Vrienden voor het leven
1
Sneller Lotte, anders komen we te laat!
Lotte trapt en trapt, maar het gaat maar niet sneller en Bert blijft maar schreeuwen.
Uiteindelijk komen Lotte en Bert op school aan wanneer de bel gaat.
Lotte puft nog na wanneer ze in de rij staan, ze ziet zo rood als een tomaat van de inspanningen die ze leverde. Zo een harde wind en dan met haar conditie… niet gemakkelijk!
Meester Marc maakt een kruisteken en de kinderen gaan zitten. Na het rumoer van pennenzakken en agenda’s uit de boekentas te nemen is de rust teruggekeerd in de klas.
We gaan het vandaag hebben over ‘water’ zegt meester Marc. Uit de klas komt een mengelmoes van gepuf en gepraat.
De meester noteert het woord op het bord. Wat komt er zoal in jullie op?
Een bad, zwemmen, drinken, … De woorden volgen elkaar in sneltreintempo op. De meester kan bijna niet meer volgen.
Lotte denkt en denkt maar kan op geen woord komen. Plots weet ze het ze springt recht en roept zonder haar vinger op te steken… REGEN!
Goed zo Lotte, zegt de meester, maar in het vervolg je vinger opsteken!
We gaan deze week een volledig project houden over water met vrijdag een uitstap naar een ver bos. Dus neem allemaal jullie agenda en noteer dat je zeker je laarzen aan doet!
Bert en Lotte kijken elkaar aan. Een uitstap, dat is altijd leuk!
Vandaag, maandag bespreekt de meester zeer veel over water. Hij heeft veel foto’s en prenten bij. Het is een zeer leuke dag. Zelfs rekenen was leuk. Ze mochten zelf water in een glas gieten en zo.
Moe, maar goed gezind stappen Bert en Lotte terug op hun fiets. Ze hebben meewind nu, dus alles gaat veel vlotter dan deze morgen.
Thuis gekomen gooit Lotte haar boekentas in een hoek en ploft neer in de zetel.
Wel, zegt mama, hebben we geen huiswerk tegen morgen?
Jawel mama, maar ik mag toch wel even neerzitten klaagt Lotte.
Mama haalt Lotte’s agenda uit haar boekentas. Zo, zegt ze. Je moet veel rekensommen maken en een tekening maken over water. Ik zou er maar aan beginnen mocht ik van jou zijn!
Nors gaat Lotte naar haar kamer. Heeft mama nu echt geen geduld! Ze is toch maar een kind!
Puffend begint ze aan haar rekensommen. In de klas ging het veel gemakkelijker omdat ze dat met water mochten testen, maar nu… Het lukt totaal niet!
Dan maar aan de tekening beginnen. Wat kan je nu tekenen over water? Een glas, een fles ... dat is ook maar saai! Neen, Lotte wil iets spannender tekenen. Waar natuurlijk ook water in zit maar wat…
Lotte droomt weg.
“Bert pas op!
Lotte zit samen met Bert op een zelfgemaakt vlot. Ze zijn op stap met de klas en de opdracht was van een vlot te maken en dan een parcours af te leggen.
Zoals steeds hebben Bert en Lotte samengewerkt. Ze hebben een prachtig vlot gemaakt met een mooie vlag erbij. Op de vlag staat een piratenhoed getekend.
Bert is kapitein en Lotte is matroos.
Er is zeer veel wind vandaag en Lotte moet zeer hard peddelen om vooruit te raken. Bert zit dat het niet goed gaat en komt haar helpen. Hij heeft veel meer kracht dan Lotte.
Het vlot scheert over het kolkende water. De richting is niet altijd even goed, maar door Lotte’s stuurmanskunsten komt alles weer goed.
Opeens ziet Lotte een waterval verschijnen. Bert heeft dit niet gezien en roeit maar harder en harder. Lotte begint te roepen. Bert pas op! Een afgrond!! Bert kijkt verschrikt op, maar voor hij kan remmen verdwijnt het vlot met Lotte en Bert erop in de afgrond.
Het gaat razendsnel. Lotte kan haar vastgrijpen aan de mast en bert hangt aan haar voeten.
De afgrond blijft maar duren. Wat gaat er toch met hen gebeuren?
Het water spat in Lotte’s gezicht zodat zij niets meer kan zien. Bert gilt en gilt maar niemand hoort hen.
En dan opeens PLONS!
Het water raast over Lotte en Bert, ze zijn beiden doornat en durven hun ogen niet meer te openen.
Na enkele minuten opent Lotte haar ogen en kijkt om zich heen.
Ze leven nog!
Het is een rustig, kabbelend beekje waar ze nu in varen. Het lijkt wat op dat in het bos in hun dorp.
Bert! Doe je ogen open! Het is hier zo mooi!
Bert opent zijn stilletjes zijn ogen. Hij durft eerst niet goed. Maar wanneer hij ziet dat alles in orde is, kan hij terug rustig ademen.
Lotte, komen eten!
Lotte schiet ineens terug wakker en gaat naar beneden.
Wat verdwaast zit ze aan tafel met haar vork in haar aardappelen te prikken.
Wat scheelt er toch aan? Vraagt mama.
Niets zegt Lotte, die nog altijd zit te bekomen van haar avontuur op het vlot.
Hoe is het met je tekening en met je sommen?
Gaat wel, zegt Lotte.
Lotte heeft nog niet gedaan met eten voor dat mama de tafel al begint af te ruimen. Mama moet nog gaan werken en papa zal vanavond maar laat thuis zijn want hij had nog een vergadering.
Lotte moet dus straks alleen thuis blijven, samen met haar hondje Plukkie.
Dit doet ze niet graag, ze hoort dan allerlei rare geluiden. Daarom vraagt ze aan mama of ze Bert mag bellen. Ze zegt tegen mama dat ze haar sommen niet goed snapt.
Lotte belt naar Bert en die beloofd dat hij zal komen.
Na de afwas vertrekt mama naar haar werk.
Mama is nog geen vijf minuten vertrokken of daar gaat de bel al. Het is Bert. Lotte geeft hem een knuffel, want ze is zo blij dat hij is gekomen.
Bert en Lotte zijn al de beste vrienden sinds de kleuterschool. Bert had een beetje ruzie met een paar leerlingen van het 3e kleuterklasje en Lotte was tussenbeiden gekomen om de ruzie op te lossen.
Sindsdien zijn de twee de beste vrienden.
Samen spelen, naar school fietsen, wandelen in het bos; Lotte is de voorbije zomer zelfs mee gaan kamperen met Bert en zijn mama.
Lotte vertelt ook al haar geheimen aan Bert en omgekeerd.
Lotte’s papa pest haar soms en zegt dan dat Lotte nog gaat trouwen met Bert. Maar dat vind ze niet leuk.
Lotte is nog niet zo bezig met de liefde. Bert is een zeer goede vriend, maar hem kusjes geven vind ze toch wat raar.
Nu is Bert er dus weer voor haar.
Zet je neer, zegt Lotte. Ben jij al klaar met je huiswerk?
Ja, zegt Bert. De sommen waren wel moeilijk, maar de tekening was vlug gedaan. Ik heb gewoon een fles water met een glas ernaast getekend.
Amai! Ik heb nog niets gedaan. Ik was begonnen aan de tekening, maar dan… en Lotte vertelt het hele verhaal van de droom aan Bert.
Verwondert zit Bert te luisteren. Wat een verbeelding heeft Lotte toch!
Teken dat dan toch, een vlot op het water heeft toch ook iets met water te maken!
Ja, dat is waar, maar ik ben toch niet zo een tekentalent hé.
Bert kan wel goed tekenen. 1 keer per week gaat hij naar de tekenschool. Daar tekenen ze bloemen, planten, vazen, fruit. Kortom alles wat je kunt denken kan Bert tekenen.
Daarom wil Bert Lotte ook helpen. Hij gaat het vlot schetsen, dan kan Lotte het overtekenen en kleuren.
Terwijl Bert aan het tekenen is, maakt Lotte haar sommen.
Soms moet ze heel hard denken over de oplossing, maar het lukt wel.
Na dat de sommen opgelost zijn, is Bert ook klaar met het tekenen. Het is een prachtige tekening geworden, met bomen en een zeer mooi vlot. Lotte begint te kleuren.
Maar gaat de meester haar wel geloven? Meester Marc weet dat Lotte niet zo een tekentalent is.
Maar Lotte gaat het toch proberen!
Na het huiswerk is het tijd voor spelen.
Lotte heeft juist een nieuw spelletje gekregen voor op haar spelcomputer. Ze zet het op en Bert en Lotte spelen alsof hun leven ervan afhangt.
Lotte, waar ben je?
Oei, is papa nu al thuis?
Bert kijkt op Lotte haar klok die aan de muur hangt.
Half tien!! Het is al half tien! Mijn mama zal zeer boos zijn!
