Solvitur ambulando
Ik geef mijn gedachten vrijaf
En mijzelf de vrije wandel
Rol bergaf van de kuitenbijter van Moorslede
Pardoes de wijngaard in
Pik achteloos een ingebeelde druif
Laaf mij aan zijn suikers en zijn zuren
En buitel armen gespreid recht de zon in
Wiens herfstwarmte zacht is te verduren
Ik wentel rond
In de melancholie van
Vallende bladeren en vervagende vragen
Wandelen is dromen
Met altijd nog een voet op de grond
En wat het ook was
Al lopend lost het op