Vanaf nu schreeuwt het ook via de geïmplanteerde stembanden van een radiopresentatrice die bij elk zinloos gesprek medelijden en pijn verheerlijkt ten bate van goedkoop entertainment. Nu heeft ze medelijden met zichzelf, maar dit gebeurt in stilte. Elke dasjesman uit de sekte van de Vlaamse Leeuw mocht betalen met een arm. Nu is er een collectie van 26 armen, niet minder en niet meer want mijn kapmes ging stuk. Een zekere barista uit de Starbucks mist nu een hoofd, de scherpte van haar jukbeenderen paste perfect bij het paar roodgloeiende ogen uit het frietkot. Haar eigen ogen mocht ze houden voor zover ze er nog iets mee kon aanvangen. En een willekeurige sporenloper uit een bende van vervloekte sporenlopers mocht zijn zonden afbetalen met z’n intacte romp.  De diepvrieskast ziet er gruwelijk uit wanneer deze uiteindelijk leeg achterblijft. Bevroren bloed en ijskristallen vergezellen de vrieskou, een herinnering aan stabiel vlees.  Wanneer ik oog in oog sta met mijn huisgemaakte wrokmonster denk ik aan hoe ik haar het leven gegeven heb. Ze zou mijn dochter kunnen zijn maar dat is ze niet. We cirkelen rond elkaar in een arena van eigen maak en we bestuderen, we wachten af. Ze weet dat ik haar gecreëerd heb om opnieuw te sterven en dat ze boeten zal voor wat ze is of was. Dit wist ik maar al te goed toen ik besloot om nauwkeurig met naald en draad elk stukje vlees uit mijn collectie rotmensen te assembleren tot één verschrikkelijk opperrotmens. Botten heeft ze om te breken, spieren heeft ze om te scheuren, bloed heeft ze om te lekken en een bewustzijn heeft ze om af te kunnen zien. Ze stormt op me af met die lompe benen die nog aan wandelen na de dood moeten wennen maar ik ontwijk haar eerste aanval want degene die de eerste slag slaat schijnt altijd in het nadeel te zijn. Dus ik ontwijk en de kop is eraf. Figuurlijk dan. Een mes in de rug is al lang niet origineel meer, dus plant ik heel lenig mijn rechterschoen tussen haar schouderbladen waardoor ze frontaal op het grind valt, enkele kiezels hebben zichzelf nu tussen haar tanden geplaceerd. Wanneer kiezels en tanden naar me grijnzen overvalt me een lichte vorm van angst en realiteitsbesef.  Haar benen leren snel en ze rent me tegemoet vol spierkracht en toewijding en anarchie tegenover haar lot. Zeven van haar linkerarmen stuwen hun vuisten voort met de snelheid van molenwieken tijdens een storm. Ik buk en rol eronderdoor en tijdens het proces van instinctieve beslissingen ruk ik twee van haar armen af. Ik hoor die radiostem schreeuwen en moet toch toegeven dat het zeer muzikaal klinkt. Die vier seconden plezier komen me duur te staan wanneer ze een derde arm afscheurt en deze richting mijn hoofd slingert.  De horizon schommelt even maar wanneer er drie linkerarmen en zes rechterarmen op mij afkomen duik ik vooruit om mijn monster te rugbytackelen. Nu het op haar rug ligt spring ik recht om meteen een trap op haar gezicht te geven maar voor ik dit kan verwezenlijken grijpt een krachtige rechterarm me bij mijn enkels en gooit me naar de overkant van de arena. Ze recht haar harige mannenrug, imiteert een dominante zilverruggorilla en is nog kwader dan voordien. Met haar aan sneltempo ontwikkelende dijbenen stormt ze op me af, ze scheurt nog een rechterarm van haar torso en springt een tweetal meter de lucht in om met haar afgescheurde arm mijn schedelpan kapot te proberen slaan. Als ik een vlieg was, dan was zij de vliegenmepper. Helaas voor haar doet er zich een ander scenario voor wanneer ik vliegensvlug aan de kant spring om daarna nog een paar van haar armen af te scheuren en haar hoofd te sandwichen tussen twee pezige maar taaie handpalmen. Door de klap is ze even volledig gedesoriënteerd, een voordelig paar seconden voor mij. Ik grijp een handvol zand en kiezelstenen en lanceer de hele zooi in haar lelijk samengestelde gezicht. Haar roodgloeiende ogen zien nog roder door de rommel die zich op haar netvliezen vastgehaakt heeft. Nu is het weer mijn beurt. Verdwaasd staat ze te stuntelen op kiezels, zand en dieprood glanzend bloed. Ik sla mijn linkervuist met een brede, krachtige zwaai tegen haar rechterkaak. Ze wankelt even op haar benen waardoor ze mijn rechtervuist in vliegende vaart niet ziet aankomen. Deze raakt succesvol haar linkerkaak die even een krakend geluid maakt, wat mij een serieuze dosis dopamine oplevert. Ik stomp mijn linkervoet frontaal in haar maag en wanneer ze razend op haar rug valt ,trek ik er met al mijn macht een been van af. Verbazingwekkend lenig, voor een aan elkaar genaaid monster met enkele ontbrekende armen en een afgescheurd been, springt ze weer recht en grijpt me bij de haren om me zoals de propeller van een helikopter aan hoge snelheid rond te zwieren. Ik moet even mijn maaginhoud legen maar laat het hier niet bij. Ik spring recht, hoewel ik sterretjes zie, en lanceer mijn stalen vuist tegen haar kin. Ze noemen dit een uppercut, en deze blijkt heel effectief te zijn aangezien haar schedel aan een hoge snelheid naar de overkant van de arena vliegt, rechtstreeks het publiek in, en het gaat helemaal los. Ik ben mij volledig bewust van mijn spontane overwinning en groet vrouwe Victoria met nog een laatste afgescheurde arm.  Wanneer ik de arena in volle glorie verlaat, glijd ik uit over een plasje vers bloed en land frontaal op mijn afgematte tronie. Met een bloedneus, twee zwart geklopte ogen en een ontwricht kaakbeen blaas ik de aftocht. Om mijn moment van pure catharsis te kunnen afronden neem ik een tuinslang, sluit deze aan op een benzinepomp en spuit de hele arena onder. Inclusief het publiek. Ik neem een lucifertje en brand de volledige boel plat tot het assen regent.  Nu zijn er geen rotmensen meer.   