Bert raast naar beneden. Dag meneer roept hij en springt op zijn fiets.
In de verte hoort Lotte hem nog TOT MORGEN roepen.
Oei, die was gehaast, zegt papa.
Ja we waren het uur uit het oog verloren zegt Lotte. Ik denk dat hij thuis nogal wat te horen gaat krijgen.
Lotte zit nog even met papa voor tv en dan is het bedtijd.
Gerust kruipt ze in haar bed. Haar huiswerk is af en… wat heeft ze een mooie tekening!
Rustig vertrekt ze naar dromenland waar haar misschien nog meer spannende avonturen te wachten staan.
De volgende morgen staat Bert al vroeg aan Lotte’s deur.
En? Vraagt ze. Wat zei je mama?
Oh, het viel wel mee, ze gaat me een gsm kopen om me altijd te kunnen bereiken, dus dat is wel leuk!
Waw! Een gsm! Ik ga er ook een vragen dan kunnen we berichtjes naar elkaar sturen!
Vandaag gaat het fietsen veel vlotter dan gisteren. De zon schijnt en er is niet zoveel wind. Lotte en Bert komen dan ook veel vroeger aan op de speelplaats.
Mag ik je tekening zien? Vraagt Hannelore. Ik heb een goudvis in een bokaal getekend. En jij?
Lotte haalt haar tekening uit haar boekentas.
Waw zo mooi. En zo een leuk vlot. Heb je dat zelf getekend?
Mja zucht Lotte, terwijl ze begint te blozen.
Je hebt het niet zelf getekend hé?
Hannelore is een meisje dat altijd de aandacht wil en op een goed blaadje wil staan bij de meester.
Neen, ik heb het wel zelf ingekleurd! Zegt Lotte.
Gelukkig gaat de bel. De kinderen gaan allemaal in de rij staan.
Lotte hoopt dat Hannelore niets zegt, maar de kinderen zitten nog niet goed op hun plaats of Hannelore neemt het woord.
Meester! Meester! Lotte heeft haar tekening niet zelf gemaakt.
Verlegen duikt Lotte in haar boekentas.
Lotte, is dat waar?
Lotte kijkt om naar Bert. Die trekt zijn schouders op, zo wil hij zeggen dat hij het ook niet weet.
Lotte, laat je tekening eens zien, zegt de meester.
Lotte haalt de tekening boven.
Mooie tekening Lotte! Maar ik denk inderdaad dat jij dit niet kan getekend hebben.
Zie je wel! Hoort Lotte Hannelore zeggen.
Ze kan haar wel iets doen, waarom doet ze dat toch?
Wie heeft er deze tekening gemaakt? Vraagt de meester.
Bert heeft de tekening gemaakt en ik heb hem ingekleurd meester.
Zo, een groepswerk! Dat was niet de bedoeling hé Lotte.
Ik weet het meester, maar…
Ik begrijp het wel, Lotte, Bert kan heel mooi tekenen, maar dit doe je toch niet hé Lotte.
Ik weet het meester.
Voor deze keer is het goed, maar bij de volgende tekenopdracht wil ik dat je zelf iets maakt ok?
En dan Hannelore, kom jij eens naar voor.
Hannelore komt naast de meester staan.
Hier, dames en heren, zien we een kleine overdrager. Hannelore zal dringend eens moeten leren van haar met haar eigen zaken te bemoeien in plaats van deze van iemand anders!
Goed we halen allemaal onze tekeningen boven. Hannelore gaat woedend naar haar plaats terug en kijkt Lotte recht in haar ogen. Deze kan haar lach niet bedwingen.
Er zijn zeer mooie tekeningen gemaakt. Maar de twee van Bert springen wel in het oog. Zo mooi dat hij kan tekenen! Lotte is er echt jaloers op.
Waar Lotte nog jaloers op is, is dat Jana steeds rond Bert hangt en hem niet met rust kan laten.
Bert is haar vriend, en van haar alleen!
Bert geniet wel van de aandacht van Jana. Jana is een mooi meisje die aan volleybal doet. Maar natuurlijk kan niemand Lotte vervangen als vriendin! Maar zou zij dat ook weten?
De dag gaat rustig verder.
De meester heeft een tekst voorgelezen over water en daar krijgen ze een vragenblad over. Hier zijn ze wel zoet mee tot aan de speeltijd!
En daar gaat de bel. Vlug gaan de kinderen naar buiten om te spelen.
Daar staat Jana weer rond Bert te draaien. Lotte kan haar niet bedwingen en loopt naar hen toe en gaat tussen de twee staan. Jana heeft het door en loopt weg. Bert blijft verwonderd achter. Wat moet hij hier nu van maken?
Wanneer Hannelore voorbijkomt roept Lotte: ‘nog eens bedankt hé!’
Hannelore draait zich om en loopt kwaad verder.
Lotte kan het lachen niet laten.
Na de speeltijd leren de kinderen een liedje over water aan. Alle kinderen zingen uit volle borst mee.
Maar Lotte kan het niet laten om naar Bert te staren. Wat is er toch met haar aan de hand?
Dit deed ze tot op vandaag nooit.
Ze weet het echt niet.
Dromend gaat de voormiddag voorbij, gelukkig merkt de meester niets.
Tijdens de middagpauze laat Lotte niets merken aan Bert, ze eten samen zoals elke dag en wandelen daarna de speelplaats rond. Vertellend over hoe het zou zijn mochten ze echt zo een vlot kunnen bouwen en ermee gaan varen. Voor ze het weten gaat de bel en moeten ze terug de klas in. Voor nog een les rekenen en wero en, hoe kan je het raden, alweer over water.
Lotte kan beter volgen, maar wat hield er haar toch bezig vandaag?
Onderweg naar huis is het stil tussen Bert en Lotte. Soms valt er wel een woord, maar echt uitbundig zoals ze normaal naar huis fietsen is het niet.
Lotte zit met haar hoofd ergens anders en Bert wil haar niet storen.
Bert weet ook wel dat Lotte een dromerig type is. Ze kan, zonder enige aanleiding, ineens wegdromen. Wanneer je ze dan stoort is ze heel kwaad.
Bert heeft het haar al verschillende malen gevraagd. Waarover droom je toch altijd weg?
Maar nooit krijgt hij een antwoord.
Daarom stoort hij Lotte nu ook niet en fietsen ze zwijgzaam verder.
Wanneer ze aan Lotte’s huis aankomen zegt Bert nog een goedendag en fietst vlug naar huis.
Bert woont alleen met zijn mama. Zijn ouders zijn gescheiden en zijn papa heeft hij nooit gekend.
Berts mama werkt in het ziekenhuis als verpleegster. Daarom zit Bert veel alleen thuis en kan hij ook zo makkelijk weg wanneer Lotte hem nodig heeft.
Wanneer Bert nu thuis komt is er iets raar aan de hand. Mama is er niet. Normaal was ze vrij vandaag. Waar zou ze toch zijn?
Mama, waar ben je? MAMA? Bert roept en roept, maar nergens is mama te bespeuren. Er ligt zelfs geen briefje op zijn plaats aan de keukentafel.
Bert maakt zich zorgen.
Mama! Mama!
Ineens gaat de bel.
Het is de buurman.
Bert, je mama ligt in het ziekenhuis. Ze heeft een ongeval gehad met de auto.
Het is niet zo erg hoor! Maar ze moet er toch enkele nachtjes in het ziekenhuis blijven.
Tot zolang hebben we afgesproken dat je bij Lotte gaat wonen. Haar ouders weten er van. Ze komen je zo dadelijk halen.
De buurman zijn woorden zijn nog niet koud of daar draait de auto van Lotte’s papa de oprit al op.
Neem je vlug wat spullen? Dan nemen we je mee.
Straks gaan we je mama bezoeken, beloofd!
Bert weet niet goed wat er hem overkomt. Hij loopt naar boven en neemt wat kleren samen, steekt ze vlug in een tas en gaat terug naar Lotte’s papa.
Je fiets kan in de koffer! Dan kan je morgen naar school rijden hé!
De deur gaat toe en de auto start. Wanneer ze aan het huis van Lotte aankomen staat Lotte al buiten te wachten en te zwaaien.
Ik heb het logeerbed al opgemaakt en er liggen handdoeken naast en…
Lotte! Laat Bert nu eens rustig binnen komen!
Bert zucht. Lotte’s papa had juist op tijd ingegrepen. Wat een drukke meid is Lotte toch!
Papa neemt Bert zijn koffer en draagt hem naar de logeerkamer.
Leg alles maar rustig weg, dan rijden we straks naar het ziekenhuis.
Ok zegt Bert.
Bert legt rustig zijn kleren en spulletjes weg. Daarna gaat hij naar beneden waar het eten al op tafel staat.
Na het eten gaan ze eindelijk naar het ziekenhuis.
