Show me the money!
‘Show me the money!’ schreeuwt Rod Tidwell door de telefoon naar Jerry Maguire, zijn manager en de hoofdpersoon in de gelijknamige film.
‘Show me the money!’ had de kassajuffrouw in de supermarkt tegen mij kunnen roepen, terwijl ik met zweterige vingers wanhopig probeerde mijn bankpasje in het daartoe bestemde gleufje van de betaalautomaat te stoppen. Het luistert nauw, het past precies. Als je het goed doet, tenminste.
Het was al eerder gebeurd, dat mijn pasje werd geweigerd. Als je te snel bent, werkt het niet. Zachtjes en teder, en met veel gevoel schuif ik het pasje in de automaat. Stik! Weer geweigerd!
Ik voel de ogen van de mensen achter me in mijn rug prikken. Ik durf niet te kijken, om te vermijden dat ik het ongeduld en onbegrip in hun ogen zie. ‘Je weet toch wel hoe je je bankpas in een betaalautomaat stopt?’ Ja, dat dacht ik van wel.
Hoe voorzichtig ik ook probeer, hoe zacht en teder ook, steeds volgt een afwijzing. ‘Onbekende pas’, gevolgd door ‘Magneetstrip lezen’.
Ah, magneetstrips. Het is iets uit lang vervlogen tijden, dat je je bankpas langs een magneetstriplezer moest halen. Deze betaalautomaat heeft niet eens zo’n lezer, volgens mij. Jammer!
Swipen dan? Noem mij maar ouderwets, het idee dat er geld van mijn rekening gehaald kan worden zonder dat ik een code of wachtwoord in kan voeren, gaat mij te ver. Ik doe mijn best, ik heb een mobiele telefoon waar je meer mee kan dan alleen bellen en sms’en, ik zit op Facebook, Instagram en Whatsapp er op los, maar er zijn grenzen.
De kassajuffrouw, moe van mijn vergeefse pogingen, neemt het over. Hoe ze ook probeert, hard of zacht, snel of langzaam, ruw of teder, het helpt niet. En nu?
Ik word naar een andere kassa gedirigeerd, ver weg van de drukte, starende blikken vol medelijden of ongeduld volgen me. Een andere kassajuffrouw, hetzelfde resultaat. Niks! Nada! Noppes!
Daar sta je dan. Tassen vol met boodschappen, klaar om mee naar huis te nemen. Die krijg je niet zomaar mee. Er zit niets anders op dan even naar huis te gaan om mijn portemonnee te halen. Die had ik niet bij me, aan mijn bankpasje had ik toch genoeg? Als-ie het doet wel, ja.
Snel loop ik naar huis, met lege handen. Met een goedgevulde portemonnee kom ik weer terug.
Nog één laatste poging, als ik weer terug ben in de supermarkt. Nee hoor, de automaat blijft halsstarrig bij zijn weigering. Het leven van een columnist gaat niet over rozen.
Ik reken af, contant. Er was een tijd, nog niet eens zo lang geleden, dat dat doodnormaal was. Nu voelt het vreemd, alsof ik iets van mezelf afsta. Alsof het nu ineens geld kost, nu je het ziet in plaats van een anonieme, onzichtbare afschrijving. Anoniem en onzichtbaar, tot je je afschrift controleert. Online, vanzelfsprekend.
‘Show me the money!’ Nou, dat heb ik dus gedaan.