BEELD ZOEKT WOORD (wedstrijd)
B E E L D ZO E K T W O O R D
afgetraind muscle-body, geaderde kracht in zijn torso, beenharde dijen,
naakt getaande huid op een wit katoenen slip met elastiek band na,
zijn Romeins spitse helm met hanekam beschermt de meest kwetsbare delen van
zijn aangezicht, de helse Sahara wind die onverwachts opsteekt
zoals een likkend vuur,
hartverscheurend hard, schurende huid, net staalwol of schuurpapier, barbaarse helletocht,
blootsvoets het reeds geëffende pad volgend, de ziedende hitte ontwijkend, ’t mag niet té heet
worden onder zijn voeten.
De smeekbede in zijn hoofd maalt onophoudelijk dat dit een geliefd kamelenspoor is,
een levensreddende oase, drinken, baden, laven, leven,
wolken ogen dreigend grijs, de natuur gaat zijn leven redden, hemelsluizen open u,
laat me verdrinken in jouw zee, in jouw Siberische waterval.
Het ‘geef-niet-op’ pad loopt lichtjes opwaarts, achter de verbreide zandheuvels de
eindstreep, dapper wezen, stikkapot maar wilskrachtig laverend, een paar honderd
meter nog, dan zal blijken, hier begint of eindigt zijn avontuur als Romeins veldheer
zonder paard, het komt te paard maar keert tevoet terug,
God vergeef me dat ik atheisme predik, ik bid, achter de ginder, laat dit géén fata morgana wezen.