Klop klop. Bert klopt aan de kamerdeur waar mama ligt.
Ja klinkt haar stem.
Daar ligt mama met allemaal draadjes en buisjes aan haar lichaam.
Mama, wat is er gebeurd?
Ik heb een auto-ongeval gehad jongen. Maar het valt mee hoor. Ik zal hier wel een paar weekjes moeten blijven. Blijf jij zolang bij Lotte logeren?
Ja, dat is goed hoor.
Na nog een half uurtje komen Lotte en Bert terug thuis. Daar kijken ze nog een beetje naar de televisie tot dat ze naar bed moeten.
Maar Bert kan niet in slaap geraken. Hij moet altijd aan zijn mama denken.
Zou alles goed komen? Ze had zoveel draadjes aan haar lichaam en ze sprak zo stil.
Dat spookt allemaal door zijn hoofd.
Ineens wordt er aan zijn deur geklopt.
De deur gaat open.
Het is Lotte.
Gaat het een beetje? Vraagt Lotte. Ik zag dat je licht nog brandde, daarmee kwam ik eens kijken.
Och, het gaat wel antwoordt Bert. Ik moet alleen veel aan mijn mama denken.
Lotte heeft haar knuffel vast en draagt een blauwe pyjama met hondjes op.
Leuke pyjama, zegt Bert.
Dank je, zegt Lotte. Het komt allemaal wel in orde met je mama hoor! Daar ben ik zeker van!
Zolang mag je hier blijven. Dat hebben mijn ouders beloofd.
Dat is lief, zucht Bert. Maar ik had toch liever thuis geslapen hoor.
Lotte gaat naast hem zitten op het logeerbed.
Ik weet het wel hoor. Maar ja, zo alleen in dat grote huis van jullie is ook niet alles hé!
Het is toch leuk dat we nu zoveel samen zijn! Dan kunnen we veel meer samen doen.
Dat is waar. Morgen zal het wel allemaal wat beter gaan hoor! Ik ga nu wat proberen slapen, want morgen zal het terug druk worden op school!
Ok, slaapwel.
Lotte geeft Bert een kus op de wang.
Dat is de eerste keer dat ze Bert eigenlijk een kus geeft.
Daar liggen ze dan, beiden in dromenland. Alhoewel, dromenland.
Bij Bert is het eerder een nachtmerrie.
Hij droomt dat het niet goed gaat met zijn mama. Badend in het zweet schiet hij wakker.
MAMA!!!!
Lotte’s papa heeft het gehoord en loopt naar de logeerkamer waar hij Bert recht ziet zitten op zijn bed.
Wat scheelt er jongen?
Ik heb slecht gedroomd… het ging niet goed met mama.
Maar het gaat allemaal goed komen hoor! Daar ben ik zeker van!
Ik weet het wel, maar toch…
Leg je maar rustig neer en probeer toch nog wat te slapen anders ga je morgen te moe zijn.
Als er iets is kom je maar naar onze kamer hé.
Dank u wel. En sorry hoor.
De nacht gaat rustig verder. Bert slaapt rustig nu en Lotte… ja die is echt in dromenland.
Ze is terug aan het varen op het vlot, maar dan veel rustiger.
Ze was gaan picknicken met Bert en hun mand staat in het midden van het vlot.
Het is zó gezellig!
DRING DRING
Lotte schrikt wakker van haar wekker.
Oh nee! Nu het juist zo leuk was!
Slecht gezind staat ze op en gaat ze naar de badkamer.
Ook Bert is wakker. Hij ziet er zeer moe uit.
Een beetje kunnen slapen?
Niet echt neen, ik ga wel eerst naar beneden, dan kan je je rustig klaarmaken.
Dat is goed, tot straks.
Wanneer Lotte gewassen is en beneden komt heeft Bert zijn ontbijt al binnen.
We gaan ons moeten haasten om op tijd op school te komen zegt Bert.
Zo lang dat jij op de badkamer blijft!
Bert loopt naar boven en maakt zich vlug klaar. Daarna springen ze op hun fiets en haasten zich naar school.
Wanneer ze de klas binnenkomen roept de meester Bert even apart.
Hoe is het met je mama, vraagt hij.
Gaat wel, denk ik.
De meester roept de kinderen samen in de kring. De mama van Bert heeft gisteren een ongeval gehad. Ze ligt nu in het ziekenhuis.
Bert woont momenteel bij Lotte thuis.
Hoe? Zegt Hannelore.
Kon je bij niemand anders gaan slapen?
Waarom zegt Bert.
Oh, gewoon…
Lotte kijkt Hannelore zeer kwaad aan, wat kan ze daar nu weer op tegen hebben? Ze zal wel weer jaloers zijn!
Wanneer er nog vragen zijn moet je ze nu stellen, want hierna gaan we verder met ons project zegt de meester.
Er zijn geen vragen meer. De kinderen gaan terug naar hun plaats.
Na de les rekenen en taal geeft de meester de opdracht een tekening te maken voor Berts mama. De kinderen gaan vlijtig aan het werk.
Op het einde van de voormiddag gaat Bert naar huis met een groot pak mooie tekeningen, deze gaat hij zeker afgeven!
Nog een boterham, Bert? Je moet goed eten hé!
Lottes mama is Bert aan het verwennen. En Lotte, ja die geniet mee van al die aandacht.
Straks gaan ze met z’n allen Berts mama nog eens bezoeken maar eerst moeten Bert en Lotte de afwas doen.
Lotte neemt de borden en laat ze in het schuim glijden. Opeens neemt ze wat schuim mee met haar hand en FLOEP! Dat gaat recht in Berts gezicht.
Dit moet je Bert niet aandoen! Hij neemt ook wat schuim en FLOEP! Lotte haar gezicht hangt nu ook vol schuim.
Wat daarna ontstaat kan je beschrijven als een ware schuimoorlog.
In korte tijd hangt de keuken vol schuim, maar de afwas? Die staat er nog.
Is het hier bijna gedaan!
Bert en Lotte kijken verschrikt achterom.
Papa is net de keuken binnengekomen.
Is die afwas nu nog niet gedaan? Nu kunnen we de keuken ook al beginnen afwassen!
Ja maar, papa…
Niets te maren! Wat zijn dat nu voor manieren?
Maar we waren maar aan het spelen!
Binnen 10 minuten vertrekken we naar het ziekenhuis. Daartegen moet de afwas gedaan zijn en de keuken terug tiptop in orde zijn!
Ja papa.
Ja meneer.
Wat was papa kwaad! Lotte en Bert haasten zich zodat ze zeker klaar zijn.
Juist op tijd komen ze de living binnen waar papa al klaar staat om te vertrekken.
Zijn we klaar?
Ja papa!
Bert en Lotte kijken naar elkaar en kunnen hun lach niet inhouden.
Nu moet papa ook mee lachen.
Wat hingen ze vol met schuim! En wat is Bert toch een leuke vriend…
Lotte denkt aan Hannelore, wat zou ze jaloers zijn! Er verschijnt een glimlach op haar gezicht en even droomt ze weg.
Lotte we zijn er!
Lotte schrikt op en samen gaan ze naar de kamer van Berts mama.
Die heeft eigenlijk niet echt goed nieuws…
Wanneer Bert de tekeningen aan zijn mama geeft moet ze een beetje beginnen wenen.
Wat is er mama?
Zo een mooie tekeningen! En dat allemaal voor mij?
Ja, zegt Bert, leuk hé!
Wanneer mag je nu naar huis mama?
Mama begint weer te wenen.
Ik weet het nog niet jongen. Ik moet waarschijnlijk nog eens geopereerd worden en dan zou ik nog een paar maanden moeten revalideren.
Wat wil dat zeggen mama, revatiseren?
Revalideren wil zeggen dat ik terug beter moet worden en dat moet hier in het ziekenhuis. Dus je zal nog een tijdje bij Lotte moeten blijven.
Bert kijkt naar Lotte, die kijkt blij verrast. Maar tegelijkertijd weet ze wel dat het Bert veel pijn doet.
En hoelang dan nog?
Dat kan ik echt niet zeggen jongen, maar je bent toch graag bij Lotte!
Ja, maar ik mis je wel hoor.
Ik je ook jongen, ik je ook. Maar als ik terug beter ben gaan we terug van elkaar kunnen genieten!
Hier heb je wat geld, ga eens met Lotte om snoepjes beneden ik heb nog wat te bespreken met je papa Lotte.
Daar verdwijnen de twee de gang op. Terwijl Lottes papa bij Berts mama blijft. Ze hebben heel wat te bespreken nu Bert heel wat langer dan gepland bij hen moet blijven wonen!
Lottes papa krijgt de sleutel van hun huis mee zodat hij nog wat kleren van Bert kan gaan halen en zo.
Gierend van het lachen komen Bert en Lotte terug de kamer binnen.
