Gebruikersnaam Bert Depoorter
Zonlicht op de gevel - de lijn van licht en donker schuift langzaam op
Het herkenbare geluid van de eerste mug nog voor de lente
Late winterzon - de klas stapt op het voetpad jassen in de hand
Bouwmaterialen worden massaal geleverd - de straat barst ervan
Twee acrobaten op een gevelstelling aan het werk - strakke wind
De stappende vrouw stopt en keert zich om naar de zon in haar gezicht
De paraplu's gaan open en de kapjes op - een hond schudt zijn kop
Voorbijsnellende joggers dragen al minder - lente in aantocht
In grote onregelmaat stapt de klas op de stoep toch samen voort
De bouwvakkers zijn al weer vroeg aan de slag - ons huis stort net niet in
De voorjaarszon op mijn winterse handen - warm en koud tegelijk
de weerkaatsing van de zon in het water - twee stralende zonnen
warm ingeduffeld hand in hand overstekend op het zebrapad
de planten wiegen over en weer in hun pot die te barsten staat
de buitenlucht drijft binnen langs het gekipte raam - stadsgeluiden
de stevige stam vertakt zich in twijgjes die wiegen op de wind
vogels verschijnen binnen mijn raam en vliegen er pijlsnel weer uit
De kachel verwarmt. Binnen bezig hoor ik soms buitengeluiden.
niemand op de stoel - een broek en een trui hangen over de leuning
Zesenveertig jaar. Ouder was ik nimmer. Jonger word ik nooit meer.
De verleden tijd speelt in mijn hoofd speel ik met de verleden tijd.
Ik vraag mij vergeefs af wat zich vooraan in mijn gedachten afspeelt.
Twee lampen werken nog in de luchter van drie. Er is genoeg licht.
Met koude voeten in kleermakerszit, voor de verwarming dooien.
Nog voor de zon op zondagmorgen vroeg uit bed, om niets te moeten.
Ik knip het licht aan en het zicht uit het raam is meteen verdwenen.
Onophoudelijk beleef je het bestaan, ook zonder te verstaan.
Ik trek mijn plan met wat is gegeven en niet dat van een ander.
Je heft het gordijn op en staart naar de hemel, zo ver het oog reikt.
Geen traan op zijn wang. Zijn verdriet verbeeldt zich niet zoals men dat wil.