Eline__V

Gebruikersnaam Eline__V

Teksten

Proloog

Zaterdag 07 juli   ‘Je kunt gaan,’ zegt Gary terwijl hij Jonas’ spullen overhandigt. ‘Je hebt behoorlijk wat indruk gemaakt met je goede gedrag’. Jonas knikt en geeft zijn begeleider een hand. ‘Hopelijk tot nooit meer,’ grijnst hij. ‘Ik hoop het ook,’ antwoordt Gary met een scheve lach. ‘Het ga je goed’. Jonas glimlacht als hij zijn spullen bijeenpakt en zijn kamer uitloopt. Als een vorst loopt hij de gang door. De donkere en grauwe gang staat scherp in contrast met zijn humeur. Wanneer hij buiten zijn vrijheid tegemoet loopt, wordt hij door de zon verblind. Hij houdt zijn hand als een scherm boven zijn ogen. Zijn ouders wachten hem aan de auto al op.   Door de autoruit staart hij naar buiten. Allerlei zonnekloppers vullen de straat. Ze gaan als een waas aan hem voorbij. Welke dag is het vandaag? 6 juli? Nee, 7 juli. Het is al zomervakantie. Wat is de tijd toch gevlogen, denkt Jonas. Gisteren was het één jaar geleden dat… Hij zucht. Nog elke dag denkt hij aan haar. Ze rijden een AD Delhaize voorbij, waardoor er een glimlach om zijn lippen krult. Enkele mooie herinneringen komen bovendrijven… Pap parkeert de auto en neemt Jonas’ bagage uit de koffer. ‘Ga jij maar alvast naar binnen, je wordt verwacht,’ zegt pap terwijl hij geheimzinnig glimlacht. Jonas’ hart springt op. Zou ze…? Hij spurt het flatgebouw in en rent de trappen op door twee, drie treden tegelijk te nemen. De voordeur staat open. Hij stormt de woonkamer in en… ‘Verrassing!’ roepen Simon en zijn klein zusje Lydia in koor. Hoewel Jonas een beetje ontgoocheld is, is hij toch heel blij om hen weer te zien. ‘Jullie hier?’ vraagt hij verbaasd. Simon omhelst hem en klopt vriendschappelijk op de rug. ‘Hoe gaat het met je, maat?’ Jonas’ mond verstrakt even. ‘Au, niet te hard. Mijn ribben doen nog pijn.’ Pijnlijk maakt Jonas zich los en tast hij over zijn ribbenkast. Verontschuldigend glimlacht hij naar zijn beste vriend. Simons gezicht staat echter bezorgd. ‘Hoe gaat het met je?’ herhaalt Simon voorzichtig zijn vraag, al kan hij niet verbergen dat zijn ogen naar Jonas’ blauwe wang afdwalen. ‘Goed, natuurlijk! Ik ben vrij!’ probeert Jonas zich te herpakken. Pas nu beseft hij dat hij weer kan gaan en staan waar hij wil. ‘Geweldig, niet? Het eerste wat ik deed, was mijn zusje van school ophalen. Ik heb haar naar het strand meegenomen. De hele dag heb ik in de zon liggen bakken terwijl Lydia zandtaartjes maakte.’ ‘Ik dacht dat je niet van zonnen hield?’ merkt Jonas met fronsende wenkbrauwen op. ‘Nee, maar na acht maanden daar te zitten was ik echt een spook. Jij kunt trouwens ook wel een gezonder kleurtje gebruiken.’ ‘Ik weet het, ik weet het.’ ‘Jonas…’ mompelt Lydia terwijl ze aan Jonas’ mouw trekt. Jonas kijkt naar beneden en pakt haar op. Lydia slaat meteen haar mollige armpjes rond Jonas’ nek en geeft hem een kus op zijn wang. ‘En hoe gaat het met Lydie?’ vraagt Jonas. ‘Ik heet Lydia!’ ‘Ik noem je liever Lydie. Mag ik dat? Omdat ik het ben?’ Het kleine meisje denkt even na met haar rechterwijsvingertje in haar mond. ‘Oké dan,’ geeft ze toe. ‘Hoe is nu met je?’ ‘Goed.’ Jonas drukt een kusje op haar voorhoofd en zet haar weer neer. ‘Ik heb je echt gemist, hoor,’ richt Jonas zich weer tot Simon. ‘Die twee laatste maanden waren echt de hel.’ Simon lacht niet. ‘Was het dan zo erg?’ Zwijgend stroopt Jonas zijn mouwen op, waardoor zijn bont en blauwe geslagen armen ontbloot worden. ‘En de rest van mijn lichaam ziet er ook zo uit,’ mompelt Jonas. Simons gezicht staat vol afgrijzen. Met afschuw bekijkt Simon de blauwe plekken beter. ‘De lafaards. Als je alleen bent, durven ze wel.’ ‘Ja, met jou in de buurt durfden ze niet veel doen… Maar ja, Svens vrienden staan nu niet echt bekend voor hun dapperheid… En ik kreeg ook geen nieuwe kamergenoot.’ ‘Nee…’ Zuchtend doet Jonas zijn mouwen weer naar beneden. ‘Ik denk dat ik dat nog het ergste vond. Ik miste onze gesprekken.’ Simon glimlacht gevleid. ‘Ach, je hebt het overleefd.’ Het valt even stil. Aarzelend kijkt Simon Jonas aan. ‘Kun je al wat beter slapen?’ Jonas grimast. ‘Wat denk je zelf?’ Voordat er meer gezegd kan worden, komen ook mam en pap binnen. ‘Ha, zijn onze beste vrienden weer herenigd?’ vraagt mam. Jonas grijnst krampachtig. Pap dropt Jonas’ spullen op de tafel. ‘Omdat je eindelijk vrij bent, gaan we vanavond uit eten.’ ‘Oh, cool. Waar?’ ‘De Moustache, dat restaurant in de buurt van de dijk.’ ‘Ah, daar.’ Jonas kijkt even radeloos rond. Ondanks zijn zopas herwonnen vrijheid, voelt hij zich een beetje verloren. Hij bijt op zijn lip, een tic die hij al jaren heeft en die meestal opduikt als hij zich niet op zijn gemak voelt. ‘Wil je even alleen zijn met Simon?’ vraagt mam bezorgd. Jonas krabt in zijn haar terwijl hij knikt. ‘We kunnen anders naar het strand gaan. Even uitwaaien?’ Hij kijkt Simon aan. Die haalt zijn schouders op. ‘Mij best.’ ‘Oh! Mag ik mee?’ vraagt Lydia enthousiast. ‘Natuurlijk.’ Jonas neemt haar hand vast. ‘Om hoe laat zijn jullie terug? We hebben om half zeven gereserveerd,’ zegt mam nog snel. ‘Dan zijn we wel terug,’ belooft Jonas.   De buitenlucht doet goed. Jonas voelt zich weer heropleven. Hij heeft de kust net zo erg als haar gemist. ‘Dat ik dit ooit allemaal wilde opgeven…’ mompelt hij, verbaasd over zijn eigen domheid. In zijn stem is spijt duidelijk hoorbaar. Jamies gezicht komt op zijn netvlies tevoorschijn. Wat mist hij haar. Ze wandelen de dijk af en slenteren zwijgend over het strand, waar het heel druk is. Het mooie weer heeft honderden zonnekloppers naar het strand gelokt. Simon en Jonas geven Lydia elk een hand om haar niet kwijt te raken. Bij een hutje waar blauwe, groene, rode en gele vissen en in krullerige letters “De Groot” staan geschilderd, houdt Jonas halt. ‘Hier heb ik haar voor het eerst ontmoet,’ vertelt hij. Simon knikt. ‘Misschien zie ik haar nooit meer terug…’ zucht Jonas. ‘Wie ziet Jonas niet meer terug?’ vraagt Lydia nieuwsgierig. ‘Jonas’ vriendin,’ antwoordt Simon. Lydia kijkt verbaasd naar haar grote broer. ‘Ik ben toch Jonas’ vriendin? Wij zouden toch trouwen?’ Simon schiet in de lach. ‘Nee, gekkerd. Jij bent veel te jong voor Jonas.’ Hij drukt Lydia tegen zich aan. ‘Ik wil met Jonas trouwen,’ zeurt ze. ‘Maar jij hebt toch een kameraadje? Bart, niet?’ ‘Maar Bart…’ Lydia wil nog iets zeggen, maar ze weet niet hoe ze haar zin moet afmaken, dus ploft ze maar in het zand neer. Jonas glimlacht. Hij gaat naast haar zitten en slaat zijn arm rond Lydia’s schouders. Met haar hoofdje leunt ze tegen zijn schouder. Simon gaat ook zitten. ‘Het is hier gezellig,’ mompelt hij terwijl hij om zich heen kijkt. Jonas knikt. ‘Ik zat hier soms met Jamie. Het was zo’n geweldige tijd…’ ‘Een te korte tijd, zeker.’ ‘Dat ook.’ Het blijft even stil. Lydia prutst aan Jonas’ mouw. Tot zijn verbazing voelt hij een traan over zijn wang rollen. ‘Ik heb niet eens afscheid kunnen nemen.’

Eline__V
0 0