Ze hebben lekkere snoepjes gekocht en zijn elkaar nu aan het pesten met de vampierentanden die ze gekocht hebben.
Het zijn toch twee erge hé! Zucht Lottes papa.
Ja, ik bezorg je er toch niet te veel last mee hé?
Maar neen. Als ze zich maar amuseren!
Lotte kijkt haar papa raar aan. En daarnet was hij nog zo boos.
Papa komt naast haar staan en fluistert ‘sst’ in haar oor. Hij wil zeggen dat ze Berts mama niet meer ongerust mogen maken.
Lotte begrijpt het en pest Bert nog wat verder. Tot als papa teken doet dat het nu wel welletjes is en dat ze naar huis gaan.
Bert neemt nog afscheid van zijn mama en daar vertrekken ze weer.
Richting Berts huis. Hij moet alles meenemen wat hij wil. En geloof me, dat is heel wat!
Kleren, videospelletjes,… de auto zit zeer vol wanneer ze terug thuis komen.
Nu beginnen Lotte en Bert zijn kamer in te richten.
Maar al snel loopt het mis. Lotte wil er een meisjeskamer van maken en Bert een echte jongskamer.
Mama moet tussenbeiden komen en Lotte wegsturen.
Jij hebt jouw kamer hé.
Maar bij het eten is het al lang terug bijgelegd. Want Lotte kan niet kwaad zijn op Bert, ze kan dat gewoon niet.
Lotte geeft een knuffel van haar aan Bert: dan voel je je niet alleen!
Eindelijk is het vrijdag!
De kinderen moeten al vroeg op school zijn om op uitstap te vertrekken.
Ze hebben allemaal hun laarzen aan en propere kleren in de rugzak zitten.
Wat een geschater is het daar toch in die hoek van de speelplaats? Bert en Lotte gaan kijken.
Oh nee! Wat is er nu met Hannelore gebeurd? Ze staat daar met twee krukken en haar voet in het gips.
Bert loopt er direct naar toe en vraagt haar wat er gebeurde.
Ik ben gevallen met mijn fiets toen ik voor een poes moest uitwijken! Zes weken gips…
Lotte staat groen van jaloezie aan de kant. Waarom heeft hij nu zoveel aandacht voor die stomme koe!
Ze draait zich om en gaat al naar de andere kant van de speelplaats waar de meester staat te wachten. Er is wel een voordeel aan gans de zaak; Hannelore gaat al zeker niet mee op uitstap, dus Bert is voor de ganse dag van haar.
Iedereen op de bus!! De meester roept dit nu al voor de tiende keer. Eindelijk komt Bert ook op de bus. Hij gaat naast een donderwolk zitten, die we ook wel Lotte noemen.
Wat scheelt er aan?
Waar was je?
Ja, Hannelore…
Jaja, Hannelore dit, Hannelore dat, altijd maar Hannelore. Wel blijf dan op school met je Hannelore!
Zeg, wat is dat toch met jou. Het is toch niet dat we een koppel zijn? Ik mag toch met andere meisjes praten. Het is niet omdat ik voorlopig bij jullie woon dat ik jouw eigendom ben hé!
Daar zitten ze dan, de rug naar elkaar gericht en een donderwolk als gezicht.
Lotte zit te denken: wat is er toch met mij aan het gebeuren? Ze lonkt naar Bert.
Hij heeft eigenlijk wel gelijk hoor, maar het is sterker dan mezelf.
Ook Bert zijn hoofd staat niet stil.
Wat is er toch met haar, waarom is ze toch zo jaloers op Hannelore? Ze is en blijft toch mijn beste vriendin… vrouwen ik ga ze nooit begrijpen.
Door de lange busreis is het weer wat beter geworden tussen de twee. Nu kan de uitstap eindelijk beginnen. De kinderen stappen uit op een parking vlak bij een bos.
De meester roept hen bij zich. Vanaf nu blijven jullie dicht bij mij. Ik wil niet dat er iemand achteraan blijft hangen of van het bospad afwijkt.
We gaan nu allemaal samen naar de beek waar we onze testen gaan uitvoeren.
Dus daar begint de uitstap echt.
Je zou het moeten kunnen zien hoe de klas mooi in de rij de meester volgt. Het is precies of ze een legertje vormen die mooi in de pas hun generaal volgen.
En… Stop!
Bijna liggen ze allemaal op elkaar. Waarom laat de meester ze toch zo direct stoppen?
Sssst! Zie je daar in het gras die kikker zitten?
De kinderen komen dichterbij en blijven stil. Jaja daar zit de kikker te kwaken of zijn leven ervan afhangt.
Na een paar foto’s trekken wandelt het leger verder. Na nog een paar keer stoppen en fotograferen komen ze aan de beek aan.
De meester laat zijn helpers de koelbox aan de kant zetten. Nu gaan we per twee wat testen doen. De meester verdeeld de klas in groepjes. Lotte en Bert zijn samen in een groepje. Daar beginnen ze met het testen. Ze maken veel plezier en plots PLONS! Daar ligt Bert in het water.
Lotte en Bert! Wat is de bedoeling?
Maar meester, ik kon er…
Alle twee uit het water en stop maar met testen. De straf volgt wel op school!
Maar meester…
Geen gemaar, uit het water!
Balend stappen Lotte en Bert naar de kant. Maar toch blijven ze plezier maken.
Ze leggen zich neer tegen een boom en kijken naar de anderen. Daar ligt Bert op te drogen en wie kijkt er jaloers toe? Jaja Hannelore. Lotte heeft dit opgemerkt en lacht in haar vuistje.
Zo verloopt de uitstap toch enigszins anders dan gepland. De anderen kunnen hun testen rustig afwerken terwijl onze twee vrienden zich amuseren, maar zal dit blijven duren?
Na de middagpauze vertrekken de kinderen terug het bos in. Daar bekijken ze nog wat natuurverschijnselen en nemen ze wat mee voor in de klas.
Wanneer de kinderen terug op de bus zijn roept de meester Lotte en Bert vooraan.
Jullie gaan in het weekend een opstel maken van deze uitstap en ik wil alle details erin!
Jullie mogen samenwerken.
Ja meester, braaf keren ze terug naar hun plaats waar ze zuchtend op plaatsnemen.
En daar gaat de bus weer. Het wordt wel een leuke busreis. Er wordt gezongen en gepraat. Zo zijn ze zeer vlug terug op school.
En eindelijk is het weekend! Maar wat voor een weekend. Veel werk voor de boeg, maar ja, zo kan Lotte wel dicht bij Bert zijn en dat is zeer belangrijk voor haar!
Pfff zoveel werk en ik weet gewoon niet hoe er aan te beginnen.
Het is zaterdagmorgen 10 uur, Lotte en Bert zitten samen aan de keukentafel naar een wit blad papier te staren waar normaal inkt zou moeten opkomen maar hun inspiratie laat hen in de steek.
Wat moeten ze nu toch vertellen over de uitstap. De helft van de tijd waren ze er niet bij en de andere helft hebben ze alleen maar gespeeld.
Het is verschrikkelijk moeilijk!
Plots heeft Bert een idee! Lotte kijkt hem aandachtig aan.
Als we nu eens ons opstel schrijven alsof we de dieren van het bos waren die onze klas zagen komen en alles goed konden vinden.
Prachtig idee vond Lotte. Terwijl ze dromend zat te kijken naar hoe Bert zijn uitleg deed.
Met dit idee gaan ze volop aan de slag.
Ze werken hun idee uit alsof ze een eekhoorn en een vis zijn.
Nu gaat het zeer vlot. ‘s middags is hun verslag klaar en kunnen ze volop beginnen genieten van het weekend.
Dit lukt hen zeer goed. Het is prachtig weer buiten en Lottes huis heeft een zeer mooie tuin.
Ze ravotten de ganse namiddag en ’s avonds gaan ze nog eens op bezoek bij Berts mama waar ze de volledige dag uit de doeken doen tot zijn mama zo moe is dat ze in slaap valt.
Stilletjes verlaten ze de ziekenhuiskamer en worden ze door Lottes ouders getrakteerd op een hamburger met frietjes. Wat genieten ze daarvan!
Alsof dit alles nog niet genoeg is gaan ze ook nog eens naar een tekenfilm in de bioscoop.
Het gaat over een land hier heel ver vandaan.
Na de film hebben ze beiden veel buikpijn van het lachen of zou het van de popcorn zijn?
Zeker zullen ze het nooit weten maar een ding is zeker het was een mooie zaterdag.
Hoe straf maken toch nog leuk kan worden!
Moe maar nog steeds genietend worden ze in bed gestopt door de mama en papa van Lotte.
Op zondag gaat de verwennerij verder. Boterkoekjes ’s morgens, een ijsje ’s middags.
Wat een weekend, wat een weekend.
Maar morgen is het terug school. Dat zal minder leuk zijn.