Delphinus
5 1

Het dekentje

Het verschil tussen een ‘boulanger’ en een ‘boucher’, of de vertaling ervan, daar heb ik altijd mee geworsteld. Wie is de bakker en wie is de slager? Ik had voor mezelf een ezelsbruggetje gemaakt. ‘Bij de boulanger koop je geen boulette.’ Dus de boulanger is de bakker. Maar dat is te ingewikkeld, want als je die ‘geen’ vervangt door ‘een’, klopt het natuurlijk niet.  Daarom twijfelde ik in Parijs opnieuw, toen we aan de overkant van het kruispunt op de Rue La Fayette een winkeltje zagen met ‘Boulanger’ op het uitstalraam. “We wachten tot er iemand buiten komt”, zei ik. “Als die een stokbrood bij zich heeft is het een bakker. In Frankrijk eten ze niets dan stokbrood.”  Maar je zal dat altijd zien. Iedereen die buitenkwam had een klein zakje vast. Daar paste geen stokbrood in. Voor hetzelfde geld zaten er een paar bouletten in.  “Laat ons gewoon tot daar gaan”, zei mijn vrouw. Even later zaten we op het terras met een koffie en twee voortreffelijke chaussons aux pommes. Appelflappen op zijn Frans.  We keken naar het Parijse straatleven. Aan het kruispunt sprak een man stilstaande chauffeurs aan. We zagen dat hij vuur vroeg voor zijn sigaret. Na vier auto’s had hij een roker getroffen.  Vlakbij hem lag een jongeman op het trottoir te slapen. Hij had zich gelukkig al eens omgedraaid. Hij kon ook vuur gebruiken.  Wat verschilt het leven toch op elke vierkante kilometer. In de grootstad is dat zelfs een vierkante meter. Iets verder was het een en al glamour bij de Olympische Spelen.  Een buurvrouw bracht samen met haar zoon een dekentje naar de jongeman. Samen legden ze het dekentje over de jongeman. We zagen dat hij naar de mevrouw en haar zoon keek. Hij trok het dekentje nog wat verder over zich.

Rudi Lavreysen
17 1