Met knikkende knieën stappen Bert en Lotte de klas binnen. De meester begint de dag met een gesprek over de uitstap vrijdag en kijkt hen zeer boos aan.
Er hebben een paar kinderen de uitstap nog eens overgedaan maar dan op papier.
Jongeheer Bert en juffrouw Lotte wij luisteren aandachtig naar uw verhaal.
Oei, zo hebben ze de meester nog nooit bezig gehoord.
Ze kuchen allebei eens en dan beginnen ze hun verhaal.
Goedemorgen kinderen, ik ben Eddy de eekhoorn zegt Bert.
En ik blub ben Marie, de vis.
De kinderen kijken elkaar vragend aan. Wat is hier de bedoeling van?
Maar ze luisteren wel aandachtig verder.
Wat schrokken we toen we vrijdagmorgen al jullie stemmen hoorden afkomen. Wat gaat er met ons gebeuren was ons reactie. Ik klom hoog in een boom klonk het uit Berts mond en ik heb me verstopt achter een steen zei Marie euhm Lotte.
Toen we zagen dat jullie geen vislijn of geweer mee hadden waren we al veel minder zenuwachtig hé Eddy. Lotte kijkt Bert vragend aan, de klas begint te giechelen.
Ik dacht, wat zijn ze nu toch van plan. Maar ik zag jullie naar het water gaan en dacht, oef… terug rust.
Ja zeg! Denk ook eens aan mij hé! Snik. Ik zat daar achter die steen toen jullie jonge geweld op mij afkwam.
Ik wil geen visstick worden ging er door mijn hoofd! Ik ben nog te jong.
Jullie haalden allemaal rare dingen boven en namen wat water uit de beek. Ik werd er alleen maar banger van.
Goh, ik niet hoor!
Ja, dat is niet moeilijk sist Lotte er waren geen kinderen in jouw buurt!
Ja dat is waar, ik kon alles mooi in de gaten houden!
Allemaal die testjes dat jullie deden, zo interessant!
Ik voelde me ook meer op mijn gemak tot ik plots een grote klap hoorde en het water grote golven begon te maken.
Ja, ik heb dat perfect gezien vanuit mijn boom. Het waren twee kinderen die in het water vielen. Het was ook gedaan met mijn rust. Ze kwamen onder mijn boom zitten.
Hihi blub
Lotte en Bert gaan zo op in hun verhaal dat ook heel de klas meegaat.
Ze leven echt mee met Eddy en Marie.
Wanneer ze gedaan hebben met het verhaal te vertellen staat gans de klas, ook de meester, op en geeft hen een daverend applaus!
Lotte en Bert glunderen als nooit tevoren.
Bert is zelfs zo tevreden dat hij Lotte een grote knuffel geeft.
Hannelore, alles in orde?
Simon die naast hannelore zit geeft haar een por.
Hannelore ziet zo bleek. Wat zou je willen, Lotte die Bert een knuffel geeft, stikjaloers is ze.
Jaja, alles is in orde, en laat me nu met rust snauwt ze tegen Simon.
Lotte heeft natuurlijk alles gezien en kan er niet aan doen dat haar lach nog groter en groter wordt.
Zo een lieve knuffel dat Bert haar gegeven heeft, haar hart slaat sneller.
Ze had een mooie droom over Bert.
Op de speelplaats zit ze er een beetje verweesd bij. Wat is dat toch met haar. Vroeger kreeg ze nog knuffels van Bert, maar zo een gevoel had ze er nog nooit aan overgehouden.
Hannelore passeert haar en roept iets naar haar, maar ze hoort het niet. Zo diep zit ze te denken.
Bert is haar beste vriend. Ze kan met alles bij hem terecht, waarom kan ze nu niet normaal reageren. Ze weet het echt niet.
Haar buikje doet zo raar en haar gedachten dwalen altijd af. ’s Middags kan ze ook al niet eten.
Pfff dat dat gevoel maar vlug verdwijnt, want leuk is anders.
Wanneer ze thuiskomen van school is papa ook al thuis. Hij ziet dat er iets scheelt. Bert had het haar ook al gevraagd maar hij had geen antwoord gekregen.
Zonder iets te zeggen verdwijnt Lotte naar haar slaapkamer. Ze zet haar favoriete cd op en gooit zich op haar bed. Ze doet haar ogen dicht maar alweer ziet ze Bert zijn gezicht.
Ze doet haar ogen open en raad eens… alweer Bert.
Gek wordt ze ervan. Ga weg! Ga weg! Roept ze maar het beeld wil niet verdwijnen.
Laat me even alleen roept Lotte.
Lotte laat me even binnen het is papa.
Lotte springt uit haar bed en draait de sleutel om.
Wat scheelt er toch aan meisje? Is er iets gebeurd op school?
Niets papa, er scheelt niets.
Dat geloof ik niet! Normaal speel je altijd met Bert na school en nu lig je hier op je bed. Dat is toch niet normaal hé!
Ik kan niet elke dag even goed gezind zijn hé.
Dat is waar maar je moet weten dat je altijd bij mij terecht kan hé.
Dat weet ik papa, dat weet ik.
Het heeft toch niets met Bert te maken hé!
Lotte kan niets meer uitbrengen.
Ja dus.
Maar, maar
Heeft hij iets misdaan?
Maar neen!
Vind je het niet meer leuk dat hij hier woont?
Jawel!
Papa kan niet meer volgen.
Wat kan er dan nog zijn?
Volgens papa is Lotte nog steeds zijn kleine meisje. Maar nu ze al in het zesde leerjaar zit vergeet papa soms dat ze al andere gevoelens heeft dan in het eerste leerjaar.
Ik weet echt niet wat je bedoelt mijn kleine meid. Vertel het me eens!
Tring tring! De telefoon gaat. Papa stormt de kamer uit en Lotte haalt opgelucht adem.
Ze heeft het hem toch niet moeten vertellen.
Doordat papa zo naar buiten is gelopen is haar kamerdeur open blijven staan.
Lotte ligt met haar ogen toe naar de muziek te luisteren wanneer ze plots iemand hoort binnenkomen. Het is Bert. Wat doet die hier nu?
Lotte gaat het? Ik maak me een beetje zorgen! Anders vertel je alles aan mij en nu loop je me gewoon voorbij.
Maar het is niet belangrijk hoor. Maak je geen zorgen.
Toch zou ik het graag weten.
Op de achtergrond begint een nieuw liedje te spelen, de tekst is zeer toepasselijk: ‘with you i will get there, with you i will live for real’.
Laat me maar, alsjeblieft. Ik wil even alleen zijn.
Ok, maar ik heb toch zeker niets misdaan hé!
Neen, maar laat me nu.
Zachtjes verdwijnt hij van de kamer. Lotte voelt haar slecht. Bert had gelijk. Vroeger vertelde ze elkaar inderdaad alles, maar dit kan ze hem toch niet zeggen! Wat zou hij ervan vinden, hoe zou hij reageren?
Waarschijnlijk zou hij wel boos worden op haar en dat wil ze vermijden!
De cd speelt rustig verder en de ogen van Lotte vallen stilletjes dicht.
Het duurt niet lang vooraleer ze in dromenland komt. En jullie weten wel waarover die droom zal gaan. Over Bert natuurlijk. De droom begint mooi, maar dan vertelt ze Bert haar gevoelens en hij wordt zeer boos op haar.
Lotte begint te wenen.
Bert loopt weg.
BERT! BERT! KOM TERUG!!
Wat Lotte natuurlijk niet weet is dat ze echt luidop aan het roepen is.
Bert komt de kamer op gelopen.
Wat scheelt er, wat scheelt er?
Verschrikt schiet Lotte wakker.
Wat, wat doe jij hier nu weer?
Je riep me.
Ik, jou geroepen? Ik lag te slapen.
Heb je gedroomd over mij?
Maar neen.
Het angstzweet breekt Lotte uit. Wat heeft ze nu weer gedaan.
Ik kan me geen droom herinneren, sorry.
Ik dacht echt dat er iets was, zo hard roepen naar mij.
Lotte staat recht en gaat naar beneden. Bert blijft met vragen achter.
Wat zou er toch met Lotte zijn?
De avond gaat rustig voorbij. Lotte voelt haar nog steeds verschrikkelijk en Bert weet nog steeds niet wat er aan de hand is.
Samen zitten ze wel in de zetel naar tv te kijken. Het is een leuk programma en samen lachen ze tot ze buikpijn hebben.
Dan is het tijd om in hun bed te kruipen. Mama, die ondertussen is thuis gekomen, geeft de nachtzoentjes.
Ik heb gehoord van papa dat je een beetje raar deed vanavond. Is er iets dat ik moet weten Lotte?
Neen mama, maak je maar geen zorgen.
Zeker van hé, je weet dat je mij alles mag vertellen hé.
Ja, dat heeft papa ook al gezegd, maar het gaat wel hoor.
Mama ziet de blozende wangen van Lotte en denkt dat ze weet wat er scheelt met haar dochter.
Het is Bert hé lieverd.
Wat?
Je bent verliefd op Bert hé.
Ik, verliefd op Bert? Maar nee mama, waar haal je dat nu uit? Ik zie het in je ogen lieverd.
Hoe meer Lotte in mama haar ogen kijkt, hoe meer ze begint te blozen.
Zie je het wel meisje, ik wist het wel, maar dat is niet erg hoor!
Dat is normaal!
Maar je mag er zeker van zijn dat dit ons geheimpje blijft! Dit stelt Lotte toch een beetje op haar gemak. Eigenlijk is ze blij dat het van haar hart is. Een beetje rustiger legt ze haar op haar zij en probeert ze te slapen. Na wat draaien en keren.
Wanneer ze eindelijk in een diepe slaap ligt schiet ze wakker van de telefoon die gaat. Ze hoort papa uit zijn bed komen en de telefoon opnemen.
Wat? Wij komen direct mevrouw, bedankt voor het bellen.
Bert! Lotte! Opstaan!!
Met slaperige oogjes komen de twee uit hun kamer tevoorschijn.
Wat scheelt er.
Papa en mama staan samen de kinderen op te wachten. Doe vlug jullie kleren aan, we moeten direct naar het ziekenhuis.
Het ziekenhuis? Vraagt Bert. Is er iets mis met mama?
Ja, Bert. Je mama is niet goed. Doe vlug jullie pyjama uit en jullie kleren aan.
Zo vlug zijn ze nog nooit klaar geweest. Vlug stappen ze in de auto en vertrekken ze richting ziekenhuis.
En wat scheelt er met mama?
Papa vertelt wat de dame van het ziekenhuis hem heeft verteld, maar meer weet hij natuurlijk ook niet.
Bert begint te wenen. Lotte neemt Bert in haar armen.
Aangekomen in het ziekenhuis rennen ze naar de infobalie.
Mama, waar is mijn mama roept Bert tegen de verpleegster.
Euhm…
Papa komt tussenbeide en legt de verpleegster uit wat er aan de hand is.
Momentje alsjeblieft, ik bel meteen.
De verpleegster gaan mee met hen naar de kamer van mama. Bert gaat alleen binnen, de rest kijkt door het raam mee.
Mama, wat scheelt er allemaal aan.
Mama ligt met veel buisjes en draden vast.
Mama begint te wenen.
Het gaat niet goed met me mijn lieverd. Mama gaat niet meer naar huis komen.
Hoe, waarom niet?
Mama is klaar om naar de hemel te gaan bij papa.
Bert begint nu ook zeer luid te wenen.
Mama, neen! Jij moet hier blijven bij mij.
Ik weet het lieverd, ik weet het, maar papa heeft me nodig in de hemel.
Lotte krijgt nu ook de tranen in haar ogen. Ze ziet het verdriet van Bert en zijn mama.
Maar Lotte weet nog niet wat er aan het gebeuren is. Waarom wenen ze zo hard papa.
Papa krijgt het ook moeilijk en neemt Lotte in zijn armen.
Lotte, zegt papa, het gaat echt niet goed met Bert zijn mama. Ze gaat naar de hemel, bij Bert’s papa.
Dat kan toch niet papa, en Bert dan? Ze mag Bert toch niet alleen laten!!
Ze wil dat ook niet lieverd, ze wil dat ook niet.
Maar Bert’s papa heeft haar ook nodig in de hemel en Bert is nu goed bij ons.
Ja maar, zo zonder mama dat kan toch niet hé mama!
Neen schat, neen, maar
Opeens gaat de deur van de kamer open. Het is Bert die als huilend naar buiten loopt. Hij loopt direct naar Lotte en valt in haar armen.
Mijn mama…
Ik weet het…
Ondertussen zijn mama en papa de ziekenhuiskamer binnengegaan.
Eerst en vooral praten ze wat maar dan gaat het over Bert. Wat moet er nu met hem gebeuren.
Mama en papa hebben hier al over nagedacht en hebben besloten dat Bert bij hen mag blijven wonen.
Dit stelt de mama van Bert gerust en nu vraagt ze om Bert terug binnen te laten.
Bert stapt de kamer binnen en neemt voor altijd afscheid van zijn mama.
Als wenend verlaten ze het ziekenhuis. Ze proberen wat te slapen maar dit lukt niet goed.
Bert heeft de ganse nacht liggen wenen. Ook Lotte kon de slaap niet vatten. Ze heeft de volledige nacht aan Bert liggen denken.
De dagen gaan voorbij. Bert blijft thuis van school terwijl Lotte alleen naar school gaat.
Bert probeert samen met Lotte en haar ouders een mooie mis samen te stellen. Hij kiest de liedjes die gespeeld moeten worden, de gedichtjes die moeten worden voorgelezen.
Soms gaat het goed maar er zijn veel momenten dat hij moet stoppen.
Als Lotte thuis komt probeert ze hem wat op te vrolijken maar gemakkelijk gaat dit niet.
Zo gaat de week voorbij.
Bert kan nog steeds niet slapen maar probeert zich wel goed te houden.
Intussen wordt er in de klas afgesproken dat alle kinderen naar de begrafenis komen en dat ze elk een witte roos gaan meebrengen om op de kist te leggen.
Lotte is hier de drijvende kracht. Ze wil dat iedereen klaar staat om Bert op te vangen in deze moeilijke tijd.
Ze spreken ook af om allemaal in het wit naar de kerk te komen als teken van hoop.
De meester steunt Lotte en is zelfs al eens mee naar huis gegaan om Bert te bezoeken. Maar Bert voelt zich zo leeg, zo moe, zo verdrietig. Hij zit veel in de zetel gewoon naar buiten te staren. In het niets, op zoek naar zijn mama. En dan begint hij te huilen en roept weer om zijn mama. Lottes ouders proberen alles wat ze kunnen om Bert te steunen, maar het lukt maar soms. Het enige wat Bert kan helpen is tijd om het te verwerken.
Zijn jullie klaar om te vertrekken?
Lotte en Bert komen naar beneden. Maar ze hebben beiden geen zin. Wat begrijpelijk is. Vandaag is de begrafenis van Berts mama.
De voorbije week heeft Bert zeer veel geweend maar voor vandaag wil hij zich sterk houden. Sterk houden voor zijn mama, die zou dat gewild hebben.
Aangekomen in de kerk ziet Bert zijn klasgenootjes staan. Allemaal volledig in het wit met een bloem in hun handen. Hij zwaait en gaat de kerk binnen. Daar begint een prachtige mis. Met veel mooie muziek, veel mooie gedichten en teksten. Het mooiste, maar ook het moeilijkste moment is wanneer Lotte en Bert samen naar voor gaan in de kerk.
Ze dragen samen een mooie tekst voor die ze samen schreven:
Mama, mevrouw
Vrienden zijn we al zeer lang
We weten altijd wat we aan elkaar hebben
Toch weten we nu niet wat zeggen.
Zoveel verdriet.
Zoveel tranen.
Een afscheid, zo onverwacht
We gaan je missen in alles wat we doen.
Kijk goed hoe we groot worden
En draag zorg voor ons.
De tranen verschenen in de ogen van iedereen in de kerk.
Zakdoeken werden bovengehaald.
Het was een moment van verdriet maar ook een van liefde voor iemand die Bert en Lotte verloren zijn.
De pastoor zei nog wat tegen de aanwezigen en dat was meteen het einde van de mis.
Na de mis gingen ze naar huis.
Het was een stille dag. Bijna niets werd er gezegd. Het enige geluid dat te horen was, was de tennismatch die op tv werd uitgezonden. Af en toe stond Bert eens op en ging hij een luchtje scheppen.
Zo ging de moeilijke dag traag maar zeker voorbij. Wanneer het tijd werd om in bed te kruipen pakte Lotte Bert nog eens goed vast. Als er iets is moet je maar naar mijn kamer komen hé!
Bedankt en een zucht was het enige wat Bert kon uitbrengen.
Alle lichten gingen uit in huis en er volgde een donkere stille nacht van veel gewoel en soms gehuil…
De dagen gaan voorbij en het gaat elke dag wat beter met Bert en Lotte.
Na een week ‘vakantie’ gaan ze terug samen naar school. De weg voelt nog vertrouwd aan maar toch is er iets anders.
Ze lachen niet zoals vroeger. Eigenlijk hebben ze nog niet gelachen sinds de dag van de begrafenis.
Stil zetten ze hun weg verder.
Aangekomen op school komt direct de ganse klas naar hen gelopen om te vragen hoe het is.
Goed zegt Bert kortaf en hij vertrekt naar de klas toe.
Laat hem nog even zegt Lotte tegen de rest. Het zal wel beteren.
Jana heeft wel medelijden met Bert maar is stikjaloers op Lotte. Zij had Bert willen troosten! Ze probeert dit ook duidelijk te maken aan Lotte.
Maar deze kan en wil daar nu geen aandacht aan besteden. Het enige wat haar bezig houdt is dat Bert hem goed voelt en dat is niet gemakkelijk.
De dag gaat voorbij zoals een gewone schooldag. De meester had tijdens de speeltijd Bert even apart geroepen en hem gezegd dat hij de klas gewoon mocht verlaten wanneer het nodig zou zijn en dat hij altijd klaarstond om te helpen.
Eigenlijk is het toch een lieve meester… Zo hadden Lotte en Bert hem nog nooit bekeken.
Soms kan hij streng zijn maar hij staat wel klaar voor de leerlingen wanneer nodig.
Hij heeft Bert zelfs eens goed vastgepakt en een glimlach doen verschijnen op zijn gezicht door een mopje te vertellen.
Juist voor de bel gaat wordt er afgesproken dat vrijdagnamiddag er geen les wordt gegeven maar dat de leerlingen gezelschapsspelen mogen meebrengen en deze spelen in de klas.
Iedereen gaat tevreden naar huis.
Zelfs in Bert’s hart is er een plaatsje voor tevredenheid.
De meester had geen huiswerk meegegeven dus Lotte en Bert hebben een ganse avond om buiten te spelen. Ze fietsen, spelen met de bal,…
Ze maken zoveel pret dat Bert terug binnen komt met een glimlach op zijn gezicht. Zou het dan toch beter gaan met hem?
De week gaat voorbij en iedereen kijkt uit naar vrijdagmiddag waneer ze gezelschapsspelen mogen spelen.
Daardoor gaat de aandacht bij rekenen en taal een beetje verloren en heeft de meester zich al veel kwaad moeten maken en zelfs moeten dreigen dat het spelen niet zou doorgaan.
Uiteindelijk is vrijdagmiddag dan toch aangebroken. Lotte heeft scrabble meegenomen, want ze doet graag taal en kan goed woordjes leggen.
Bert heeft stratego meegenomen. Een typisch jongensspelletje over een leger dat een vlag moet veroveren.
De leerlingen worden in groepjes opgedeeld en gaan aan de slag.
Lotte zit in de groep van Jana en Hannelore en ze spelen Scrabble. Ze had toch liever bij Bert gezeten!
Neen dat woord bestaat niet! Jawel dat woord bestaat wel! Neen toch niet!
Dames, dames wat is er aan de hand?
Ze leggen woorden die niet bestaan, meester. Lotte ziet rood van woede.
Zo is het ook niet leuk om te spelen hoor!
En welk woord bestaat er niet?
Dat bestaat inderdaad niet! Jana, neem alle letters terug en probeer opnieuw.
Wanneer er op Lotte haar gezicht een glimlach verschijnt wordt Jana nog bozer. Ze neemt het spelbord en gooit het door de klas.
Lotte begint te roepen, de meester moet tussenbeide komen. Jana, ruim alles op en daarna mag jullie groepje rekenoefeningen maken. Als jullie je gedragen als kleine kinderen kan ik niet anders dan jullie te straffen!
Daar gaat de leuke vrijdag. Pfff had ze maar bij Bert gezeten in de groep. Die maken daar veel plezier en met hem maakt ze tenminste geen ruzie…
Na de les moeten Jana en Lotte nog eens bij de meester komen.
Ik wil wel eens weten wat er tussen jullie gaande is! Het is niet de eerste keer dat er problemen zijn hé
Ik weet het niet, zegt Lotte. Maar natuurlijk weet zij wel wat er scheelt. Ze zijn jaloers op elkaar over Bert. Maar natuurlijk mag de meester dat niet weten.
Ook Jana houdt de lippen op elkaar. Zodat ze uiteindelijk toch mogen vertrekken.
Buiten staat Bert Lotte op te wachten. Een glimlach naar Jana als zegeteken en het is weekend!
Wat was dat toch allemaal in de klas?
Lotte wordt rood.
Niets hoor, je weet toch dat Jana niet mijn beste vriendin is?
Ik vind haar wel leuk hoor!
Lotte wordt opnieuw rood maar nu van woede.
Dat heb ik al gemerkt ja.
Zeg, je moet daar niet boos om worden hoor! Ik mag toch overeenkomen met Jana! Dat is trouwens iets anders als bij jou!
Hoe anders?
Wel, jij bent mijn beste vriendin, aan jou vertel ik alles. Jana is een mooi meisj…
En ik niet of zo????!!!!
Jawel jawel… Pff vrouwen zijn toch niet gemakkelijk hoor!
Ben je verliefd op Jana misschien?
Even valt er een stilte. De achtergrondgeluiden nemen de bovenhand.
Wel???
Maar…
Ja dus, zwijg maar al.
Lotte zet haar recht op haar fiets en reed weeg van Bert.
Ze kreeg de tranen in haar ogen. Bert riep maar Lotte reed alsmaar harder en harder.
Opeens sloeg het noodlot toe. Een poes kwam de rijweg opgelopen en Lotte kon haar niet meer ontwijken. Bert riep nog LOTTE PAS OP!! Maar het was al te laat. Lotte vloog door de lucht en kwam hard neer.
LOTTE, LOTTE!! Bert knielde zich neer voor haar. Lotte zeg iets.
Maar er kwam geen woord.
Lotte alsjeblieft!
Ondertussen waren er al mensen komen helpen. Ze hadden de ziekenwagen al gebeld.
Deze kwam vlug aan en nam Lotte mee naar het ziekenhuis.
Bert wist niet waar hij moest lopen. Hij was zo geschrokken en hij zag de beelden van zijn mama terug voor zijn ogen.
Wil jij meerijden jongeheer?
De verpleger krijgt geen antwoord van Bert.
Wil jij meerijden jongeheer?
Hmm, ja, maar haar ouders…
Die zullen we in het ziekenhuis verwittigen.
Met volle sirene verdwijnt de ziekenwagen uit het zicht van de mensen.
Bert zit naast Lotte en houdt haar hand vast.
Lotte, zeg toch iets zegt hij al wenend.
Ondertussen ligt Lotte al aan verschillende draadjes.
Komt het in orde dokter. Ben jij haar vriendje jongen?
Hmm neen…
Had hij maar gezegd dat hij haar ook wel zag zitten, maar ze was ineens weg, verdwenen…
We moeten nog veel onderzoeken doen. Voorlopig weten we nog van niets.
Aangekomen in het ziekenhuis verdwijnt Lotte naar een onderzoekskamer.
Hier mag jij niet komen hoor! We komen bij je in de wachtkamer als we wat meer weten. Lottes ouders zijn ondertussen al verwittigd!
Mocht Bert kunnen liep hij de muren op. Hij kon geen seconde neerzitten. Had hij nu eerlijk geweest, maar Lotte is zijn beste vriendin en hij is zo bang haar kwijt te raken.
En Jana is echt wel een mooi meisje, maar met Lotte kan hij zo goed babbelen…
Bert, Bert wat is er gebeurd?
Bert ziet ineens Lottes ouders de wachtkamer binnenstappen.
Ze…ze is over een poes gereden en dan gevallen.
Het is allemaal mijn fout…
Hoe het is allemaal jouw fout?
We hadden ruzie over Jana…
Dat heeft allemaal nu geen belang zegt Lottes papa. Hoe is het met Lotte?
Ik weet het niet snikt Bert. Ze hebben nog niets komen zeggen!
De papa van Lotte gaat naar de balie waar ze hem ook vertellen dat ze bij hem gaan komen als er nieuws is.
Zo lopen ze met zen drieën de wachtkamer rond. Zoveel zenuwen hebben ze.
Meneer, mevrouw, jongeheer, kunnen jullie even meekomen?
Een man in het wit komt de wachtkamer binnen.
Samen met hem gaan ze naar een bureautje.
Hoe is het met mijn dochter? Vraagt Lottes mama.
Ze is terug bij bewustzijn, ze kan dus alles terug horen, zien en ze weet wat er gebeurd.
Dus eigenlijk is alles in orde?
De dokter zijn ogen draaien…
Lotte is zeer slecht gevallen. Ze is op haar rug gevallen en kan haar benen niet meer bewegen.
Is ze dan….
Dat moeten we nog even afwachten maar de kans bestaat dat ze nooit meer kan lopen.
Oh neen!! Roept Bert en hij begint te huilen. Het is allemaal mijn fout! Allemaal mijn fout!!
Lottes papa neemt hem in zijn armen. Dat is niet waar! Dit is een ongeval, hier kan niemand iets aan doen.
Mogen we Lotte zien, dokter?
Zeker en vast, kom maar mee.
De deur wordt geopend en daar ligt ze.
Mama, papa;
Er volgt een knuffel met veel traantjes.
Ik… ik kan niet meer wandelen… Dat kan toch niet papa, mama,… Zeg alsjeblieft dat het niet waar is!
Lottes ouders kijken elkaar aan en knielen voor Lottes bed. We weten het nog niet meisje, het kan zijn dat het weer beter wordt. Maar we kunnen niets beloven.
Ondertussen staat Bert in een hoekje van de kamer te wachten.
Lotte ziet hem ineens staan en begint te huilen.
Ben je boos op mij Bert?
Maar neen, waarom zou ik boos zijn op jou? Jij was boos op mij…
Waarom reed je ineens zo vlug weg?
Hmm,… Lotte werd rood.
Maar jij bent verliefd op Jana!
Maar neen, ik ben dat niet.
En wat dan nog? Jij bent mijn beste vriendin, daar komt niemand tussen hoor!
Maar hoe is het nu met jou? Kan je echt niets meer voelen in je benen?
Neen, echt niet. De tranen verschijnen in haar ogen.
Maar de dokters zeiden dat het misschien nog kan verbeteren...
Het belangrijkste is dat je nu uitrust, Lotte!
De dokter stapt de kamer binnen. Jongeman laat je vriendinnetje nu maar rusten. Morgen mag je terugkomen.
Bert geeft Lotte nog een kus op de wang en vertrekt. Lotte haar gezicht krijgt een rode blos. Dit is de eerste keer dat ze een kus krijg van Bert.
Die avond kijkt Lotte nog wat tv op haar ziekenhuiskamer, maar ze kan haar niet echt concentreren. Uiteindelijk valt ze in slaap.
NEE! NEE! AU!
Lotte! Lotte! Gaat het?
Hm hm
Zachtjesaan wordt Lotte wakker en ziet ze een verpleegster aan haar zij staan.
Was je aan het dromen?
Ja… Ik zag het ongeval weer voor mij.
De verpleegster neemt Lotte in haar armen en probeert ze te troosten.
Mevrouw…
Zeg maar Isabelle.
Ga ik echt nooit meer kunnen lopen?
Dat kunnen we je nu nog niet zeker zeggen. Je gaat wel hard moeten werken om te proberen! Vanaf volgende week beginnen we er aan. Maar slaap nu maar. Morgen komt de dokter op bezoek en hij zal je uitleggen wat er allemaal gaat gebeuren.
Isabelle verdwijnt uit de kamer en Lotte valt terug in slaap.
De dagen gaan voorbij in het ziekenhuis en Lotte krijgt veel bezoek van haar vriendjes en vriendinnetjes van de klas. Ook Bert komt elke dag langs en daar geniet ze nog het meeste van.
De dokter heeft haar alles goed uitgelegd en ze weet nu dat er vandaag een kinesist gaat langskomen.
Wat is dat een kinesist, had Lotte gevraagd.
Dat is iemand die je gaat masseren en je gaat helpen om terug te leren lopen. Maar er bestaat een kans dat dat niet meer gaat kunnen hé had de dokter gezegd.
Dit wil Lotte niet geloven. Ze gaat terug lopen, daar is ze nu al zeker van.
KLOP KLOP.
Binnen! Roept Lotte.
Een vreemde man in witte broek en witte t-shirt stapt de kamer binnen.
Dag Lotte, is het niet.
Ja, dat ben ik.
Lotte, ik ben Frank. Ik ben je kinesist en we gaan je helpen om terug te leren lopen!
Dag Frank, jij moet zorgen dat ik terug kan lopen hé! Ik wil niet gans mijn leven in een rolstoel hoor!
We gaan daar samen aan werken, Lotte.
Vandaag ga ik beginnen met een massage om je spieren soepel te maken.
Hoe hard Frank ook knijpt in haar benen, Lotte voelt er niets van. Maar het is natuurlijk ook nog maar de eerste keer hé!
Elke dag is het hetzelfde, wakker worden, eten, Frank komt langs, terug eten, dan komt het bezoek dan terug eten. Dan tv kijken en slapen.
Eigenlijk heeft Lotte een saai leven!
Soms brengt Bert wat huiswerk mee maar veel is dat ook niet. Vanaf volgende week mag ze wel naar de ziekenhuisschool. Dat zal wel leuk zijn!
Kom Lotte, dan ga we naar school. De verpleegster zet Lotte in haar rolstoel en rolt haar naar het klaslokaal op het einde van de gang.
Er zitten veel leerlingen in de klas, allemaal van verschillende leeftijden.
Jongens en meisjes, begint de juf, dit is Lotte. Sommigen zullen haar wel al gezien hebben.
Vertel eens Lotte, waarom lig jij in het ziekenhuis?
Ik ben met mijn fiets over een kat gereden en slecht gevallen, daardoor kan ik nu mijn benen niet meer bewegen.
Oei! Maar het kan zijn dat het nog beter gaat worden hé!
Ja, ik werk er elke dag aan met Frank.
Lotte, dit is geen normale klas zoals je ziet. Jullie krijgen hier allemaal een dikke werkboek. In groepjes van dezelfde leeftijd leg ik jullie dan uit wat jullie moeten doen en dan kan je een oefening maken.
Je krijgt 2 uur les per dag, behalve in het weekend natuurlijk. Ik heb ook al getelefoneerd met je meester, dus ik weet waar je gebleven was in de klas.
Lotte krijgt een werkboek van de juf en bladert deze eens door. Zoveel oefeningen! Maar ze heeft wel al gezien dat er na een hoofdstuk altijd een tekening staat of zo dus dat valt goed mee.
Ook de juf is superlief. Ze komt haar helpen wanneer ze problemen heeft.
Naast haar zit Mieke. Mieke heeft geen haar meer. Dat komt omdat ze erg ziek is en bestralingen moet krijgen. Maar ze wordt beter, daar geloofd ze in!
Zo verloopt de les op de ziekenhuisschool. Eigenlijk wel leuk en een leuke afwisseling!
Soms krijgen ze ook ‘huiswerk’ mee. Dat maakt Lotte dan wanneer Bert op bezoek is. Zo kan hij haar helpen.
De eerste stap.
Weken en maanden gaan voorbij en Lotte moet zeer hard werken elke dag.
De ene dag gaan de oefeningen zeer goed met Frank, de andere dag lukt er niets.
Ook het bezoek is minder en minder. Juist haar ouders en Bert komen elke dag langs.
Lotte heeft zelfs al eens een weekend naar huis gemogen. En als alles goed gaat mag ze voor de kerstvakantie naar huis.
Dag Lotte!
Dag Frank… Lotte zucht.
Wat scheelt er meisje?
Het duurt zo lang, Frank, en het gaat maar niet vooruit!
Elaba, ik wil een lachende Lotte zien hé, geen trieste!
Jij hebt makkelijk praten! Jij kan gewoon stappen.
En jij ook binnenkort!
Ik heb een verrassing voor jou vandaag. Neem je badpak maar uit je kast!
Gaan we zwemmen?
We gaan proberen ja, je gaat wel een zwemband aan moeten maar we gaan proberen of je je benen al kan bewegen in het water!
We gaan je er zachtjes laten inzakken hé Lotte. Ik ben er altijd om je te helpen, dus als het niet lukt, verwittig mij op tijd!
Zachtjes aan gaat Lotte het water in.
BRRRRRRRRR! Zo koud!
Komaan hé Lotte, niet flauw doen hé!
Daar zit ze dan, volledig in het water. Ze blijft boven water door de zwemband die ze aan heeft.
Nu gaan we eens proberen om je benen te bewegen hé!
Ik weet dat het gaat lukken!
Lotte probeert en het lukt al een beetje.
Goed zo meid! We gaan elke dag terugkomen in het water tot als je zonder zwemband in het water kan!
Zoals Frank het zei gebeurde het ook. Elke dag deden ze oefeningen in het water.
En elke dag ging het beter en beter. Tot als Lotte zonder hulp een paar meter kon zwemmen.
Zaterdag 31 december.
Lotte heeft haar mooiste kleedje aangetrokken want vanavond is het Kerstavond en die mag ze thuis gaan vieren!
Daar komen Bert en papa haar al ophalen.
Wanneer ze thuis aankomen wordt Lotte door papa in de rolstoel geholpen. Maar ze wil dit niet.
Ik kan dit al zelf hoor papa!
En inderdaad Lotte zit op geen tijd in de rolstoel. Dit heeft ze al geleerd van Frank.
Aan de kerstboom worden er die avond leuke liedjes gezongen en spelletjes gespeeld.
Natuurlijk worden er ook cadeautjes uitgedeeld.
Mama, papa, Bert, ik heb geen cadeautjes kunnen kopen maar ik heb wel een grote verrassing voor jullie!
Lotte zet zich recht uit haar rolstoel en zet voorzichtig een paar stappen.
Iedereen zit met een open mond naar haar te kijken.
Proficiat meid! Roept mama uit en geeft haar een knuffel, zo hard dat Lotte bijna achterover valt.